Toespraak van minister Van Engelshoven bij presentatie Actieplan Diversiteit en Inclusie in onderwijs en onderzoek
Minister Van Engelshoven presenteerde het actieplan op 1 september 2020, in Den Haag.
For English version, scroll down
Beste mensen,
Bijna een jaar geleden organiseerden we in Amsterdam de Europese Gender Summit. Daar hebben we veel inzichten opgedaan met experts uit binnen- en buitenland op het gebied van diversiteit in de wetenschap.
In Amsterdam kondigde ik aan dat ik samen met het Nederlandse wetenschapsveld een nationaal actieplan voor meer diversiteit in de wetenschap zou gaan opstellen.
Al snel bleek dat een plan voor alleen de wetenschap te smal was – er was behoefte aan een sectorbrede, gezamenlijke aanpak en visie.
De urgentie van meer diversiteit werd ook deze zomer eens te meer duidelijk. Daarom presenteer ik vandaag een nationaal actieplan voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek.
Dat doe ik omdat het enorm belangrijk is om een veilige leer- en werkomgeving te creëren, waarin iedereen zich thuis voelt en kan ontplooien. Bovendien wordt steeds duidelijker dat diversiteit een basisvoorwaarde is voor kwaliteit.
Het plan dat nu voorligt is een resultaat van samenwerking. Vanaf het 1e begin zijn er veel partijen bij betrokken geweest. Ik ben dan ook blij dat er straks maar liefst negen partijen een handtekening onder het plan gaan zetten.
En ik wil al deze partijen een compliment maken voor het proces dat we samen hebben doorlopen. Na goede gesprekken met elkaar, en een verkenning door het Atria instituut naar goede voorbeelden in Ierland, Engeland, Duitsland en Noorwegen, zijn we tot 5 concrete ambities voor 2025 gekomen:
- Allereerst moeten diversiteit en inclusie beter worden verankerd in bestaande instrumenten, zoals kwaliteitszorg, evaluatie en NWO-instrumenten;
- Ten 2e moet de instroom van talent geborgd worden en blijven. Monitoring daarvan wordt uitgebreid;
- Verder wordt er een awardsysteem ingesteld om kaders en richting te geven aan diversiteitsbeleid;
- Als 4e wapenfeit wordt er een format ontwikkeld voor institutionele diversiteitsplannen, die vervolgens in lijn gebracht worden met elkaar;
- En tot slot komt er een call voor een nationaal kenniscentrum, waar op een effectieve manier kennis en expertise ontwikkeld, gebundeld en gedeeld wordt.
Voordat we deze ambities kunnen realiseren, ligt er nog wel een aantal vragen op tafel.
Daarom wordt er een nationale adviescommissie ingesteld om het ministerie en het hoger onderwijs- en onderzoeksveld te adviseren. De commissie zal worden voorgezeten door prof. Vinod Subramaniam, rector magnificus van de Vrije Universiteit.
Uiteraard begint de weg naar 2025 vandaag al.
3 concrete stappen kan ik dan ook al aankondigen:
- Het 1e goede nieuws is dat er nieuwe streefcijfers komen voor vrouwelijke hoogleraren voor 2025. De ambitie is om in de toekomst ook streefcijfers vast te stellen voor UHD’s en UD’s, en zo mogelijk ook streefcijfers voor culturele diversiteit te bepalen, net als in het HBO;
- Ten 2e komt de KNAW met een advies over de preventie van intimidatie en wangedrag. In het advies wordt gekeken naar de structurele en culturele factoren die wangedrag in de academische wereld in de hand werken;
- Last but not least, komt NWO met een impulsprogramma van €12,5 miljoen euro voor Nederlandse onderzoekers met een niet-westerse achtergrond en vluchtelingen. De 1e calls zullen begin volgend jaar open gaan. NWO heeft daarnaast in mei van dit jaar al een stimuleringsprogramma voor vrouwen in bèta- en technische wetenschappen gelanceerd, waar ik veel van verwacht.
Voor dit moment focussen we ons op de wetenschap en het wetenschappelijk onderwijs. Ik hoop van harte dat ook het MBO en HBO in de toekomst mee gaan doen en zo het verschil maken.
