Strengere aanpak fraude met uitkering
Staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) scherpt de toegang tot de bijstand aan voor mensen met openstaande vorderingen en boetes wegens fraude in de sociale zekerheid. Zij kunnen nu nog in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering, ook wanneer zij aanmerkelijke bezittingen hebben in binnen- of buitenland. De wet zorgt er voor dat het bezit eerst verkocht moet worden of de schuld afgelost, voordat er sprake kan zijn van het verstrekken van een uitkering.
Gemeenten en de Sociale verzekeringsbank (SVB) waren binnen de huidige Participatiewet gedwongen om na het vaststellen van fraude in voorkomende gevallen direct (weer) een bijstandsuitkering te verstrekken. Dit komt omdat de ontstane terugvorderingen en boetes als schuld kunnen worden afgetrokken van het bezit. Hierdoor kon iemand die gefraudeerd had toch onder de vermogensgrens in de bijstand uitkomen en daardoor (opnieuw) recht hebben op een uitkering. Die vermogensgrens is ruim 6.000 euro voor een alleenstaande en bijna 12.500 euro voor een alleenstaande ouder en voor gehuwden.
Deze mensen hoefden niet eerst hun bezit te verkopen of de door fraude ontstane vorderingen af te lossen. Fraude was in deze gevallen dus lonend. Dit is niet uit te leggen tegenover alle anderen die de regels wel netjes naleven. Het tast bovendien het draagvlak en de solidariteit van ons sociale stelsel aan. En ontmoedigt uitkeringsinstanties om fraude op te sporen.
Staatssecretaris Tamara van Ark
Met de wetswijziging worden vorderingen en boetes wegens fraude binnen de gehele sociale zekerheid niet meer meegeteld als schuld bij de vermogenstoets. Hiermee wordt het onterecht verkregen voordeel bij fraude dus weggenomen. Van Ark: ‘Daarbij wordt van de persoon in kwestie verlangd dat hij of zij er alles aan doet om het bezit, zoals een antiekverzameling of een tweede huis, te verkopen. Is dit niet direct mogelijk bijvoorbeeld omdat verkoop langere tijd in beslag neemt, dan kan de gemeente de bijstandsuitkering verstrekken als lening die op een later moment wordt terugbetaald.’