Geschiedenis

Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken bestaat al sinds 1798. Het departement is daarna op verschillende momenten verandert, tot het ministerie dat het vandaag is. Op deze pagina leest u meer over deze geschiedenis.

In 1798 wordt het departement van Buitenlandse Zaken opgericht. Dit ‘agentschap’ moet namens Nederland diplomatieke betrekkingen met andere landen onderhouden. Al snel krijgt het de naam ministerie. Maarten van der Goes van Dirxland wordt de eerste minister van Buitenlandse Zaken. 

Tot aan het einde van de negentiende eeuw blijft Buitenlandse Zaken een relatief klein ministerie. Er werken slechts enkele tientallen ambtenaren. Deze houden zich onder andere bezig met het onderhouden van handelsbetrekkingen en het bewaken van de Nederlandse neutraliteit.

Ontwikkeling 20ste eeuw

In de 20ste eeuw volgt een enorme ontwikkeling. Nederland gaat actiever samenwerken met andere landen in internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie en de NAVO. Vanaf 1965 heeft Nederland naast de minister van Buitenlandse Zaken ook een minister voor Ontwikkelingssamenwerking, dat vanaf 2012 de naam Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel draagt. 

Hiermee worden de taken van het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgebreider en complexer. Het ministerie krijgt gespecialiseerde beleidsafdelingen, voor Europese samenwerking (1958) en voor ontwikkelingssamenwerking (1964). Het aantal ambtenaren neemt toe, van 50 werknemers in 1940 tot 1700 rond 2000. Het gebouw van het ministerie verhuist van het Plein naar de Bezuidenhoutseweg (1985) en vanuit daar naar het huidige gebouw aan de Rijnstraat (2017).

De Tweede Wereldoorlog

In mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen. De Nederlandse regering vlucht naar Londen. Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Londen. Nederlandse ambtenaren en diplomaten zetten zich daar in voor de belangen van de Nederlandse bevolking in bezet gebied. Ook praten ze mee over hoe de wereld van na de oorlog eruit moet komen te zien.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog helpen diplomaten, consuls, en andere medewerkers op verschillende diplomatieke posten hielpen (Joodse) vluchtelingen aan een veilig onderkomen. Een aantal van de verhalen lees je op de pagina Gedenkwaardige verhalen uit de Tweede Wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog: groei en reorganisatie

Na de Tweede Wereldoorlog stelt Nederland zich actiever op in de wereld. Het wordt lid van de Verenigde Naties (1945), de NAVO (1949), en van de Raad van Europa (1949). Vanaf 1949 draagt Nederland ook bij aan ontwikkelingssamenwerking. Ook speelt het een belangrijke rol in de Europese samenwerking. Doordat meer landen onafhankelijk worden, groeit ook het diplomatieke postennetwerk.

Na het einde van de Koude Oorlog wordt Buitenlandse Zaken opnieuw georganiseerd. Het doel van deze reorganisatie is om verschillende onderdelen van het ministerie beter met elkaar te laten samenwerken. Ook verandert de samenstelling van het ministerie. Een voorbeeld daarvan is het aantal vrouwen dat op hoge diplomatieke posities werkt. De 1e vrouwelijke ambassadeur wordt in 1956 benoemd, maar vrouwen blijven lang in de minderheid. Tegenwoordig is bijna de helft van de ambassadeurs vrouw. 

Onderzoek diplomatieke geschiedenis

Onderzoek naar alles wat samenhangt met het verleden van het ministerie en het gevoerde beleid gebeurt door de Historische Eenheid, e-mail: esa-historie@minbuza.nl