Gemeenten en GGD’en, zorgverzekeraars en VWS werken samen aan een gezond en actief leven voor iedereen. In het GALA-akkoord staat hoe in 2040 een gezonde generatie opgroeit in een gezonde leefomgeving met een sterk sociaal netwerk. En welke stappen gezet worden om dat te bereiken.
Iedereen moet dezelfde kansen krijgen om gezond op te groeien en te leven. Van de eerste 1000 dagen in het leven tot aan vitaal ouder worden. Voor kwetsbare groepen is een bijzondere aanpak nodig: ongelijk investeren voor meer gelijke kansen. De partners binnen het GALA werken samen aan de volgende doelen:
Bijvoorbeeld door elk kind een kansrijke start in het leven te geven (de eerste 1000 dagen zijn cruciaal). Gemeenten bekijken hoe ze gezondheidsachterstanden lokaal het best kunnen tegengaan. VWS agendeert het onderwerp bij andere ministeries.
Gezondheid wordt een thema bij de inrichting van de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld in omgevingsplannen. Zodat de omgeving gezonder wordt en gezonde keuzes stimuleert. VWS en gemeenten zetten ook in op kennis en maatregelen om mensen tegen hitte, allergieën, uv-straling en infectieziekten te beschermen.
Gemeenten zorgen lokaal voor een sterke sociale samenhang en laagdrempelige voorzieningen waar mensen op kunnen terugvallen.
Ongezond gedrag is verantwoordelijk voor bijna 20% van de ziektelast. Daarom willen VWS, gemeenten en zorgverzekeraars gezond gedrag en gezonde keuzes stimuleren. Zodat jongeren bijvoorbeeld minder alcohol, tabak en drugs gebruiken. En er ondersteuning en zorg is voor iedereen met overgewicht of obesitas. Sport en bewegen zijn noodzakelijk voor een gezonde leefstijl. Diverse betrokkenen werken aan een gezonde schoolomgeving, sportomgeving, buurt en wijk en vrije tijdsomgeving.
Mentale gezondheid moet beter bespreekbaar worden. Inwoners moeten handvatten krijgen om te kunnen werken aan hun mentale gezondheid. En ze moeten weten waar ze binnen hun gemeente hulp kunnen krijgen.
Mensen willen zo lang mogelijk regie houden op hun eigen leven. Belangrijk is dat ouderen vitaal blijven en een sociaal netwerk hebben. Daarbij zijn gezonde voeding (zowel thuis als in de zorg), sociale contacten en beweging belangrijk. Een goed beweegaanbod vermindert de kans dat ouderen vallen en daar letsel bij oplopen.
De doelen zijn alleen met lokale en regionale samenwerking te bereiken. Tussen gemeenten, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en ook GGD en RIVM. Zij delen regionale, domeinoverstijgende kennis en monitoren de behaalde resultaten. Zo kan een regionale preventie-infrastructuur opgebouwd worden.