“Om geweld tegen vrouwen te stoppen, is er meer nodig dan alleen straf”
Ministeries
Je thuis als een veilige uitvalsbasis, een plek waar je tot rust kunt komen; zo’n plek is ‘thuis’ niet voor iedereen. Geweld achter de voordeur komt overal voor. Onder theoretisch en praktisch opgeleiden, onder directeuren en mensen met een uitkering, in allerlei verschillende relatievormen. In de meerderheid van de gevallen is een man de dader, en een vrouw het slachtoffer. In Nederland krijgt maar liefst 1 op de 5 vrouwen met partnergeweld te maken, en elke 8 dagen sterft er een vrouw door geweld. Aandacht voor dit geweld is nodig, want er is veel wat we kunnen doen om het te voorkomen.
“Als ik toen maar had geweten wat ik nu weet… Dan had ik zó anders gereageerd en gehandeld.” Deze verzuchting hoort Judith van Schoonderwoerd regelmatig van nabestaanden van vrouwen die door hun (ex)partner om het leven zijn gebracht. Ze is landelijk officier van justitie huiselijk en seksueel geweld bij het Openbaar Ministerie, en door haar expertise inmiddels een boegbeeld voor het onderwerp ‘geweld tegen vrouwen’.
“Moord op vrouwen, ofwel femicide, is hiervan de meest extreme vorm”, legt ze uit. “De aandacht die sinds enkele jaren bestaat is hard nodig. Zowel de zaken die aan femicide vooraf gaan, als de andere vormen van huiselijk geweld waar vrouwen mee te maken krijgen, verdienen onze aandacht. Niet alleen in het strafrecht, maar in de hele maatschappij.”
Officier met een missie
Waar kan ik als officier van justitie het meeste betekenen? Met welke zaken valt de meeste vooruitgang te behalen voor de maatschappij? Door deze vragen laat Judith zich sinds het begin van haar loopbaan leiden, vertelt ze. “Werken bij het OM doe je voor recht en veiligheid in de samenleving. Daarbij hebben zaken met een sociale component mij altijd extra getrokken. Ik ben als officier begonnen in het jeugdstrafrecht, met het idee: bij deze jonge mensen kunnen we nog iets bereiken, zij hebben nog een heel leven voor zich.”
Tijdens haar werk als officier in Den Haag breidde Judith haar portefeuille uit met huiselijk geweldzaken. Zodra ze met het onderwerp aan de slag was gegaan, ging het haar aan het hart. “Waar ik bij jonge verdachten al dacht dat we iets konden bereiken, was dat bij huiselijk geweld nog veel sterker. In gezinnen waar kinderen getuige zijn van geweld, ontwikkelen zij vaak trauma’s of andere problematiek. Die nemen ze vervolgens de rest van hun leven met zich mee, de maatschappij in. Huiselijk geweld aanpakken heeft dus op de hele samenleving grote invloed op de lange termijn.”
Aandacht voor gendergeweld
Judith behandelde veel huiselijk geweldzaken in de jaren die volgden. Gaandeweg viel haar op hoe bepalend gender hierin is: vrouwen zijn naar verhouding vaker slachtoffer van huiselijk geweld en hun letsel is vele malen ernstiger. Bovendien lopen zij een veel grotere kans om thuis gedood te worden. “Deze verhouding past in het stereotype beeld van geweld in de privésfeer, maar we besteedden toen bij het OM nog niet veel aandacht aan het genderaspect”, vertelt Judith.
Het raakt aan de discussie over de term ‘femicide’: waarom zou je de moord op vrouwen eruit lichten ten opzichte van moord in het algemeen? Inmiddels is er meer kennis over gendergerelateerd geweld en weten we dat dit, ook in Nederland, veel voorkomt. De aandacht hiervoor vindt Judith een goede zaak: “Is er sprake van fataal geweld tegen vrouwen vanuit een relatie die zich kenmerkt door dwingende controle, dan is het goed om dat benoemen als femicide. Zo bevorderen we de bewustwording over dit type geweld in de samenleving.”
