Letterlijke tekst persconferentie minister-president Rutte en minister De Jonge na afloop van crisisberaad kabinet (15-4-2020)
Minister-president Rutte en minister De Jonge geven een toelichting na afloop van het crisisberaad van het kabinet. Bekijk de hele persconferentie via YouTube.
RUTTE
Veel dank en allereerst welkom allemaal. Om te beginnen een korte terugblik met vooral grote dank. Grote dank aan iedereen die in het achterliggende mooie paasweekeinde de regels heeft nageleefd. Het ging bijna overal goed en waar het niet goed ging, is ingegrepen en is ook gehandhaafd. Geweldig dat zoveel mensen vol hebben gehouden. En daar ben ik blij mee, want alleen zo houden we de situatie in de ziekenhuizen onder controle. Met zelfbeheersing, met behoedzaamheid en met gezond verstand. En daarom blijft ‘hou vol’ voorlopig de belangrijkste boodschap. Hoe beter we ons aan de maatregelen houden, hoe groter de kans dat er stap voor stap ruimte komt voor versoepelingen.
Deze week is er vanwege Pasen maar één bijeenkomst van onze Ministeriële Commissie Crisisbeheersing. We zien nog steeds dat de maatregelen effect hebben. En we kijken natuurlijk ook vooruit. Blijven we na 28 april nog in de intelligente lockdown zoals we die nu kennen of kunnen over enkele weken langzamerhand een paar maatregelen worden versoepeld? Het is volkomen logisch dat iedereen in Nederland zich dat afvraagt, want de maatschappelijke en ook economische impact van alle beperkingen van de laatste weken is natuurlijk gigantisch. Er wordt bijna bovenmenselijk veel gevraagd van mensen in de zorg, het onderwijs en de handhaving. En elk verhaal over schrijnende gezinssituaties, eenzaamheid en of een bedrijf waarbij het water aan de lippen staat is er één te veel. En ik begrijp dus volkomen dat mensen vurig hopen op versoepeling. De drie belangrijkste criteria voor het besluit om de intelligente lockdown tijdelijk te handhaven of op onderdelen te herzien, zijn, allereerst: - 1 - de druk op de zorg – ook de reguliere zorg, met andere woorden: kan de zorg het aan?, - 2- bescherming van ouderen en mensen met een zwakke gezondheid, - 3 – zicht op en inzicht in de verspreiding van het virus. Dat zijn de drie ankerpunten waar zo direct Hugo de Jonge nader op zal ingaan. U weet: we nemen volgende week een besluit over de situatie na 28 april, en daar kan ik vandaag niet op vooruit lopen. En in die zin is dit inderdaad dus ook een beetje een tussenweek. Maar zoals ik eerder al zei: het loket gaat zeker niet ineens helemaal open. Als er al een versoepeling mogelijk is per 28 april, en ook dat is nu dus de vraag, we moeten ons hoe dan ook voorbereiden op een overgangsfase, op het nieuwe normaal van onze anderhalvemetersamenleving. Daarom worden op dit moment op departementen, in veel sectoren en met de inzet van veel verschillende deskundigen alle mogelijkheden verkend om handen en voeten te geven aan wat er straks misschien weer wel kan. En het is daarbij belangrijk dat we daar allemaal over na gaan denken – binnen elk bedrijf, elke school, elk theater, elk kantoor, elk museum. Want op veel plekken zal straks maatwerk nodig zijn om aan de regels van de anderhalvemetersamenleving te kunnen voldoen. En die anderhalvemetersamenleving gaat hoe dan ook gepaard met grote maatschappelijke dilemma’s en ja, ook met heel veel praktische vragen. Dat moeten we ons goed realiseren. Het gaat letterlijk dadelijk om de verdeling van schaarse ruimte. Stel dat we straks met allerlei creatieve ingrepen en onder strenge voorwaarden het onderwijs weer voorzichtig op gang zouden kunnen brengen, of het werken op kantoor, dan zal dat natuurlijk veel druk wegnemen in gezinnen. Maar tegelijkertijd neemt de druk op het openbaar vervoer en op de publieke ruimte, want immers meer mensen op straat, meteen enorm toe. Wat betekent dat voor de treinen en het stadsvervoer? Voor de drukte in de parken en winkelcentra? Voor fietspaden en looproutes? Voor het risico om tegen elkaar op te botsen op schoolpleinen, in aula’s en bedrijfskantines? Dat zijn allemaal dilemma’s die zorgvuldig doordacht moeten worden voordat we een stap kunnen zetten. Want nogmaals: anders is het risico veel te groot dat we het virus nieuwe zuurstof geven, met alle gevolgen van dien. Zo moeten we met 17 miljoen mensen voortdurend zoeken naar, wat ik zou willen noemen, de juiste balans. Enerzijds moeten we vasthouden aan maatregelen ten einde het coronavirus maximaal onder controle te houden, zodat er minder coronapatiënten bijvoorbeeld op de ic’s komen te liggen. En er ook weer ruimte ontstaat voor de reguliere zorg. Behandelingen voor bijvoorbeeld kankerpatiënten kunnen immers niet te lang wachten, want dat leidt ook tot gezondheidsschade. Anderzijds hebben de huidige beperkingen ook andere nadelige gezondheidseffecten, zowel lichamelijk als geestelijk. We kunnen niet naar onze sportclub, we missen de contacten met onze collega’s en vrienden, en misschien wel het moeilijkst: we kunnen niet op bezoek bij onze ouders of grootouders in verpleeghuizen. Deze duivelse dilemma’s zullen we de komende weken met elkaar moeten durven bespreken. Ook als samenleving. Eenvoudige oplossingen zijn er niet. Kortom, het is een periode waarin op heel veel plaatsen hard wordt gewerkt aan een verstandig besluit voor de volgende fase. En het is voor iedereen duidelijk: als we kunnen versoepelen, dan is het niet ineens helemaal terug naar normaal. En bovendien: we kunnen ook niet uitsluiten dat we daarna ook op bepaalde punten weer een stap terug moeten zetten, omdat bijvoorbeeld het virus toch weer om zich heen aan het grijpen is. En daarom geldt in ieder geval voor de komende week, en de komende weken, voor deze maand: hou vol. Want alleen samen krijgen we corona onder controle. En dan geef ik nu graag het woord aan Hugo de Jonge.
