Wetsvoorstel om Oorlogsarchief alsnog online toegankelijk te maken

Minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) komt met een wetswijziging om het mogelijk te maken dat het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) toch volledig online toegankelijk wordt voor een breed publiek. De minister stelt het geplande online openstellen van dit oorlogsarchief op 2 januari 2025 uit na een waarschuwingsbrief van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). 

Het CABR is het grootste en meest geraadpleegde archief over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In het archief zijn dossiers opgenomen van personen die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie met de Duitse bezetter. De minister gaat in gesprek met de AP om te kijken op welke wijze het Nationaal Archief toegang kan bieden tot het gedigitaliseerde archief voor de periode vanaf 2 januari tot het moment dat de wet is gewijzigd.

Minister Bruins: “Ik betreur het uitstel omdat het van groot maatschappelijk belang is dat dit oorlogsarchief snel volledig openbaar en online toegankelijk wordt. Daardoor is het voor het eerst mogelijk voor nabestaanden van slachtoffers informatie te vinden over het lot van hun familie. Om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden is het belangrijk om Nederlanders op een laagdrempelige manier toegang te bieden tot deze informatie. Openheid van archieven is belangrijk voor nabestaanden, wetenschap, educatie en in dit geval ook in de strijd tegen antisemitisme. Dit archief is een stille getuige van de Holocaust.”

Het ministerie van OCW kreeg de brief van de AP op 26 november. De zienswijze van de AP heeft grote gevolgen voor de hele archiefsector als het gaat om de digitale beschikbaarheid en toegankelijkheid van archieven, want in archieven komen bijna altijd persoonsgegevens voor. Met een wetswijziging in de bestaande Archiefwet wil de minister de mogelijkheid bieden om een belangenafweging te maken tussen openbaarheid en privacy bij de verstrekking van (bijzondere en strafrechtelijke) persoonsgegevens door archiefdiensten. Dat kan op dit moment nog niet.

Nu al beperkt openbaar

Het oorlogsarchief is nu al beperkt openbaar. Wetenschappers en nabestaanden van een verdachte kunnen, onder voorwaarden, er al tientallen jaren toegang toe krijgen in de studiezaal van het Nationaal Archief (NA). Ze kunnen nu nog enkel op basis van namen van verdachten zoeken. De AP waarschuwt in een brief voor de risico’s die zij ziet bij het online toegankelijk maken van het CABR. Een voor iedereen toegankelijke omgeving met doorzoekbaarheid in tekst kan volgens de AP leiden tot privacy-inbreuken voor nog levende betrokkenen en zij beschouwt dit als onrechtmatig. Daarom wordt de online toegankelijkheid van het CABR voorlopig uitgesteld.

Een wettelijke grondslag kan volgens de AP wel gecreëerd worden in de Archiefwet. Daarom komt de minister met een wetswijziging met daarin een grondslag voor verwerking van bijzondere, strafrechtelijke en gewone persoonsgegevens die zijn bewaard voor archiveringsdoeleinden.

Project Oorlog voor de Rechter

In 2022 is het Nationaal Archief in een consortium met het Huygens Instituut, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en WO2net het project Oorlog voor de Rechter begonnen. Doel is het CABR te digitaliseren, full-tekst doorzoekbaar te maken, context te bieden en online toegankelijk te maken. Daarmee wordt het oorlogsarchief veel toegankelijker en kan er op andere manieren onderzoek in worden gedaan. Vanaf 2 januari 2025 zouden de eerste 25 procent van de dossiers te vinden zijn via oorlogvoorderechter.nl. Dat gaat nu voorlopig niet door.

Geringe aantal levende personen

Voor dit project zijn veel gesprekken gevoerd met verschillende belangenorganisaties. Zowel met nabestaanden van slachtoffers (CJO, COVVS) als nabestaanden van verdachten (SWH). In overleg met hen zijn maatregelen getroffen om openbaarmaking van persoonsgegevens van het geringe aantal nog levende personen zoveel mogelijk te beperken. Zo zouden dossiers van verdachten alleen online geplaatst worden als er bewijs is van overlijden.

Dit is niet mogelijk voor slachtoffers en andere derden die in dossiers van verdachten voorkomen. Deze informatie kan alleen op verzoek offline gehaald worden. Daarnaast wordt het archief niet doorzoekbaar en indexeerbaar gemaakt voor zoekmachines zoals Google. Online wordt er inhoudelijke context aan het archief toegevoegd om mensen beter te informeren over de inhoud van dossiers.