Veelgestelde vragen over het programma Meer uren werkt!
Deeltijdwerk is een typisch Nederlands verschijnsel. Na de Tweede Wereldoorlog gingen meer vrouwen op zoek naar een baan. Deeltijdwerk leek een goede oplossing om werk te combineren met de zorg voor huishouden en gezin. In de jaren 80 werd deeltijdwerk ook ingezet om werkloosheid te bestrijden. Voordeel voor werkgevers was bovendien dat ze de hoeveelheid personeel aan konden passen aan wekelijkse piekmomenten.
In Nederland is deeltijdwerk een volwaardige en goed beschermde categorie arbeid geworden en gebleven. Hoewel sommige groepen meer in deeltijd werken dan andere is deeltijdwerk tegenwoordig heel gewoon.
Mensen werken om verschillende redenen in deeltijd. Een deel van hen is daar tevreden mee. Maar ongeveer 500.000 deeltijdwerkers geven aan dat zij meer uren zouden willen én kunnen werken. Meer uren werkt! wil bereiken dat deze mensen dit ook gaan doen.
Redenen voor mensen om meer te gaan werken kunnen zijn:
- een hoger inkomen en pensioen,
- meer carrièrekansen
- en uitdagender werk.
Een hoger inkomen zorgt bovendien voor financiële zelfstandigheid, zodat iemand niet financieel afhankelijk is van een partner.
Voor bedrijven en organisaties kunnen grotere deeltijdbanen helpen om het tekort aan personeel te verminderen. Daarmee blijft het aanbod en de kwaliteit van bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en de kinderopvang op peil.
Je hoort vaak dat meer werken niet loont. Een kleine groep deeltijders krijgt inderdaad minder of geen toeslagen bij meer uren werken. Of gaat meer belasting betalen over het extra inkomen. Maar in de praktijk geldt dit voor maar 2% van de werkenden. Voor een grote groep loont het wel om meer uren te werken.
Het programma laat zien waarom meer uren werken wel loont. En zet dit in tijdens gesprekken tussen leidinggevende en werknemer. Bijvoorbeeld door te laten zien hoeveel mensen in verhouding overhouden als alle kosten zijn verrekend.
Ook wordt het eventuele inkomen van een partner meegenomen.
De grootste groep deeltijders zijn vrouwen. Maar Meer uren werkt! richt zich nadrukkelijk op alle werknemers: mannen, vrouwen, non-binair, alleenstaand of met partner, met en zonder kinderen.
Het komt vaak voor dat na de geboorte van een kind de vader fulltime blijft werken. De moeder maakt vaker gebruik van geboorte- en ouderschapsverlof. En kiest daarna voor parttime werk.
Hoe collega’s en leidinggevende op het werk tegen het combineren van werk en gezin aankijken, kan de keuze van een ouder bepalen. Daarom stelt het programma voor om op het werk genderneutrale regelingen en -communicatie in te voeren en zo de impact van traditionele normen te verminderen.
Steeds meer mensen krijgen te maken met mantelzorg. Het kan zijn dat deeltijdwerkers die ook verantwoordelijkheden hebben in de mantelzorg, ondersteuning nodig hebben van hun werkgever of partner.
In het programma is er aandacht om (meer) werken te combineren met mantelzorgtaken. Onder andere door binnen organisaties en bedrijven informatie te verspreiden over regelingen en mogelijkheden voor het combineren van werk en mantelzorg. Hiermee zorgen we voor meer begrip voor mantelzorgers en dat zij niet uitvallen of minder gaan werken.
Onderzocht wordt ook of meer uren werken effect heeft op de mantelzorg. Bijvoorbeeld door te monitoren hoeveel tijd een werknemer in deeltijd besteedt aan onbetaalde zorgtaken en vrijwilligerswerk.
Voor werk dat lichamelijk of mentaal zwaar zou kunnen zijn bieden werkgevers soms bewust (kleine) deeltijdbanen aan. Bijvoorbeeld in zorg en welzijn of in het onderwijs.– Onderzoek laat ook zien dat een contract met meer uren voor sommige mensen juist de werkdruk vermindert.
Meer uren werken betekent niet automatisch een fulltime baan. Er zijn ook mensen die nu 16 uur werken en naar 20 uur willen. Of van 24 uur naar 32 uur.
Het programma onderzoekt of taken of functies combineren hiervoor een oplossing kan zijn. Bijvoorbeeld door lesgeven te combineren met andere taken zoals het ontwikkelen van digitaal lesaanbod. In de kinderopvang werkt dit al goed. Wanneer werknemers hun werk met kinderen kunnen combineren met andere, lichtere taken, zorgt dit voor minder zwaar werk dat iemand meer uren kan volhouden.