DE JONGE
Dankjewel. Zoals de premier net zei is de maatschappelijke en economische impact van alle beperkingen van de laatste weken gigantisch. Maar we doen dit om twee belangrijke redenen. Om onze kwetsbaarste mensen zo goed mogelijk te beschermen. En om de mensen die zo ongelooflijk hard werken in de zorg zoveel mogelijk te ontlasten. De afgelopen weken is het gelukt om de ic-capaciteit te verdubbelen. En ook in instellingen waar kwetsbare mensen wonen – zoals ouderen of mensen met een beperking – wordt soms echt het uiterste gevraagd. Onze mensen in de zorg leveren een ongekende prestatie. De weg naar het nieuwe normaal gaat gepaard met een aantal dilemma’s, die premier Rutte zojuist schetste. De volgende stappen moeten we behoedzaam en verstandig zetten. En daarbij hebben we drie ankerpunten. De eerste is de druk op de zorg. In de ziekenhuizen lijken we over de piek heen. En als dat zo blijft, dan kan de capaciteit op de intensive care straks langzaam weer naar beneden worden bijgesteld. En dat betekent dat naast de coronazorg, de reguliere zorg hervat kan worden. Om te beginnen met de zorg die de afgelopen weken is uitgesteld. We moeten er voor zorgen dat de beschikbare capaciteit zorgvuldig wordt verdeeld. En bovendien roep ik iedereen op met gezondheidsklachten gewoon contact op te nemen met de huisarts. Stel het niet uit als je klachten hebt of je zorgen maakt. In de huisartsenpraktijken zijn allerlei maatregelen getroffen om mensen veilig te kunnen zien. En de dokter is er nog steeds om je te helpen. Een tweede ankerpunt is het beschermen van onze kwetsbare mensen. En we zien in de verpleeghuizen hoe ingewikkeld dat soms is. De verpleeghuizen worden hard geraakt. Eerder besloten we al om tijdelijk geen bezoek meer toe te staan. Hoe noodzakelijk dat ook was, ingrijpend was het zeker ook. Ook hebben we te zorgen dat medewerkers hun werk veilig kunnen doen. We werken met man en macht om voldoende in te kopen, te produceren zelf, te hergebruiken. En we hebben samen met de zorg een nieuwe manier van verdelen van de middelen afgesproken. Het is bewonderingswaardig om te zien hoe professioneel er in veel verpleeghuizen gehandeld wordt om die verspreiding van dat virus zoveel mogelijk in te dammen. Maar zwaar is het ook. De mensen in de verpleeghuizen zijn zo ongelooflijk kwetsbaar. En wat medisch noodzakelijk is, kan de menselijke behoefte aan echt contact, aan bewegingsvrijheid soms in de weg zitten. Het derde ankerpunt is zicht op en inzicht in de verspreiding van het virus. Het beter kunnen opsporen van besmettingen kan helpen om een nieuwe opleving van de uitbraak te voorkomen. Het is testen, traceren en vanuit huis rapporteren. We hebben de testcapaciteit afgelopen weken stap voor stap flink opgeschroefd. Alle zorgmedewerkers die klachten hebben die kunnen getest worden. Net als mensen met klachten die kwetsbaar zijn. En vervolgens is het van belang om te weten met wie deze personen allemaal in contact zijn geweest. En zoals vorige week toegelicht, het gebruik van een app kan het huidige bron- en contactonderzoek van de GGD verder ondersteunen. En een tweede app zou het makkelijker moeten maken om thuis contact te houden met een dokter op afstand. De afgelopen dagen zijn er honderden voorstellen binnengekomen. Op dit moment worden – samen met experts – de kansrijke ideeën geselecteerd en beoordeeld. Alles is er op gericht dat er volgende week een goed voorstel ligt. En het waarborgen van privacy is daarbij uiteraard essentieel. Dat zijn de drie ankerpunten bij de stappen die we te zetten hebben op weg naar dat nieuwe normaal. We moeten dat beheerst doen, behoedzaam doen en verantwoord doen. Iedereen snakt zo onderhand naar een wereld die weer even gewoon is. En dat geldt misschien nog wel het meest voor al die mensen in de zorg. Het is aan ons om om hen heen te blijven staan. Door de maatregelen nog even vol te houden. Door elkaar te helpen. En door dit samen te doen. We houden afstand van elkaar, maar houden oog voor elkaar.
