Speciaal humanitair gezant voor Gaza: ‘Het aantal burgerdoden moet onmiddellijk naar beneden’

Ministeries

In december 2023 werd Marjanne de Kwaasteniet door minister Geoffrey van Leeuwen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) benoemd tot Speciaal Humanitair Gezant voor Gaza. Sinds haar benoeming reisde ze al enkele keren naar de regio. Ze vertelt wat ze daar zag, en hoe dat haar inspireerde direct hard aan de slag te gaan.

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Ministerie van Buitenlandse Zaken
Marjanne de Kwaasteniet (links) met minister Bruins Slot in Gaza.

Minister Van Leeuwen zei bij de benoeming: ‘De humanitaire situatie in Gaza en omgeving is uiterst nijpend en hulporganisaties doen wat ze kunnen. Er wordt geprobeerd onderdak, voedsel en water, medische zorg en psychosociale steun te verlenen. Maar de toegang tot mensen in nood en de bescherming van hulpverleners zijn niet gegarandeerd. Daar gaat onze gezant zich voor inzetten. Al onze aandacht is erop gericht om ervoor te zorgen dat er maximaal humanitaire hulp wordt geboden in Gaza.’

Burgerdoden

Na ruim anderhalve maand in functie kan Marjanne die woorden van de minister alleen maar onderstrepen, vertelt ze. ‘De situatie in Gaza is eigenlijk op allerlei manieren slecht. Er valt om te beginnen een schrikbarend aantal burgerdoden, onder wie veel vrouwen en kinderen. Dat is onacceptabel. De belangrijkste boodschap die we als Nederland willen uitdragen is dan ook dat het aantal doden naar beneden moet.’

Ze vervolgt: ‘Daarnaast willen we dat humanitaire organisaties veilig kunnen werken. Deze organisaties hebben veel lokaal personeel verloren aan het voortdurende geweld. Humanitair personeel moet te allen tijde veilig kunnen werken.’

Toevoer hulpgoederen

En dan is er ook nog het voortdurende tekort aan humanitaire goederen, legt Marjanne uit. ‘Voedsel, water, medicijnen, overal is tekort aan. En dat komt in de eerste plaats omdat er niet genoeg Gaza binnen komt. Nederland en Jordanië hebben ook recent medische hulpgoederen en voedsel vanuit de lucht gedropt in de buurt van het Jordaanse veldhospitaal in Gaza. Maar dat is bij lange na niet voldoende. Er moet meer hulp beschikbaar komen, niet alleen vanuit Egypte maar bijvoorbeeld ook via Israël zelf, zoals via de haven van Ashdod en de grensovergangen Kerem Shalom en Eretz en via Jordanië. Daar dringen we als Nederland ook stevig op aan.’

Maar alleen het invoeren in Gaza van de goederen is niet voldoende. Marjanne: ‘De broodnodige producten moeten ook nog worden verspreid, en om dat ordentelijk te laten verlopen moeten gevechtspauzes worden ingelast. Nu is de realiteit dat die verspreidingsmomenten te kort zijn en geplande distributie vaak ontaardt in chaos. Er wordt soms geplunderd, waardoor er steeds mensen aan het kortste eind trekken. Dat zijn meestal de zwakkeren, die de hulp het hardst nodig hebben en vaak nog niet eens een zak bloem kunnen bemachtigen. Er moeten dus afspraken worden gemaakt over wanneer hulpgoederen veilig kunnen worden verspreid.’

Daarbij moet ook beter gekeken worden naar heel Gaza, zegt Marjanne. ‘In het zuiden zijn inmiddels wel hulpgoederen beschikbaar, maar daar zitten heel veel mensen op een hoop in de meest mensonterende omstandigheden. Vrouwelijke hygiëneproducten zijn er bijvoorbeeld nauwelijks, en er wordt honger geleden.’ Ze vervolgt: ‘Van Noord-Gaza weten we minder precies hoe het er gaat, omdat er niemand echt bij kan. Het is dus niet geheel duidelijk hoeveel mensen daar zitten, maar we weten wel dat er nauwelijks hulpgoederen naartoe gaan. En voor heel Gaza geldt dat ziekenhuizen nauwelijks functioneren. Er zijn er nog enkele open maar die hebben al lang niet meer de middelen om te functioneren zoals ze zouden willen. Het is er constant onveilig, mensen riskeren hun leven om er te werken.’

Ministers

Voor het verbeteren van de humanitaire situatie reisde Marjanne al meermaals naar de regio (Egypte, Israël, de Palestijnse Gebieden en Jordanië), onder meer samen met minister Van Leeuwen en minister Hanke Bruins Slot van Buitenlandse Zaken. ‘Recent was ik met minister Bruins Slot in Israël, waar ook zij de boodschap bleef herhalen dat het aantal burgerdoden onmiddellijk naar beneden moet’, zegt Marjanne. ‘Haar aanwezigheid, maar ook die van minister Van Leeuwen tijdens een eerder bezoek, opent natuurlijk deuren.

Tijdens die bezoeken spraken we met de minister van Buitenlandse Zaken, maar ook met de Nationale Veiligheidsadviseur, over hoe Israël de militaire operatie uitvoert, over de noodzaak het aantal burgerslachtoffers naar beneden te brengen, over de gebrekkige toegang van humanitaire hulp en over de noodzaak humanitaire werkers en medici Gaza te laten in-en uitreizen. Ook sprak minister Bruins Slot met president Herzog.’

Ze gaat verder: ‘Daarbij tonen we natuurlijk begrip voor de veiligheidssituatie van Israël zelf. De Israëlische maatschappij is getraumatiseerd sinds 7 oktober. Hun veiligheidsgevoel is aangetast en de nog altijd gegijzelde Israëliërs zorgen voor veel onzekerheid en verdriet. Dat speelt mee in de huidige situatie, maar we moeten er als internationale gemeenschap – en dus ook als Nederland – voor zorgen dat de situatie in Gaza onmiddellijk verbetert.’

Humanitaire diplomatie

Marjanne zal de komende maanden regelmatig afreizen naar de regio om zich zo maximaal in te zetten voor betere tijden. Maar regelmatig contact met humanitaire organisaties en met andere landen is minstens zo belangrijk, vertelt ze. ‘Via de verschillende VN-organisaties horen we bijvoorbeeld steeds hoe de situatie ter plaatse is en waar precies behoefte aan is. Daarnaast zet ik samen met de humanitair gezanten van onder anderen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland vol in op humanitaire diplomatie. We overleggen wekelijks, en bij die overleggen is inmiddels ook Sigrid Kaag betrokken. Zij is, zoals bekend, door de VN aangesteld als humanitair coördinator voor Gaza. We zetten met elkaar de klokken gelijk en blijven steeds dezelfde boodschappen herhalen bij de Israëliërs. Dat moeten we blijven doen.’

Heel voorzichtig kijkt Marjanne ook al een beetje naar de toekomst, vertelt ze. ‘Mijn mandaat strekt zich ook uit over reconstructie. De wederopbouw dus. Helaas is daar nu nog totaal geen mogelijkheid voor, maar het is wel belangrijk om er vast over na te denken. Bijvoorbeeld het herstellen van watervoorzieningen, daar is Nederland goed in. Ik hoop echt dat we daar nog dit jaar voorzichtig aan kunnen beginnen, in ieder geval met kleine eerste stappen.’