Financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten verlengd
Het financieel toezicht voor Curaçao en Sint Maarten, zoals geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), wordt verlengd. Op 4 oktober heeft de Rijksministerraad dit besloten op basis van het advies van de Rft-evaluatiecommissie 2024 over de periode 2021-2023. Staatssecretaris Szabó stuurt hiervoor vandaag een brief en het rapport van de evaluatiecommissie naar de Eerste en Tweede Kamer.
De evaluatiecommissie, bestaande uit onafhankelijke deskundigen uit Curaçao, Sint Maarten en Nederland, concludeert in haar rapport dat de twee landen nog niet structureel voldoen aan de begrotingsnormen uit de Rft. De commissie stelt dat de covidpandemie in belangrijke mate hieraan heeft bijgedragen. Ondanks herstel van de economie na de covidpandemie, acht de commissie het beëindigen van het toezicht op dit moment niet mogelijk. Het toezicht blijft dus van kracht. Een volgende evaluatie vindt uiterlijk in 2027 plaats.
De commissie doet drie belangrijke aanbevelingen: ontwikkeling van een toetsingskader, beter benutten van de wettelijke mogelijkheden binnen de Rft en het waarborgen van onafhankelijke instituties. Zo stelt de evaluatiecommissie dat het College financieel toezicht (Cft) en de landen gezamenlijk een kader moeten ontwikkelen waarmee objectief kan worden vastgesteld of aan de begrotingsnormen wordt voldaan. Verder wijst de commissie op de mogelijkheid voor landen om binnen de normen van de Rft, strategische investeringen te kunnen doen. Tot slot pleit de commissie voor het verder versterken van de basis van de overheidsfinanciën door het instellen van sterke, onafhankelijke instituties.
Staatssecretaris Szabó: “het doel van de wet is en blijft houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer. Dit is een belangrijke randvoorwaarde voor zelfredzaamheid van de landen. Ik werk graag gezamenlijk met de landen verder aan dit belangrijke traject.”
De landen Curaçao en Sint Maarten hebben aangegeven dat ze perspectief willen op een toekomst zonder toezicht. De Rijksministerraad heeft beide landen daarom uitgenodigd om, samen met het Cft en Nederland, te blijven werken aan houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer.
Het toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, waarbij het Cft een signalerende en adviserende rol heeft. De Rft trad in 2010 in werking en had een looptijd van vijf jaar. Het toezicht kan, na evaluatie, telkens met 3 jaar worden verlengd.