BOS (NOS JOURNAAL)
Meneer Rutte, kunt u uitleggen, want ik kan me voorstellen dat mensen toch ook wel meer duidelijkheid willen. In hoeverre gaat het nou de goede kant op voor een versoepeling?
RUTTE
Nou ja, wat je natuurlijk ziet is dat de snelheid zich verspreidt is echt afgenomen, en dat zie je ook terug natuurlijk in de cijfers bij de ziekenhuisopnames. Je ziet het in de hele voorzichtige terugloop van het aantal mensen op de intensive care. Dus dat is op zichzelf een goede ontwikkeling. Maar tegelijkertijd is de druk op de gezondheidszorg nog steeds enorm. Als er op dit moment ongeveer 1200 mensen op de intensive care liggen, en dan ook met hulp van Duitsland, dan weet je dus dat dat meer is dan de oude intensive care überhaupt aan capaciteit had. Die had een capaciteit van 1100, 1150. En die is nu al meer dan die oude capaciteit voor auto-ongelukken, hartaanvallen, planbare operaties of iets van kanker, andere zaken. Die hele capaciteit is nu in gebruik voor corona, plus nog wat meer. Dus dat moet verder terug. De tweede kanttekening bij die redelijk positieve ontwikkeling van de cijfers is, is dat als je niet oppast, meteen weer een piek krijgt in de besmettingen. Dat is een enorm risico, dus als wij op een onverstandige manier zouden zeggen als samenleving: oké, het gaat iets beter, we gaan weer lekker de straat op en we trekken ons niets aan van de anderhalve meter, en we doen weer alles zoals we het vroeger deden, dan weet je een ding zeker: dat er op een gegeven moment weer duizenden mensen op de ic’s liggen. Het heeft enorme gevolgen. Dat betekent ook dat ouderen en kwetsbare mensen nog veel meer risico lopen hierdoor geraakt te worden. Dus daarom moeten we dit zo voorzichtig en verstandig en stap voor stap doen. En dat zie je in heel Europa nu, dat alle landen bezig zijn heel goed na te denken: hoe doen we dat heel precies?
BOS
Maar moeten we ons dan net als België en Duitsland ons opmaken voor een verlenging?
RUTTE
We kijken volgende week. Kijk, we hebben allemaal onze eigenlijk precieze nationale invulling van de maatregelen. Onze invulling lijkt heel vergaand op wat Duitsland doet bijvoorbeeld. En België gaat op onderdelen weer iets verder. Oostenrijk ging iets verder en heeft een paar dingen nu teruggedraaid die wij al niet deden, dus het is lastig om dat precies te vergelijken. Wat je hoopt is dat je per 28 april, dat hopen we dan volgende week aan te kondigen, op een paar onderdelen iets kunt verruimen. Maar nogmaals, ik moet ook waarschuwen: het kan ook zo zijn, als de cijfers zich niet goed ontwikkelen, dat je juist het hele pakket nog verder moet verlengen. Maar er is ook een kans dat je op onderdelen iets kunt verruimen, dat zullen beperkte versoepelingen zijn. Echt beperkte versoepelingen, waarbij je er voor moet zorgen dat al die drie ankerpunten. Kan de zorg dat aan? Kun je in de gaten houden of je contactonderzoek en bronnenonderzoek hoe het zich nou precies ontwikkelt? En de bescherming van onze ouderen, dat je al die dingen kunt blijven doen.
BOS
Toch nog even een korte vraag voor meneer De Jonge. Die apps, ik hoorde u daar net al over, u wilt volgende week een voorstel doen. Wanneer moet die operationeel zijn? Wanneer kunnen mensen die hem op de telefoon zetten? En koppelt u die app ook aan een versoepeling van de maatregelen?
