Minister Schouten wil uitkering voor jongere met overleden ouders vereenvoudigen
Minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) wil kijken of ze de uitkering voor wezen makkelijker kan maken en kan vervangen door een eenvoudigere regeling. Hierdoor zou een bredere groep wezen aanspraak maken op een uitkering, zoals kinderen waarvan 1 ouder is overleden en die de andere ouder niet kennen. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer.
Het verliezen van een ouder of partner is een ingrijpende gebeurtenis en heeft grote emotionele gevolgen. Daarnaast heeft het vaak ook financiële gevolgen. Zo kan het van invloed zijn op de hoogte van toeslagen wanneer familieleden een wees opnemen in hun gezin. Nu krijgen wezen een uitkering via de Algemene nabestaandenwet, de zogeheten wezenuitkering. Maar hier zijn voorwaarden aan verbonden. Jongeren waarvan 1 ouder overlijdt, en die hun andere ouder niet kennen maar wel door hen bij de geboorte erkend zijn, kunnen geen aanspraak maken op de uitkering.
Minister Schouten gaat samen met staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kijken naar mogelijke vereenvoudigingen, bijvoorbeeld door de wezenuitkering te vervangen door een pleegvergoeding. Wezen, of gedeeltelijk wezen, hoeven daardoor aan minder regels te voldoen.
Minister Schouten: "Als je jong bent en je verliest je ouders, of 1 van je ouders, stort je wereld in. Je hebt te maken met veel verschillende emoties en bent kwetsbaar. Jongeren moeten de tijd krijgen om te rouwen en dit te verwerken. Maar als je je zorgen maakt om je financiële situatie dan is die tijd er niet. Uit gesprekken die ik heb gevoerd met deze jongeren hoor ik dat zij hier veel last van hebben. Door het vereenvoudigen van de wezenuitkering helpen we hen om hun leven weer zo goed mogelijk op de rit te krijgen."
De minister heeft verschillende gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van jongeren die zelf wees zijn over de problematiek waar zij mee te maken hebben. Volgend jaar verwacht zij de Tweede Kamer een nadere uitwerking te kunnen sturen van de plannen.