Samenwerking met Veilig Thuis
Het Openbaar Ministerie heeft als wettelijke taak het vervolgen van verdachten. Daarnaast is de afgelopen tientallen jaren de aandacht voor slachtoffers toegenomen. En terecht, wat Judith betreft: “Slachtoffers hebben recht op bescherming van de overheid. En om onveilige situaties te verbeteren is er meer nodig dan het straffen van de dader alleen. Anderzijds is alleen hulp bieden vanuit het sociaal domein ook onvoldoende. Hulp is altijd vrijwillig, en sommige slachtoffers zijn niet goed in staat om risico’s in te schatten en hun eigen veiligheid te waarborgen.”
Om een passende combinatie van straf en hulp te kunnen bieden, werkt het OM nauw samen met andere organisaties. Allereerst in het netwerk van strafrecht met onder andere de politie, de Raad van de Kinderbescherming, de Reclassering Nederland en Slachtofferhulp Nederland. Vanuit dat netwerk schakelt Judith ook met Veilig Thuis, dé deskundige organisatie in Nederland als het gaat om de aanpak van huiselijk geweld.
Het geweld moet stoppen
“Stel dat er ’s nachts een aanhouding heeft plaatsgevonden in een woning”, vertelt Judith. “Een vader heeft zijn gezin met een mes bedreigd, de kinderen zijn bang en iemand heeft in paniek de politie gebeld. Dan leiden de officieren van justitie het politieonderzoek en geven we de volgende dag een eerste juridisch oordeel over de zaak. Maar voordat we daartoe overgaan, hebben we contact met Veilig Thuis en andere netwerkpartners, om zorgvuldig af te wegen om welk type geweld het hier precies gaat. Welke geweldsdynamiek zit er in dit gezin, hoe wordt de veiligheid ingeschat op de korte en langere termijn, welke problemen spelen er en gebeuren dit soort dingen vaker? Wat is er nodig om het geweld te stoppen? De focus ligt hierbij op de veiligheid van het gezin. Dat het geweld stopt, is prioriteit.”
Deze samenwerking geeft Judith op landelijk niveau vorm, maar de uitvoering gebeurt regionaal, op zogenaamde ZSM-locaties. “Mijn doel is dat we als Openbaar Ministerie rode vlaggen en hoog-risicozaken gaan herkennen als het gaat om femicide en ander geweld tegen vrouwen”, legt ze uit. “Stalking, poging tot verwurging en extreme angst bij het slachtoffer moeten we oppikken als signaal. Als iemand vroeger vertelde dat ze bij haar keel was gegrepen en haar bewustzijn was verloren, dan probeerden we zo’n zaak te bewijzen. Nu leveren we waar mogelijk natuurlijk nog steeds bewijs, maar we ondernemen ook actie als dit bewijs ontbreekt. Die wurgpoging is namelijk een belangrijk signaal van een hoog risico op fataal geweld. Zo kunnen we eerder en gerichter hulpverlening of bescherming inschakelen.”
Houd je ogen open!
Het is belangrijk dat meer mensen de verschillende vormen van huiselijk geweld leren herkennen, en dat ze weten wat ze in verschillende situaties kunnen doen. “Op dit gebied is er ook nog veel werk aan de winkel in de samenleving”, ziet Judith. “Als jouw buurvrouw te maken krijgt met huiselijk geweld, weet jij dan waar je aan de bel kunt trekken? Veel mensen gaan zich in deze vraag verdiepen na een ervaring met geweld in hun omgeving. Maar het zou beter zijn als we dit met elkaar vóór zijn.”
In de meeste gevallen leidt geweld tegen vrouwen niet tot femicide, benadrukt Judith: “Ik wil niet vergeten dat er ook ‘situationeel geweld’ is, dat niet vaak tot moord leidt, maar wel heel schadelijk is. Het gaat dan om gezinnen waar de omstandigheden maken dat er geweld gebruikt wordt, bijvoorbeeld vanwege stress, alcohol, opvoedproblematiek of relatieproblemen. De schade en het leed dat dit geweld veroorzaakt, is enorm. Ik hoop dat we hier samen tegen opstaan; al het geweld in de privésfeer verdient onze aandacht.”