DE JONGE
Stap voor stap. Wat we vorige week uit het OMT-advies hebben geleerd, het advies van het Outbreak Management Team, is dat het van belang is om voor die volgende fase een aantal ankerpunten te hanteren en goed zich houden op en inzicht hebben in de manier waarop het virus zich verspreidt is heel erg belangrijk. Wat normaal altijd geldt bij infectieziektebestrijding is bron- en contactonderzoek van de GGD, en we hebben gezien bij dit aantal besmettingen is dat gewoon niet meer goed te doen. En dat betekent dat we daar technische ondersteuning bij nodig hebben en daar gaan die apps over. De uitnodiging, de oproep is gedaan om zoveel als mogelijk met ons mee te denken. Volgens mij zijn er meer dan 750 voorstellen ingediend gisteren om 12.00 uur. Die voorstellen worden nu allemaal geselecteerd op bruikbaarheid, sluiten ze aan bij alle eisen die we hebben gesteld op het punt van privacy bijvoorbeeld, op het punt van veiligheid, op het punt van daadwerkelijke toepasbaarheid in die GGD-praktijk. Dat wordt allemaal teruggebracht en de komende dagen zitten we met een grote groep experts op het terrein van infectieziektebestrijding, op het terrein van IT allemaal om tafel, op het terrein van privacy, op het terrein van veiligheid om tafel om te kijken: welke selectie van apps moeten we nou maken die de toets der kritiek kunnen doorstaan? En vervolgens wordt dat in een proces gebracht waarbij we eigenlijk ook de samenleving uitnodigen om mee te denken. Komend weekend, zaterdag en zondag, vindt dat plaats, om mee te denken en eigenlijk de voorstellen zoals die worden gepresenteerd door die geselecteerde partijen, om die met elkaar te toetsen. Door zowel experts als ieder ander die wil meedenken over die app. Dat vindt komend weekend plaats. Dan moet het volgende week tot een daadwerkelijke selectie komen. Maar ja, alles is afhankelijk natuurlijk van de mate van bruikbaarheid. Dus als u mij vraagt: maar wanneer gaat het dan in? Dan kan ik daar op dit moment geen antwoord op geven, maar hoop ik daar volgende week wel een heel precies antwoord op te geven. Is het strikt genomen helemaal voorwaardelijk voordat je überhaupt een stap kunt zetten? Nou, zicht op de ontwikkeling van de mate van verspreiding, daar moet je echt wel beter zicht op hebben. Dat hebben we natuurlijk op verschillende manieren. Bron- en contactonderzoek, daarvan zegt het OMT, dat moet je echt weer gaan herintroduceren wil je in die volgende fase veel preciezer kunnen zijn bij de toepasbaarheid van de maatregelen. Dus strikt genomen is het geen voorwaarde, maar het is wel heel goed om in die volgende fase dat bron- en contactonderzoek weer in ere te herstellen. Dat gaan we op deze manier proberen te doen. En wanneer zo’n app operationeel kan zijn, dat kan ik volgende week verstellen.
VAN DE ZILVER (RTL NIEUWS)
In Duitsland en in België is eigenlijk vandaag gezegd: voor ons is een wezenlijk onderdeel van een exit strategie toch het advies aan mensen om mondkapjes te dragen op het moment dat er niet perse 1,5 meter afstand genomen kan worden. Waarom wordt dat advies in Nederland nog steeds niet gegeven?
DE JONGE
Dat zou eigenlijk een vraag zijn aan het OMT, aan het RIVM. Wij volgen altijd de adviezen van onze experts en de experts hebben ons dit niet geadviseerd.
VAN DE ZILVER
Maar ik bedoel meer het advies van u aan de bevolking?
DE JONGE
Ja, en daarbij baseren wij ons op het advies van experts en die hebben dat advies niet gegeven. Sterker nog, in deze periode van schaarste is het denk ik ook niet verstandig om dat te doen. Dat zou namelijk betekenen dat je spullen die eigenlijk in de zorg veel harder nodig zijn, dat je die op een andere manier gaat gebruiken en daarbij is er minder over voor de zorg. Dus het lijkt mij niet alleen niet nodig, maar het lijkt me ook onverstandig om die stap te zetten. En wij baseren ons daarbij op het advies van het OMT.
VAN DE ZILVER
Maar in België zeggen ze: wij kunnen de hele bevolking gaan voorzien van mondmaskers. Waarom kan hier dat dan niet?
DE JONGE
Ja, dat kan ik niet overzien hoe dat in België zit, maar wat ik wel weet: in Nederland is er schaarste. Overigens, wereldwijs is er schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat is echt geen exclusief Nederlandse situatie. Wat wij willen is dat met name de mensen in de zorg die die mondkapjes ook heel hard nodig hebben, dat die met name gebruik kunnen maken van mondkapjes. Dus daarbij hebben we ons laten adviseren door het RIVM in welke situatie, in welke zorghandeling heb je welk type bescherming nou eigenlijk nodig? Daar varen we op. Daar varen ook onze zorginstellingen op. Dus iedereen die zegt: daar bovenop zou je toch ook nog wel allemaal op straat, of daar bovenop ga ik in de zorg nog meer persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, nee, hou je nou alsjeblieft aan de richtlijn, we hebben namelijk een periode van schaarste. Dus we moeten het allemaal zo eerlijk mogelijk verdelen. En wat de een te veel gebruikt, heeft de ander dus te weinig. En daarom moeten we denk ik met name even om onze mensen in de zorg heen gaan staan. Daar zijn ze het hardste nodig, en niet op straat.
VAN DE ZILVER
Daarop aansluitend, onderzoekers van Havard hebben eigenlijk in het blad Science gezegd: het kan goed zijn dat wij tot 2022 nog te maken krijgen met beperkende maatregelen en meer thuiswerken.
