Vaststelling NOW: Veel gestelde vragen

Wat gebeurt er? 

De werkgever kijkt naar de meetperiode (bijvoorbeeld oktober tot en met december 2020 voor de NOW3.1). Voor de berekening van de omzetdaling vergelijkt de werkgever de omzet over oktober tot en met december 2020 met de omzet over oktober tot en met december 2019.  Dat is niet toegestaan. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

De omzet in deze periode dient afgezet te worden tegen de omzet in de referentieperiode. Voor de NOW 3.1 moet de werkgever de omzet over heel 2019 delen door 4. Dit bedrag vergelijkt de werkgever met de omzet over de maanden oktober tot en met december 2020. 

Wat gebeurt er?

Werkgevers vergeten bij de berekening van de omzetdaling de omzet over januari 2021 óók mee te rekenen als er is gekozen voor de meetperiode november 2020, december 2020 en januari 2021. In de praktijk ziet UWV dat de omzet van januari 2021 niet altijd wordt meegenomen in de berekening. 

Hoe voorkomen werkgevers dit?

Als voor de NOW3.1 de meetperiode november 2020, december 2020 en januari 2021 is gekozen, dan moet ook de omzet van alle drie deze maanden worden meegerekend in de berekening van de omzetdaling in die periode.

De omzet in deze periode dient afgezet te worden tegen de omzet in de referentieperiode. Voor de NOW 3.1 moet de werkgever de omzet over heel 2019 delen door 4. Dit bedrag vergelijkt de werkgever met de omzet over de maanden november 2020, december 2020 en januari 2021. 

Let op: bij een startende onderneming, overnames en afstotingen kan de referentieperiode afwijken.

Wat gebeurt er? 

De NOW2 en de NOW5 hebben afwijkende meetperiodes. De NOW2 heeft een meetperiode van 4 maanden. De NOW5 heeft een meetperiode van 2 maanden. Veel werkgevers gebruiken voor de berekening van de omzetdaling bij de NOW2 en de NOW5 een periode van 3 maanden. Dat blijkt regelmatig bij de controle van de vaststelling. Het UWV past de berekening aan door de juiste meetperiodes te gebruiken. Hierdoor kan het voorkomen dat de omzetdaling bijvoorbeeld minder dan 20% is. In dat geval moet de werkgever het volledige voorschot terugbetalen. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

De meeste NOW-regelingen gaan over een periode van drie maanden. Uitgezonderd zijn de NOW-2 (vier maanden) en NOW-5 (2 maanden). Houd hier rekening mee bij het indienen van de vaststelling.

Wat gebeurt er? 

Werkgevers vergeten dat de TOGS of TVL meetellen voor de berekening van de omzet voor de NOW1 en NOW2. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Bij de NOW1 en NOW2 tellen subsidies als de TOGS en TVL mee voor de berekening van de omzet. Vanaf de NOW3 hoeven werkgevers de TVL niet meer mee te tellen bij de omzet.

Wat gebeurt er? 

Werkgevers rekenen subsidies niet toe aan de juiste periode. Dit komt vooral bij non-profit organisaties voor. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Reken subsidies die over een langere periode gaan ook toe aan de verschillende NOW-periodes. 

Voorbeeld: Een museum ontvangt in het eerste kwartaal van een jaar een subsidie. De subsidie heeft betrekking op het hele jaar. Voor elke periode van de NOW moet de werkgever een deel van de subsidie aan die periode toerekenen.
Zie hiervoor bijvoorbeeld artikel 6 lid 6 van de NOW1-regeling.  

Wat gebeurt er? 

Werkgevers rekenen verzonden jaarfacturen toe aan de omzet van de maand waarin de factuur aan hen betaald wordt. 