Beste mensen,
Met onze gezamenlijke ambities én concrete plannen, zetten we een volgende stap op het gebied van diversiteit en inclusie. Een grote stap, die past bij de tijd waarin we leven. Een tijd waarin eigenheid wordt gekoesterd, niet geproblematiseerd. Een tijd die ons vertelt dat een veilige, inclusieve werkomgeving simpelweg niet kan ontbreken, wil je jezelf wereldtop durven noemen.
Zo’n omgeving creëren is niet iets ‘wat je er even bij doet’, geen ‘nice to have’, maar is 1 van de belangrijkste principes in onze hedendaagse praktijk van onderwijs en onderzoek.
Als onze papieren ambities werkelijkheid worden, kunnen we als Nederland nóg trotser zijn op onze bijdrage aan de grote wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen in de wereld.
Dank u wel.
- - - - - - -
Good morning everyone,
Almost a year ago, we organized the European Gender Summit in Amsterdam. The experts at this event – from the Netherlands and abroad – helped us gain many insights on the subject of diversity in science.
The summit was also where I announced that I would be working together with the Dutch scientific community to draw up a national action plan to promote diversity in science.
It soon became apparent, however, that a plan for science alone would be too narrow in scope. Instead, there was a need for a sector-wide, joint approach and vision. The urgent need for greater diversity became apparent once again this summer. That is why today I am presenting a national action plan to promote diversity and inclusivity in higher education and research.
Because I believe that it is important to ensure a safe learning and working environment, in which everyone feels at home and is able to realize their full potential. Moreover, it is becoming increasingly clear that diversity is a prerequisite for quality.
The plan we are presenting today is the product of collaboration. From the very beginning, we have made efforts to involve many different parties. I am therefore pleased that no fewer than nine parties will be signing the plan.
And I would like to compliment all these parties on the process we have gone through together.
After a number of highly productive conversations and an exploratory study by the Atria Institute into best practices in Ireland, England, Germany and Norway, we arrived at five concrete ambitions for 2025:
- First of all, diversity and inclusivity must be embedded more effectively in existing instruments, such as quality assurance, evaluation and Dutch Research Council instruments.
- Secondly, the influx of new talent must be secured and monitored more thoroughly.
- Third, an award system will be set up to provide frameworks and set a clear direction for future diversity policy.
- Our fourth ambition is to develop a template for institutional diversity plans, which will make it easier to ensure consistency between institutions.
- And finally, a call will be published to set up a national knowledge centre, where knowledge and expertise will be developed, collected and shared in an effective manner.
Before we can realize these ambitions, there are still a number of questions that need to be answered.
A national advisory committee will therefore be set up to advise the Ministry and the higher education and research field.
This committee will be chaired by Professor Vinod Subramaniam, Rector Magnificus of Vrije Universiteit Amsterdam.
Of course, the road to 2025 starts today. That is why I am pleased to announce three concrete steps we are already taking:
- The first good news is that we are setting new targets for the number of female professors we would like to have in 2025. Moving forward, our ambition is to also set gender targets for assistant and associate professors, and if possible to add cultural diversity targets, which are already in place in higher professional education.
- Secondly, the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences will publish an advisory report on how to prevent harassment and other forms of misconduct. The report will examine the systemic and cultural factors that enable misconduct in academia.
- Last but not least, the Dutch Research Council will launch an impulse programme with a budget of €12.5 million for Dutch researchers from a non-Western background and refugees. The first calls will open at the beginning of next year. Earlier this year, in May, the Council also launched an incentive programme for women in science and engineering.
While our current focus is on the academic world, I hope that in the future both vocational education and higher vocational education will join, to make the difference.
For now, let me conclude by saying this:
Through our joint ambitions and concrete plans, the field of Dutch higher education and research is working with the government to take the next step towards full diversity and inclusivity.
A big step, and one that is appropriate for the world we live in.
A world in which the unique qualities of every individual are cherished, not problematized.
A world that is telling us that a safe, inclusive work environment is simply a must if you want to call yourself world-class.
Creating an environment like that is not a ‘side project’, or something ‘nice to have’ – it is one of the most important principles in today’s education and research practice.
As a country, we already have a lot to be proud of when it comes to our contribution to solving the world’s major scientific and societal challenges. If the ambitions we have put on paper become reality, that pride can only grow stronger.
Thank you.