RUTTE
Laten we nou het stap voor stap doen. We moeten eerst nu zorgen dat we in een fase komen dat in de ziekenhuizen het weer enigszins beheersbaar wordt. Er is verschrikkelijk hard gewerkt, maar ziekenhuizen, de meeste ziekenhuizen zijn helemaal bezig, ziekenhuizen met corona. En dat betekent, wat Hugo net zei, Hugo de Jonge, ook net zei dat operaties die je kunt plannen heel vaak niet kunnen plaatsvinden. Dat heeft ook gezondheidszorgeneffect, dus dat moet je eerst een beetje onder controle krijgen en vervolgens als dat nou allemaal een beetje beter gaat, die zorg kan dat aan, en je kunt dat bron- en contactonderzoek op enige wijze goed vormgegeven. Je kunt er ook voor zorgen dat je die bescherming biedt, dan laat dat ruimte voor wat versoepelingen, maar ook dat zullen we steeds moeten monitoren. We zullen steeds moeten kijken: wat zijn de effecten daarvan? In die zin varen we op zicht. We hebben geen kompas waar precies op staat, het is een nieuw virus, er is nog geen vaccin voor, het heeft in een aantal gevallen vergaande gezondheidsgevolgen, tot met de dood aan toe, dus dat betekent dat we dat heel zorgvuldig moeten doen. Maar het is niet te voorspellen hoe dat precies gaat lopen. Ik kan wel één ding voorspellen: de normale samenleving zoals we die hadden, die zie ik op korte termijn ook niet terugkeren. Het zal echt stapje voor stapje zijn. Dat is het nieuwe normaal.
NIJS (HART VAN NEDERLAND)
Meneer De Jonge, is omdat België en Duitsland nu dus wel hebben besloten om die mondkapjes te adviseren, is dat misschien wel reden voor u om wel aan het OMT te vragen of dat toch nog iets zou kunnen zijn om wel te overwegen om ook te adviseren aan onze Nederlanders?
DE JONGE
Nee, het OMT doet zelf advies aan het kabinet. We kunnen ook inderdaad een aantal vragen neerleggen, maar het OMT besluit hier zelf over dit wel of niet te adviseren. Wat ik al toelichtte is dat de mondkapjes in de zorg gewoon het hardste nodig zijn en laten we nou zorgen dat we niet datgene wat in de zorg zo hard nodig is, voor onszelf willen hebben of voor ja, toch een situatie van ook schijnzekerheid gebruiken. Het is niet nodig zegt het OMT. En terwijl die kapjes wel nodig zijn in de zorg, dus laten we dat nou niet doen. En wij volgen gewoon het advies van de experts.
NIJS
Het heeft dus niets te maken met de schaarste?
DE JONGE
Nee, wij volgen het advies van de experts. En overigens adviseren experts natuurlijk gegeven de schaarste, natuurlijk is dat zo. Maar de vraag: is het nodig op straat? Daarop is het antwoord eerder al geweest van het OMT: nee, het is niet nodig. Is het wenselijk om het nu te doen? Daarvan zeg ik zelf: nou, in een periode van schaarste lijkt het me niet wenselijk om dat te doen, omdat we namelijk die spullen, die beschermingsmiddelen, alsjeblieft voor de zorg moeten bewaren, want daar zijn ze het hardste nodig.
VRAAG
Meneer De Jonge, vraag voor u: de testcapaciteit zou nu halverwege april 17.500 zijn. Gisteren was het 4000 volgens het RIVM. Hoe komt het dat er zo weinig wordt getest dan?
DE JONGE
Nee, de testcapaciteit, dus de opstelling zeg maar van het aantal laboratoria dat is inmiddels 45 laboratoria groot. Dat kan 17.500 tests aan. Opschaling tot 29.000 tests. Vervolgens is er testcapaciteit nodig. Ook dat is ingeregeld, via de GGD-en bijvoorbeeld is er heel veel testcapaciteit bij gekomen. Dus kan die afname heel sterk groeien en wat vervolgens de bottleneck is: zijn er voldoende spullen die nodig zijn voor om al die machines te laten draaien in al die laboratoria om te zorgen dat al die laboratoria ook gewoon die overuren kunnen blijven draaien, om het zo maar te zeggen. Dat laatste is het ingewikkeldst om dat op een goede manier te doen. We zijn alle dagen bezig met de inkoop daarvan. We zijn alle dagen bezig ook daar met eigen productie daarvan, van al die tekort [onverstaanbaar, red], maar u moet zich voorstellen dat in al die laboratoria, die 45 laboratoria, van verschillende merken, verschillende machines, worden gebruikt, die ook weer verschillende supplies nodig hebben. En we proberen al die supplies inderdaad daar in te voorzien, om te zorgen dat we de maximale capaciteit zoals we die nu hebben zo goed als mogelijk kunnen benutten. Het aantal tests wat per dag wordt opgenomen dat zie je heel erg toenemen de afgelopen tijd, dat is ook logisch, omdat medewerkers in de zorg natuurlijk nu met klachten worden getest. Dus het aantal tests neemt toe. Het laatste getal wat ik daar over heb gehoord is 6000 per dag, ongeveer. Maar we hopen dat het de komende tijd ook nog toeneemt. Nogmaals, we hebben de testcapaciteit tot aan 17.500. We hebben ook de afnamecapaciteit om die te doen. De bottleneck is met name de supplies om al die machines in die laboratoria te laten draaien en daar werken we volop aan om te zorgen dat we die toegenomen capaciteit daadwerkelijk kunnen benutten.
