Defensie verkoopt materieel
Defensie koopt het eigen materieel in voor alle werknemers en activiteiten. Als het materieel niet meer nodig is, verkoopt de organisatie het als dat kan.
Strategisch en niet-strategisch materieel
Defensie maakt onderscheid tussen strategisch en niet-strategisch materieel.
- Bij niet-strategisch materieel gaat het bijvoorbeeld om kasten, kleding of dienstauto's.
- Strategisch materieel kan gebruikt kan worden bij missies en oefeningen. Bijvoorbeeld wapens, infanteriegevechtsvoertuigen of duikvaartuigen.
Openbare veiling niet-strategisch materieel
Defensie verkoopt niet-strategisch materieel aan geïnteresseerden. De verkoop van niet-strategisch materieel gaat via Domeinen Roerende Zaken. Dit onderdeel van het ministerie van Financiën verkoopt goederen namens de hele Rijksoverheid.
Verkoop strategisch materieel niet openbaar
Defensie verkoopt overtollig strategisch materieel niet openbaar maar via onderhandelingen met andere overheden. Kopers moeten voldoen aan de criteria van het Wapenexportbeleid. Ook is een exportvergunning nodig van de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU) van de Douane.
Nederlandse ambassades en defensieattachés in het buitenland helpen om klanten te vinden. De commissie Verkoop Defensiematerieel behandelt vooraf alle verkopen. In deze commissie zitten de departementen van Financiën, Buitenlandse Zaken en Defensie. De Tweede Kamer moet ook instemmen met de verkoop.