Wetsvoorstel nationale vliegbelasting ingediend
Het kabinet wil per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar een Europese belasting op luchtvaart. Voor het geval een Europese vliegbelasting te lang op zich laat wachten is een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting uitgewerkt van 7 euro per vertrekkende passagier, dat vandaag via het Kabinet van de Koning aan de Tweede Kamer is gestuurd. Transferpassagiers worden uitgezonderd.
Het gaat om een tarief dat bij het Belastingplan 2021 nog precies wordt vastgesteld omdat het wordt gecorrigeerd voor de inflatie. Naar verwachting zal het tarief als gevolg hiervan onder de 7,5 euro blijven. Ook komt er een vliegbelasting voor vrachtverkeer, waarbij geldt dat vliegtuigen die minder geluid produceren minder worden belast. Het tarief is 3,85 euro per ton vracht voor de meest lawaaiige vliegtuigen en 1,925 euro per ton vracht voor de lagere geluidsklassen. Dit tarief wordt geheven op basis van het gewicht van het vliegtuig.
Het kabinet wil, zoals in het Regeerakkoord is vastgelegd, de belastingen vergroenen en de luchtvaartsector verduurzamen. Momenteel wordt het internationale vliegverkeer niet belast met accijns of btw.
Staatssecretaris Snel van Financiën: “Internationaal vliegen wordt in tegenstelling tot de auto, bus of trein op geen enkele manier belast. Dit is een belangrijke reden om een vliegbelasting in te voeren. Dit draagt ook bij aan het verkleinen van de prijsverschillen tussen vliegtickets en bijvoorbeeld treintickets. In veel landen om ons heen is er al wel een vliegbelasting en we zoeken dan ook als eerste de Europese samenwerking op.”
Het kabinet zet volop in op Europese afspraken over belastingen op luchtvaart in het kader van de gestelde klimaatdoelen en wegens een gelijk speelveld. In juni organiseert Nederland een internationale conferentie voor de introductie van een dergelijke belasting en over CO2-beprijzing. Daarbij wordt ook gekeken naar de haalbaarheid van een Europese heffing op kerosine.
Voor het geval Europese afspraken onvoldoende opleveren is het wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting uitgewerkt. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is de opbrengst van 200 miljoen euro uit het Regeerakkoord leidend geweest.
Het voorstel voorkomt mogelijke nadelige gevolgen voor de hub-functie en het internationale netwerk van verbindingen van Schiphol. Bovendien sluit een belasting per passagier aan bij de belastingen op luchtvaart van andere Europese landen, wat Europese coördinatie ten goede komt. Het voorstel maakt deel uit van de maatregelen van het kabinet om milieuvervuilend gedrag door consumenten en bedrijven te beprijzen.
Het wetsvoorstel vliegbelasting treedt na de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Als in 2019 of 2020 blijkt dat er Europese afspraken komen, is het mogelijk om het wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting niet in werking te laten treden.