VRAAG
Want is het nou wel zo dat alle zorgmedewerkers kunnen worden getest? Want wij begrijpen van zorgorganisaties dat dat lang nog niet altijd het geval is?
DE JONGE
Die instructies is nog niet altijd overal geland en ook de weg om snel getest te kunnen worden, ook die werkt nog niet overal even soepel. Die signalen bereiken mij ook. Waar het om gaat is de testcapaciteit staat klaar. De afnamecapaciteit is geregeld bij de GGD. In de bevoorrading voor die laboratoria daarin wordt voorzien. Daar werken we heel hard aan. En medewerkers met klachten in de zorg die moeten gewoon getest kunnen worden, dus daar waar dat nog stroef gaat, let us know, dan helpen we om te zorgen dat dat soepel gaat. Maar het moet gewoon kunnen.
DE TELEGRAAF
De heer De jonge, ik wou nog een vraag stellen over die schaarste waar u zojuist over sprak. De schaarste aan beschermingsmiddelen. Nu stond er onlangs een interview in NRC met Jos de Blok, directeur van Buurtzorg Nederland en hij zei eigenlijk dat tekort niet zo goed te begrijpen. Hij zei van: ja, wij hebben genoeg beschermingsmiddelen en deelt ze ook uit aan andere thuiszorgorganisaties. Allereerst: wat is uw oordeel over zijn uitspraken? Deze meneer schijnt ook zijn hulp te hebben aangeboden, van: ja, wij hebben onze eigenlijk internationale kanalen, dus waar wij kunnen helpen, doen we dat graag. Wat is daarmee gebeurd met dat aanbod?
VRAAG
Nou dat laatste, dat zit net een beetje anders in elkaar. Maar er is inderdaad een initiatief naast het landelijk inkoopcentrum waarmee we samenwerken en zo goed als mogelijk juist die samenwerking met dat landelijk inkoopcentrum voor mekaar zien te krijgen, dus dat is een. Twee is, kijk ik heb Jos de Blok ook nog iets anders horen zeggen, namelijk: wij zien eigenlijk de RIVM-richtlijn zien wij als minimumrichtlijn, en eigenlijk daar bovenop willen we sowieso in alle situaties willen we gewoon maximale beschermingsmaterialen kunnen gebruiken. En daarvan zeg ik: ik vraag me af of dat verstandig is. Die RIVM-richtlijn die is gemaakt op basis van de inhoud. Waar is bescherming nodig? Bij welke zorghandeling is bescherming nodig? Dat is bewust gedaan om te kijken naar: wat is nou gepast gebruik van die beschermingsmiddelen? We weten namelijk dat er wereldwijd een schaarste is en ook al hebben we inmiddels ik denk wel 150 miljoen aan mondkapjes in bestelling staan, het is altijd nog een enorme struggle om te zorgen dat ze vanuit de bestelling, ze moeten namelijk eerst geproduceerd worden, vervolgens op een vliegtuig gezet worden, vervolgens in Nederland getest worden of ze eigenlijk wel voldoen aan onze normen, dus het is een enorme struggle om die spullen te krijgen. Dus waar ik aan hecht is aan die richtlijn voor gepast gebruik van het RIVM en ik zou denken: laten we ons nou allemaal aan die richtlijn houden, want als je materiaal gebruikt, beschermingsmateriaal gebruikt, waarvan het RIVM zegt: het is eigenlijk niet nodig. En je doet dat in een periode van schaarste, dan is het misschien ook wel niet wenselijk om dat te doen, omdat datgene wat jij daar aan op maakt, dat kan door een ander niet worden gebruikt. Kortom, we hebben met elkaar gewoon de schaarste zo eerlijk mogelijk te verdelen. En ik denk dat het heel goed is om daarbij gewoon te varen op het advies van onze experts, op het advies van het RIVM.
DE TELEGRAAF
Deze man zegt juist de schaarste niet zo te begrijpen. Hij heeft genoeg en dat komt omdat hij goed heeft gehandeld.
DE JONGE
Het zit echt een beetje anders in elkaar. Ik zou zeggen: bel een paar van je collega’s. Die schaarste is er. Die schaarste is er overigens wereldwijd. Dus die schaarste is er werkelijk over de hele wereld. En ieder voor zich, zo werkt het echt niet. Wat we moeten doen is juist samen optrekken. Wat we moeten doen is ons juist samen aan de richtlijnen houden zoals die door onze experts zijn opgesteld. Ons samen ook houden aan de verdeling zoals we die met elkaar hebben afgesproken, namelijk: voor welk type zorghandeling heb je materiaal nodig? Kijk, voorheen was de oriëntatie met name op de acute zorg gericht, was ook logisch, want daar waren toen de patiënten het meest te vinden, maar we zien dat de patiënten inmiddels zeker zoveel te vinden zijn juist in de niet acute zorg, de langdurige zorg, de verpleeghuiszorg, wijkverpleging. En dus is het verdeelmodel is aangepast. Er wordt ongelooflijk hard gewerkt met man en macht om te zorgen dat we zoveel mogelijk spullen naar Nederland halen, om zoveel mogelijk eigen productie ook op te starten en zoveel mogelijk spullen ook weer her te gebruiken. Dat is allemaal bedoeld om in die schaarste te voorzien en ondertussen hebben we in die schaarste zo eerlijk mogelijk de boel te verdelen.
