Zwerfafval op land en in zee (plasticsoep)

Zwerfafval bestaat voor een belangrijk deel uit kunststofafval. Kunststofafval in zee heet ook wel plasticsoep. De overheid wil de hoeveelheid zwerfafval verminderen.

Bronnen van zwerfvuil

Elk jaar wordt het zwerfafval op land en zwerfafval op stranden gemeten. Dit is een van de manieren om erachter te komen waar het afval uit bestaat en waar het vandaan komt. Ook wordt op deze manier gekeken of nieuwe maatregelen effect hebben.

Het zwerfafval op land bestaat vooral uit voedsel- en drankverpakkingen. Van het strandafval in Nederland komt 44% van de scheepvaart en visserij. 30% komt vooral door strandtoerisme. Van de andere 26% is de herkomst onbekend of niet duidelijk. Bijna 90% van het gevonden strandafval is kunststof. 

Risico’s zwerfafval

Zwerfafval ontsiert het straatbeeld en is voor veel mensen een grote ergernis. Daarnaast kan het op de volgende manieren een risico vormen voor de natuur, mensen en dieren:

  • Kunststof zwerfafval blijft lang in het milieu aanwezig. Dat komt doordat de natuur kunststoffen heel moeilijk afbreekt. Verder blijkt dat verontreinigende stoffen in het water zich in verhouding goed hechten aan kunststofafval.
  • Vogels, vissen en andere dieren kunnen verhongeren als zij kunststofafval inslikken. Dit gebeurt als de magen van de dieren verstopt raken door het afval.
  • Dieren kunnen verstrikt raken in grotere stukken afval en stikken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in losgeslagen netten.
  • Zwerfvuil kan visvangst verontreinigen. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom mag verontreinigde vis niet worden verkocht.
  • Het opruimen van zwerfafval is duur. De kosten die gemeenten, waterschappen en andere gebiedsbeheerders jaarlijks maken voor de aanpak van zwerfafval worden ingeschat op € 280 miljoen.

Maatregelen verminderen zwerfafval

De overheid neemt verschillende maatregelen om plastic en kunststof terug te dringen:

Mariene strategie zwerfafval

De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) verplicht landen een mariene strategie vast te stellen. Zwerfvuil wordt aangepakt door onder andere:

  • Een pakket maatregelen om zwerfafval te voorkomen
    Bijvoorbeeld het programma Schone Stranden. Of het programma Visserij voor een Schone Zee. En een afgifteplicht voor paraffine (een mengsel van onder andere aardolie) en andere niet-afbreekbare stollende ladingsresten.
  • Samenwerkingsverbanden opzetten binnen stroomgebieden
    Nederland werkt samen met andere landen om zwerfvuil in zee terug te dringen. Dit gebeurt via het OSPAR-verdrag.
  • Uitvoeren van de zwerfafval ophaalregeling.
  • Educatie en bewustwording op scholen.

Producenten gaan meebetalen aan opruimen zwerfafval

Vanaf 1 januari 2023 zijn verpakkingsproducten verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van hun verpakkingen die in het bedrijfsafval terechtkomen. Deze verantwoordelijkheid gold al voor huishoudelijk afval. Vanaf 5 januari 2023 zijn producenten van bepaalde kunststofproducten (bijvoorbeeld ballonnen, vochtige doekjes, tabaksproducten, tasjes en drinkbekers) ook verplicht mee te betalen aan het opruimen van zwerfafval. Ook worden deze producenten verplicht consumenten aan te sporen om zwerfafval te voorkomen. Met deze verplichting neemt de hoeveelheid (plastic) zwerfafval af. En worden de schadelijke effecten voor milieu en gezondheid beperkt. Meer informatie voor producenten van wegwerpplastic.

Resultaten verminderen zwerfafval

Er was in 2022 ruim een kwart minder zwerfafval op Nederlandse stranden te vinden dan in 2012. In de afgelopen 10 jaar gaat het om 27% minder dan in de 10 jaar daarvoor. Dat was een conclusie uit het rapport Goed op weg naar een gezonde Noordzee van Stichting de Noordzee. 

Microplastics

Een aparte categorie kunststofafval zijn de microplastics. Dit zijn hele kleine stukjes kunststof met een doorsnee van minder dan 5 millimeter. Microplastics ontstaan door de afbraak van grotere stukken plastic afval. Maar ook door slijtage van bijvoorbeeld autobanden, visnetten of kleding. Ook worden stukjes microplastics toegevoegd aan producten zoals tandpasta en scrubs. Deze producten kunnen via het afvalwater in het buitenwater terecht komen.

De kennis over de gevolgen van microplastic op het milieu en in de voedselketen is nog volop in ontwikkeling. Wel is duidelijk dat dieren microplastic opnemen, bijvoorbeeld via hun eten. Daarom lopen meerdere onderzoeken naar de bronnen van (micro)plastic, de verspreiding in het milieu, de gevolgen voor de voedselketen, en de gevolgen van microplastic voor de gezondheid van mensen en dieren.

Nationale aanpak microplastics

De kennis over microplastics is nog volop in ontwikkeling. Het is duidelijk dat microplastics in het milieu en in het menselijk lichaam terechtkomen. Daar horen ze niet thuis. Er is meer onderzoek nodig naar de precieze gevolgen van microplastics op mensen en ecosystemen.

De overheid vindt het belangrijk dat er methodes komen om de hoeveelheid microplastics in het milieu te kunnen meten. En om te kunnen vaststellen waar de microplastics vandaan komen. Dit geldt ook voor de monitoring van microplastics in het milieu. En daaraan verbonden toezicht en handhaving. Het kabinet investeert in deze kennisopbouw en monitoringsmethoden.

Zwerfafval is een belangrijke bron van microplastic. Maatregelen om zwerfafval terug te dringen zijn er dus ook om microplastic in het milieu te verminderen en te voorkomen. Naast zwerfafval zijn ook autobanden een grote bron van microplasticvervuiling in het milieu. Daarom informeert de overheid autobezitters over het belang van de juiste bandenspanning en het kiezen van de beste band. Hierdoor ontstaan er minder microplastics door de slijtage van autobanden.
 

Europese en wereldwijde aanpak terugdringen microplastic

De overheid zet zich in voor een Europees verbod op toevoeging van microplastics in cosmetica en schoonmaakmiddelen. En een ambitieuze Europese aanpak om te voorkomen dat microplastics via een andere weg in het milieu terechtkomen. Wereldwijd kijken mensen binnen de United Nations Environment Assembly 5.2 (UNEA) hoe ze kunnen samenwerken om (micro)plasticvervuiling te verminderen.