Versterking ondernemers in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid (JenV) versterkt met ondernemers de aanpak van georganiseerde misdaad om te voorkomen dat criminelen onze open economie en goede infrastructuur misbruiken. In een nieuw actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026 worden hierover afspraken gemaakt met diverse branches en de ondernemersorganisaties VNO-NCW en het midden en kleinbedrijf MKB-Nederland. De minister investeert hierbij jaarlijks structureel € 10 miljoen extra in de regionale Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s) om in heel Nederland de weerbaarheid van bedrijven tegen georganiseerde en ondermijnende criminaliteit te vergroten.
De aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit heeft voor het kabinet prioriteit. In het coalitieakkoord trekt dit kabinet fors meer geld uit: oplopend naar een bedrag van structureel € 100 miljoen vanaf 2025. Dit geld komt bovenop de jaarlijkse € 434 miljoen die met Prinsjesdag 2021 door het vorige kabinet is vrijgemaakt. In de aanpak van de misdaad gaat het om voorkomen, doorbreken van criminele netwerken en verdienmodellen, bestraffen en beschermen. Volgens minister Yeşilgöz-Zegerius is hierbij de samenwerking met bedrijven, boeren en zelfstandigen essentieel. Er zijn hiervoor al verschillende trajecten ingezet, die de minister wil versterken.
'De georganiseerde misdaad zoekt voortdurend wegen in de bovenwereld om geld wit te wassen en om illegale praktijken uit te kunnen voeren. Boeren en omwonenden op het platteland zien criminelen op zoek naar schuren om drugslabs in te richten. Vrachtwagenchauffeurs en havenpersoneel zien drugssmokkelaars die er niet voor terugdeinzen om met intimidatie en geweld hun illegale handelswaar op transport te krijgen. En in winkelstraten en bedrijfsterreinen zien bonafide ondernemers het gauw als een nieuwe buurman met duistere zaken bezig is. Ondernemers zien vaak snel waar criminele structuren in ontstaan en kunnen dan ook goed aangeven wat aan maatregelen nodig is. Alleen door samen op te trekken, kunnen we voorkomen dat criminele netwerken onze veilige samenleving ondermijnen en kunnen we dit doorbreken', aldus minister Yeşilgöz-Zegerius.
PVO’s en voorbeelden om weerbaarheid te vergroten
De € 10 miljoen extra per jaar voor versterking van de PVO’s komt uit de Prinsjesdaggelden. De inzet van deze middelen zal worden bepaald in de 10 regionale PVO’s. Hierbinnen werken politie, Openbaar Ministerie, gemeenten, brancheorganisaties en bedrijven samen om ondernemers bewust te maken van de gevaren van ondermijnende criminaliteit en maatregelen te nemen om te voorkomen dat zij met de criminaliteit in aanraking komen. Uit onderzoek dat is verricht voor nieuwe afspraken in het landelijke actieprogramma Veilig Ondernemen 2023-2026, blijkt dat ondernemers behoefte hebben aan meer aandacht voor het vergroten van hun weerbaarheid tegen criminaliteit.
Zo is ZLTO, de land- en tuinbouworganisatie voor agrarische ondernemers in de regio’s Zuid-Gelderland, Noord-Brabant en Zeeland, een pilot begonnen met steun van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor een vertrouwenspersoon in het buitengebied. Uit het rapport weerbare boeren in kwetsbare gebieden blijkt dat bijna 1 op de 5 boeren en tuinders wel eens is benaderd door criminelen, die voor drugsproductie gebruik wilden maken van hun (leegstaande) schuren en stallen en voor drugsafval de mestput. Dit ervaart 1 op de 3 agrarische ondernemers als intimiderend. Bij de Vertrouwenspersoon Veilig Buitengebied kunnen de boeren, tuinders en omwonenden terecht met vragen, hulp en vermoedens van ondermijnende criminaliteit in hun omgeving.
Ook in de transportsector worden ondernemers, hun chauffeurs en ander personeel meer bewust gemaakt van drugssmokkel en de bijkomende gevaren. Het programma Transport Facilitated Organized Crime zal worden opgeschaald door de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid Politie samen met de brede transportsector, waaronder Transport en Logistiek Nederland, en het ministerie van Justitie en Veiligheid om zowel de criminaliteit op logistieke knooppunten tegen te gaan als om te voorkomen dat de drugssmokkel zich verplaatst naar buiten de hekken en muren van zee- en luchthavens. Dit gebeurt onder meer door transportondernemers en hun personeel te trainen om verdachte situaties sneller te herkennen en hoe ze kunnen handelen als ze die situaties tegenkomen.