Water wordt schoner, maar er zijn nog grote uitdagingen

Schoon en gezond water is van levensbelang, voor de mens en de natuur. Het is echter geen vanzelfsprekendheid. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat stuurt de Tweede Kamer een tussenevaluatie over het halen van de Europese waterkwaliteitsdoelen (de Kaderrichtlijn Water, KRW). 

Sinds de jaren ’90 wordt het Nederlandse water gemiddeld gezien steeds schoner. Dat is belangrijk voor ons drinkwater, voor recreatie, voor onze landbouw en voor onze industrie. Ook is het water het leefgebied voor veel dieren en planten. Toch blijkt uit de tussenevaluatie dat er nog aanzienlijke opgaven resteren om in 2027 aan de KRW te voldoen. Vooral op het gebied van chemische stoffen en nutriënten (meststoffen) zijn de voorspellingen niet goed.

Er moet dus nog veel gebeuren: afgesproken maatregelen moeten worden uitgevoerd en daarnaast zijn aanvullende maatregelen nodig. In 2025 zullen afspraken worden gemaakt over hoe er nog een tandje bij kan worden gezet door het Rijk (waaronder Rijkswaterstaat), provincies, waterschappen, gemeenten en verschillende sectoren. 

Minister Madlener: “Schoon water willen we allemaal. Wie houdt er nou niet van de mooie rivieren in ons land, en schoon drinkwater is belangrijk voor ons allemaal. Vandaag is inzichtelijk gemaakt op welke punten er extra inzet nodig is om dat schonere water te bereiken. Ik vind het belangrijk dat we kijken wat we nog meer kunnen doen, dus daarover gaan we komend jaar in gesprek met de verantwoordelijke overheden en bedrijven.”

Chemische stoffen en nutriënten

De tussenevaluatie voorspelt dat de Nederlandse wateren voor 42 chemische stoffen nog niet aan de normen voldoen in 2027, wanneer er geen aanvullend beleid wordt doorgevoerd. Een groep deskundigen heeft circa 20 maatregelen geadviseerd om minder chemische stoffen in het water te krijgen, hierover wordt in het voorjaar van 2025 een besluit genomen. In de tussentijd worden verschillende lopende projecten doorgezet, zoals het herzien van verouderde lozingsvergunningen wanneer dat nodig is en het verminderen van uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen naar water.

Ook op het gebied van nutriënten zijn nog stappen te zetten. De tussenevaluatie voorspelt dat de ingezette maatregelen uit het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn waarschijnlijk leiden tot verbeteringen, maar geeft tegelijkertijd aan dat er nog opgaven zijn voor de landbouw en in mindere mate voor rioolzuiveringsinstallaties. Momenteel wordt onder leiding van minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur gewerkt aan het achtste Actieprogramma dat vanaf 2026 in werking treedt. Daarnaast toetst het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alle 314 Nederlandse rioolzuiveringsinstallaties om in 2025 inzicht te krijgen in de lozingen van deze installaties. Met de nieuwe Omgevingswet kunnen regionale en lokale overheden ook beter sturen op emissies van nutriënten, bijvoorbeeld via verordeningen en gebiedsplannen. 

De Kaderrichtlijn Water

De Europese lidstaten hebben afgesproken welk niveau de waterkwaliteit eind 2027 moet hebben, dit is vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Hieruit komt dat Nederland moet voldoen aan meer dan 100.000 doelen (er zijn ongeveer 140 parameters voor de 750 oppervlaktewaterlichamen en 12 parameters voor elk van de 23 grondwaterlichamen). Als één parameter niet wordt gehaald, voldoet het hele waterlichaam niet aan het doel.

Op dit moment haalt Nederland ongeveer 80% van de 100.000 doelen. Ondanks de verbeteringen van de afgelopen decennia, liggen we niet op koers om in 2027 overal aan te voldoen. Overigens zijn alle Europese lidstaten nog ver verwijderd van het geheel voldoen aan de KRW.

Gevolgen in 2027

Het is belangrijk om ons water schoner te krijgen. In de eerste plaats vanwege het belang van schoon water voor onszelf. Daarnaast kan het gevolgen hebben voor individuele projecten en activiteiten als in 2027 niet wordt voldaan aan de waterkwaliteitsregels. 

Dit betekent niet dat van de ene op de andere dag geen activiteiten meer kunnen plaatsvinden bij alle Nederlandse wateren. Als een waterlichaam vooral problemen heeft met een bepaalde chemische stof, kan het zijn dat die daar niet meer mag worden geloosd. Tegelijkertijd kan er bij dit water nog steeds bijvoorbeeld een brug worden gebouwd. De gevolgen kunnen dus ingrijpend zijn.