BOVEN (BNR)
Meneer De Jonge, nog even over de apps. U heeft het tot nu toe eigenlijk steeds gehad over twee apps. De apps waarmee je thuis rapporteert en de apps waarmee je dus in beeld brengt of je contact hebt gelegd met iemand met een coronasmetting. Maar in uw tender van afgelopen weekend wordt nog een derde categorie beschreven, namelijk: de apps die kunnen bijdragen aan de transitiestrategie. Dus ik vroeg me af: kunt u mij uitleggen aan wat voor soort apps u daar denkt?
DE JONGE
Nou, kijk wat we in ieder geval doen is deze twee apps, omdat die namelijk het dichtst in de buurt komen van het bron- en contactonderzoek van de GGD. Bij alle vormen van infectieziektebestrijding is dat cruciaal, dat je weet als iemand besmet is, dat je weet met wie die in contact is geweest in de periode dat die besmettelijk was. Daar gaat die app over. En vervolgens zou je normaal vanuit de GGD een brief sturen, en nu, is een brief sturen, is een digitale operatie natuurlijk en krijg je gewoon een signaal: zorg dat je jezelf in de gaten houdt, dat je jezelf monitort. Die tweede app gaat dus over contacthouden met de dokter over de klachten die je mogelijkerwijs ontwikkelt. Dat is eigenlijk in a nutshell is dat de werkwijze van de, de normale werkwijze, eigenlijk van de GGD. Maar we hebben gezegd: digitale oplossingen kunnen natuurlijk sowieso helpen bij de transitiestrategie. Dus we hebben de open uitnodiging ook willen doen van: denk met ons mee. Dus in die grote stapel van 750 ruim ideeën daar zitten natuurlijk meer voorbeelden in van mogelijkheden die we zouden kunnen gebruiken. We zijn met name opzoek naar die mogelijkheden die dat werk van de GGD zo goed als mogelijk ondersteunen, daar gaat ook de zoektocht en de selectie over de komende dagen, tot over het weekend heen. Maar je moet altijd willen rekenen op een mogelijke bijvangst en daar kwam die extra uitnodiging vandaan.
BOVEN
Ik ben toch wel benieuwd of u daar iets meer over kunt zeggen, want we hebben vanochtend bij BNR er eentje behandeld, en dat ging over een bedrijf die had een techniek ontwikkeld om bijvoorbeeld bij openbare gebouwen of bij cafés of restaurants dus een mogelijkheid te geven om te checken of mensen besmet zijn, milde klachten hebben of misschien post-corona zijn en dus immuun zijn, en op die manier dus toegang tot gebouwen te kunnen organiseren of te weigeren. Zijn dat soort apps dan ook de apps waar u dan aan denkt die een rol kunnen spelen in de transitiestrategie?
DE JONGE
Allereerst de bekentenis dat ik vanmorgen niet naar BNR heb geluisterd, wat jammer is natuurlijk, maar nee, dat lijkt me niet als ik het zo hoor, zo hardop hoor, dan lijkt het me dat niet een app die we graag aan de serie toevoegen. Maar ik vind wel dat je ook moet willen staan voor allerlei digitale oplossingen die ons kunnen helpen ook in de volgende fase. De zoektocht gaat over die twee apps zoals ik die noem. En de selectie voor de komende week ook.
VRAAG
Die test dit weekend, wordt een publieke test? Hoe moet ik me dat voorstellen?
DE JONGE
Ja, dus de selectie loopt in een aantal stappen. We hebben die grote doos met 750 voorstellen, die wordt snel teruggebracht tot een selectie van: welke voldoet wel en niet aan de criteria, er is een lange lijst van criteria opgesteld op het gebied van infectieziektebestrijding, op het gebied van veiligheid, op het gebied van privacy. En daar wordt langs die lijst met criteria wordt die enorme stapel gelegd. Vervolgens komt daar een eerste selectie uit, die wordt voorgelegd aan een aantal kringen met experts van binnen de Rijksoverheid, van allerlei diensten, maar ook van buiten de Rijksoverheid. Ook van een aantal critici die zich heeft gemeld in de afgelopen week. Want natuurlijk wordt er ruimhartig meegedacht, om het zo maar eens te zeggen, en dat is ook goed. En het is ook heel goed om dat allemaal kritisch te volgen. Nou en we willen dat kritisch volgen eigenlijk verder enthousiasmeren door te zeggen: dan hebben we dat straks met die experts teruggebracht tot een selectie van vijf, ongeveer vijf zeg ik. Dan gaan we aan hen vragen om zich ook publiek te presenteren. Zodat niet alleen die experts kunnen meekijken, maar ook iedereen over de schouder heen kan kijken van die experts, mee kan denken met: zou je dit niet zus, zou je dat niet zo. Om dan vervolgens de daadwerkelijke selectie begin volgende week plaats te doen vinden, zodat als wij hier volgende week staan, dat wij u meer kunnen vertellen over het type app wat we hebben geselecteerd. Maar ook op welke manier en op welke termijn we die willen gaan gebruiken.