Eerder was er minder noodzaak. Vaak was er nog (grote) werkloosheid. Nu is de werkloosheid heel laag. Bovendien ging het vaak om ‘losse’ maatregelen. Nu is het de bedoeling een breed pakket te ontwikkelen dat niet alleen praktische belemmeringen aanpakt. Het moet ook de cultuur rondom deeltijdwerk veranderen (“je bent geen slechte moeder als je kinderen meer dan twee dagen naar de opvang gaan”).
Nieuw in dit programma is de wetenschappelijke aanpak. Voordat we een oplossing inzetten, brengen we in kaart waarom een bepaalde aanpak effectief is. En of we verwachten dat de oplossing op een grotere schaal, en in andere sectoren, ook zal werken. Hierbij werken overheid, werkgevers, werknemers en onderzoekers samen.
Het programma gaat van start met interventies waar al goede ervaringen mee zijn opgedaan. De interventies richten zich op specifieke belemmeringen die groepen deeltijders ervaren die meer uren willen werken, en zijn ontwikkeld in samenwerking met het veld.
De overheid is al langere tijd bezig om arbeid en zorg beter te verdelen. En de economische zelfstandigheid te verbeteren. Bijvoorbeeld door:
- meer uren werken fiscaal aantrekkelijker te maken,
- goedkopere kinderopvang
- en de uitbreiding van verlofregelingen (het aanvullend geboorteverlof).
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid coördineert Meer uren werkt!. Als blijkt dat extra beleid nodig is, neemt het deze signalen mee bij de voorbereiding hiervan..
Het programma richt zich op sectoren waar grote krapte heerst en veel in deeltijd wordt gewerkt. In het basisonderwijs, de zorg en de kinderopvang werken respectievelijk 66%, 69% en 84% van de werknemers in deeltijd. De gevolgen van het personeelstekort in deze sectoren zijn groot. Scholen die een lesdag schrappen, lange wachtlijsten in de zorg en kinderopvang. Dit raakt ook mensen in andere sectoren, bijvoorbeeld omdat zij hun kind thuis moeten houden.
Naast deze kraptesectoren richten twee projecten zich op alle sectoren: ‘oudervriendelijke organisaties’ en ‘wegnemen van misverstanden over marginale druk’. Deze interventies richten zich op de sociale omgeving van deeltijdwerkers en op hun motivatie om al dan niet meer te gaan werken. ‘Oudervriendelijke organisaties’ pakt de sociale norm aan die ervan uit gaat dat mannen werken en vrouwen zorgen. Onderzoek laat namelijk zien dat in organisaties met meer gelijke rollen, mannen en vrouwen gemotiveerder zijn en zich gestimuleerd voelen om meer te (blijven) werken. Het wegnemen van misverstanden over marginale druk laat werknemers zien wat meer werken oplevert, nu en in de toekomst. Met als doel de motivatie om uren uit te breiden te vergroten.
De activiteiten die goed blijken te werken, worden direct gedeeld met nieuwe partners uit andere regio’s en sectoren. Dit doen we op de volgende manieren:
- Handleidingen en business cases laten zien wat de beste manier is om succesvolle oplossingen uit te voeren en wat de verwachte opbrengsten zijn.
- Het Meer uren werkt! platform is een online platform waarop ervaringen en resultaten van de interventies staan.
- Op sectorspecifieke themabijeenkomsten delen werkgevers, onderzoekers, bestuurlijke stakeholders en andere belanghebbenden jaarlijks ervaring en informatie toegespitst op één sector. Om aan te sluiten bij de praktijk van werkgevers in de regio, worden de bijeenkomsten daar georganiseerd.
- De Meer uren werkt! academie helpt organisaties bij de implementatie van bewezen effectieve interventies. Betrokkenen de ermee gaan werken, zoals HR-medewerkers, krijgen daar training en tips om de interventies in hun organisatie te implementeren.
- publiekscampagnes moeten aandacht en draagvlak voor grotere deeltijdbanen vergroten.
De consortiumpartners, kwartiermakers en een ambassadeursnetwerk dragen zorg voor voldoende deelnemers en bezoekers bij de verschillende activiteiten. De kwartiermakers zijn er verantwoordelijk voor dat het veld aanhaakt. Zij doen dat door ambassadeurs te werven en de opschalingspartners te helpen deelnemers te werven voor de themabijeenkomsten en de academie. Deze ambassadeurs komen uit de sectoren en regio zelf en benutten hun bestaande netwerk om Meer uren werkt! landelijk uit te rollen.