Voorbeeld: Een werkgever werkt met jaarabonnementen. De jaarabonnementen gelden voor een heel kalenderjaar. Bestaande klanten betalen het abonnement in januari. Nieuwe klanten betalen naar rato van het kalenderjaar. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Reken facturen van jaarabonnementen voor 1/12e deel aan elke maand toe, van de periode waarop het jaarabonnement betrekking heeft.  

Wat gebeurt er? 

Binnen een groep van bedrijven houden individuele onderdelen geen rekening met aanvragen van andere onderdelen binnen de groep. Als een aanvrager onderdeel is van een groep, gelden zwaardere eisen bij de aanvraag.

Er is alsnog een verklaring van een deskundige derde nodig bij:

• een totaal voorschot binnen de groep van meer dan € 20.000; of
• een totaal verwachte subsidie van meer dan € 25.000 (bij NOW1 en NOW2); of
• een totaal verwachte subsidie van meer dan € 40.000 (bij NOW3 en NOW4). 

Of er is alsnog een accountantsverklaring nodig bij:

• een totaal voorschot binnen de groep van meer dan € 100.000; of
• een totaal verwachte subsidie van meer dan € 125.000 (bij NOW 1 en NOW2); of
• een totaal verwachte subsidie van meer dan € 125.000 (bij NOW3 en NOW4). 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Ga na of andere onderdelen binnen de groep ook een aanvraag voor de NOW hebben ingediend. Bereken in dat geval het totaal van de ontvangen voorschotten en het totaal van de verwachte definitieve subsidie. Dan blijkt of bij de aanvraag van vaststelling een verklaring van een deskundige derde of een accountantsverklaring nodig is. 

Wat gebeurt er? 

De werkgever geeft aan dat deze geen onderdeel is van een groep. Later blijkt dat dit wel het geval is. 

Voorbeeld: Er is een groep van 3 B.V.’s. Voor één B.V. wordt NOW aangevraagd. Voor die B.V. wordt de omzetdaling berekend.

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Voor de aanvraag van de NOW gaat het om de omzetdaling voor de gehele groep. 

Wanneer de NOW-groep als geheel meer dan 20% omzetdaling heeft, krijgen de werkgevers binnen de groep die op hun loonheffingennummer een aanvraag heeft ingediend NOW op basis van het omzetdalingspercentage van de hele NOW groep.

Wanneer de NOW-groep als geheel minder dan 20% omzetdaling heeft, maar de aanvragende werkgever heeft meer dan 20% omzetdaling, dan kan er op werkmaatschappijniveau een aanvraag worden gedaan (NOW 5 artikel 7). Er gelden dan wel extra voorwaarden, waaronder een verplichte accountantsverklaring met een beperkte of redelijke mate van zekerheid.

Wat gebeurt er? 

Bij de aanvraag voor de NOW moeten werkgevers de omzet tussen onderdelen van de groep uit de omzetcijfers halen. Dat is geen omzet voor de NOW. Dat gebeurt niet altijd. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

Ga na of bij de aanvraag rekening is gehouden met de intercompany-omzet of niet. En pas eventueel de aanvraag aan. 

Wat gebeurt er? 

Onderdelen van een groep gebruiken verschillende percentages voor de  omzetdaling of verschillende meetperiodes. Dat is niet toegestaan. 

Hoe voorkomen werkgevers dit? 

De NOW gaat uit van solidariteit binnen de groep. De aanvragers gebruiken voor het berekenden van de totale omzet van de groep dezelfde referentieperiode en meetperiode. Dat levert een percentage omzetdaling op dat voor alle onderdelen gelijk is. 
Er is een uitzondering voor de werkmaatschappijregeling. Er gelden aanvullende regels voor werkgevers die van deze regeling gebruik willen maken. Bijvoorbeeld de verplichting om een accountantsverklaring mee te sturen. Overleg dan ook met uw accountant over de specifieke voorwaarden voor de werkmaatschappijregeling.

Er zijn verschillende FAQ’s beschikbaar:

• NOW1 op Rijksoverheid.nl;
• NOW2 op Rijksoverheid.nl.