VRAAG (FD)
Ik had ook nog een vraag over de apps inderdaad. U had het eerder over apps in het buitenland waar Nederland naar keek. Waarom is niet gekozen om daarmee aan te haken. Bijvoorbeeld bij NHSX, die iets op basis van bluetooth ontwikkelt. En die pan-Europese app. De KPN-topman zei bijvoorbeeld vandaag dat hij het bevreemdend vond dat wij opnieuw het wiel moesten uitvinden.
DE JONGE
O, dat heb ik ook al niet gelezen. Ik heb en BNR niet geluisterd en ik heb het Financieele Dagblad niet gelezen. Ook excuus daarvoor. Maar nee kijk, we bieden daarmee juist een brede mogelijkheid om mee te denken. En ja, ik heb contact gehad met mijn collega uit het VK. En we hebben over die app gesproken en dat is inderdaad een hele kansrijke gedachte, dat vind ik een heel mooi initiatief. Dat doet ook mee overigens in het grote geheel. Dat is een van de apps die betrokken is. overigens zijn er nog meer apps ook van andere landen, begrijp ik, die ook meedoen, meedingen. Dus dat zal een van de initiatieven zijn.
VRAAG
[Onverstaanbaar]
DE JONGE
Ja, ja. Dus het is gewoon een van de initiatieven die betrokken is. Alleen je moet niet op voorhand andere mogelijkheden uit willen sluiten. Dus dat is de reden dat we juist een brede oproep hebben gedaan aan de samenleving, nationaal, maar ook internationaal, om juist met ons mee te denken. En zo willen we de selectie terugbrengen tot datgene wat ons het beste helpt om dat normale GGD-werk weer op te kunnen pakken. In een situatie waarin we veel meer besmettingen hebben dan normaal, maar wel juist weer dat bron- en contactonderzoek te doen.
VRAAG
En de critici die u nu meeneemt in dat hele onderzoek, betekent dat dat een hoorzitting in de Kamer niet meer nodig is?
DE JONGE
Ja maar daar gaat de Kamer natuurlijk over. Dus dat moet de Kamer zelf bepalen. Wat wij hebben gedaan vorige week is ons voorstel in de brief gezet, die is onderdeel geweest van het debat. En we hebben in dat debat ook een motie aangenomen zien worden. En die motie voeren we nu ook uit. Vervolgens vanavond, vannacht, morgenochtend heel vroeg, krijgt de Kamer weer een brief. Want zo doen we dat elke week. En morgen hebben we weer een debat met de Kamer. En de Kamer kan altijd een hoorzitting organiseren, dat staat de Kamer natuurlijk niet in de weg. En wat wij doen is zoveel als mogelijk... Kijk critici, in dit geval heb je op een zeker moment heel veel critici. En het mooie daarvan is dat je daarvan ook heel veel kunt leren, dat die critici heel goed meedenken. En ik snap natuurlijk dat er zorgen zijn over de privacy. En het eerste wat ik daar tegen de mensen die zich zorgen maken zou willen zeggen is: kijk nou naar het gewone werk van de GGD, dat gewone werk van de GGD, daar ga je op basis van een besmetting, gaat een mevrouw van de GGD of een meneer van de GGD wie je allemaal bent tegengekomen de afgelopen paar weken. Dat is het normale bron- en contactonderzoek. Dat vervang je eigenlijk door een digitaal werkproces, waarbij juist helemaal geanonimiseerd datzelfde proces plaatsvindt, dus ik zou zeggen: misschien is het qua privacy nog wel ’s een tandje strakker en strikter georganiseerd dan het reguliere bron- en contactonderzoek, wat we al jaren doen. Het tweede wat ik zou willen zeggen is: privacy is gewoon het uitgangspunt. Als we die niet doen met vertrouwen van de samenleving gaat het sowieso niet lukken, en daarom zijn we er ook zo opgebrand om juist ook critici mee te laten kijken, mee te laten denken in het proces. Hun randvoorwaarden ook te willen formuleren om te zorgen dat we dit op zo’n manier doen dat de samenleving daar ook echt vertrouwen in heeft. Dit gaat pas werken als er veel mensen gebruik van maken en dat kan echt alleen maar als de samenleving hier vertrouwen in heeft, dus dat is onze opdracht.
VRAAG
Meneer Rutte, krijgen we dinsdag ook te horen wat er gaat gebeuren met die deadline van 1 juni voor evenementen?
RUTTE
Dat zou kunnen, dat weet ik niet zeker, op zich loopt die tot 1 juni, en we hebben natuurlijk gezegd: we gaan in de week voor 28 april een besluit nemen over het pakket wat nu loopt tot 28 april, dus dat gaan we sowieso doen, dus ik kan dat nog niet overzien.