Seksueel geweld in oorlogen: internationale conferentie in Den Haag

Ministeries

In bijna alle oorlogen komt seksueel geweld voor. Zoals aanranding, verkrachting of seksueel misbruik. Vaak blijven deze daden onbestraft. Daarom brengt het ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met de Verenigde Naties aanklagers van over de hele wereld bij elkaar in Den Haag, tussen 26 en 28 maart. Om elkaar te ondersteunen bij de berechting van daders van seksueel geweld. Vanuit Nederland zijn onder anderen officieren van justitie Mirjam Blom en Jolanda de Boer erbij. “Internationale samenwerking is cruciaal in deze zaken.”

Vergroot afbeelding Groepsfoto International Prosecutors Conference
Groepsfoto van aanwezigen op de International Conference of Prosecutors on Accountability for Conflict-Related Sexual Violence.

Internationale conferentie tegen seksueel geweld in conflicten

Het is voor het eerst dat openbaar aanklagers uit bijna dertig landen bij elkaar zijn om ervaringen uit te wisselen over de vervolging van daders van seksueel geweld in conflicten. Nederland hecht sterk aan rechtsvervolging en draagt daarom met overtuiging bij aan de conferentie in Den Haag. Nederland  organiseert die in samenwerking met het kantoor van de speciaal vertegenwoordiger voor seksueel geweld in conflicten van de Verenigde Naties, Pramila Patten.

Mirjam Blom en Jolanda de Boer zullen als Nederlandse aanklagers deelnemen. Blom is senior officier van justitie internationale misdrijven; De Boer senior officier van justitie met ruime ervaring op het dossier mensenhandel en georganiseerde (migratie)criminaliteit.

Grote uitdagingen voor het vervolgen van seksueel geweld

Over de juridische uitgangspunten van vervolging van seksueel geweld zijn de meeste landen in de wereld het met elkaar eens. Maar de praktijk is weerbarstig. “Het gaat bij seksueel misbruik in conflicten om ingewikkelde en langdurige onderzoeken”, stelt Blom. “Het is moeilijk om voldoende bewijs te verzamelen.”

Zeker in conflictgebieden is het niet gemakkelijk vast te stellen waar de getuigen zich bevinden en hoe ze gehoord kunnen worden. Blom: “Het is lang niet altijd mogelijk daar zelf naartoe te gaan met een juridisch team.” Vaak zijn er wel niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) actief, die getuigenissen uit eerste hand verzamelen. Maar aan het gebruiken van informatie van ngo’s zitten de nodige haken en ogen. Beide juristen zouden graag zien dat deze samenwerking gemakkelijker wordt.

Meer internationale samenwerking nodig

Samenwerking is volgens de juristen sowieso de belangrijkste sleutel tot meer resultaten. Daarbij is wat hen betreft ook een grote rol weggelegd voor het Internationaal Strafhof. “Het zou mooi zijn als het Strafhof vaker betrokken kan worden bij zaken in landen die lid zijn van het Internationaal Strafhof”, zegt De Boer. “Dat is ook een grote wens van hoofdaanklager Karim Khan van het Strafhof.”

Nederland heeft al veel ervaring opgedaan in het vervolgen van seksueel geweld samen met andere landen en internationale organisaties. Een voorbeeld is een onderzoeksteam dat zich bezighoudt met misdrijven tegen de Jezidibevolking door mensen die naar Syrië en Irak gingen om zich onder het gezag van Islamitische Staat te vestigen. Hierin werkt Nederland samen met België, Frankrijk en Zweden. Het team krijgt daarbij ondersteuning van Eurojust, een EU-agentschap dat zich inzet voor samenwerking tussen gerechtelijke autoriteiten in de strijd tegen grensoverschrijdende zware criminaliteit.

Deze samenwerking heeft al geleid tot eerste zaken in alle deelnemende landen. Nederland arresteerde in november 2022 een vrouw die tijdens haar verblijf in Syrië misbruik maakte van een Jezidivrouw.

Een ander voorbeeld van succesvolle samenwerking is de aanpak van ernstige geweldsmisdrijven tegen migranten en vluchtelingen in Libië. Hierin werkt Nederland samen met Italië, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en het Internationaal Strafhof.

“Seksueel geweld is een belangrijk onderzoeksveld in dit samenwerkingsverband”, zegt De Boer. “We delen ruimhartig informatie om zaken aan te pakken.” Italië en Nederland vervolgen inmiddels een aantal verdachten.

De Boer geeft aan dat het behulpzaam zou zijn als er standaard maatregelen genomen worden om samenwerkingen als deze te vergemakkelijken. “Nu moeten we de samenwerking telkens opnieuw inrichten. Dat kan efficiënter.”

Vergroot afbeelding Officieren van justitie  Jolanda de Boer en Mirjam Blom.
Officieren van justitie Jolanda de Boer (links) en Mirjam Blom (rechts).

Na de conferentie

De juristen hopen dat de conferentie gevolgd zal worden door meer initiatieven. Met het delen van expertise kan al veel worden gewonnen. Nederland heeft bijvoorbeeld veel kennis op het gebied van forensisch-medisch onderzoek. Blom: “Ik kan me ook voorstellen dat we meer trainingen organiseren, rond specifieke thema’s of voor specifieke doelgroepen, zoals officieren van justitie. We kunnen nog veel meer in collectief verband doen.”

Voor het ministerie van Buitenlandse Zaken staat rechtsvervolging van daders van conflictgerelateerd seksueel geweld hoog op de agenda. Dat blijkt onder meer uit de beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale rechtsorde en het Nationale Actieplan 1325 op Vrouwen, Vrede en Veiligheid. Nederland zal zich daarvoor blijven inzetten, zowel nationaal als internationaal. 

Nederland hecht daarbij aan een benadering die sterk is gericht op overlevenden. Het betekent bijvoorbeeld dat niet alleen juridische vervolging belangrijk is, maar ook geestelijke zorg, psychosociale steun en programma’s rond seksuele gezondheidszorg. Het betekent ook dat overlevenden van seksueel geweld betrokken moeten worden bij vredes- en besluitvormingsprocessen.