Kansen voor Nederland op atoomconferentie IAEA in Wenen

Ministeries

Bij 'nucleaire technologie' denk je waarschijnlijk aan militaire wapens zoals de atoombom. Maar nucleaire technologie wordt ook op vreedzame manieren gebruikt: bijvoorbeeld om energie op te wekken of ziektes te behandelen. Tijdens de jaarlijkse conferentie van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) in Wenen komen diplomaten, experts, bedrijven, en ngo’s van over de hele wereld samen. Ze delen kennis en maken afspraken over veilig en verantwoord gebruik van nucleaire technologie.

Vergroot afbeelding
Beeld: Dean Calma / IAEA

De minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, benadrukte tijdens de conferentie de kansen en uitdagingen van nucleaire technologie: “Nucleaire technologie kan in een fractie van een seconde een catastrofe veroorzaken. Tegelijkertijd heeft het de kracht om kanker, honger en klimaatverandering te bestrijden ─ en vele andere urgente problemen waarmee we worden geconfronteerd.”

Voor Nederland is de atoomconferentie juist nu belangrijk, omdat de nucleaire sector in ons land blijft groeien. Het kabinet wil de komende jaren kerncentrales bouwen. Kernenergie speelt een belangrijke rol in het behalen van onze klimaatdoelen.

Kernenergie

Bij het opwekken van elektriciteit in een kerncentrale komt geen CO2 vrij. Dat maakt kernenergie een duurzame energiebron. Er ontstaat wel een beetje uitstoot tijdens de bouw van kerncentrales en bij de opslag van kernafval. Toch is de totale uitstoot van broeikasgassen bij kernenergie 40 keer lager dan bij aardgas, ongeveer even veel als bij windenergie en zelfs lager dan bij zonne-energie.

Nederland wil in 2040 alle elektriciteit CO2-neutraal produceren. Om dat voor elkaar te krijgen, zet het kabinet onder andere in op kernenergie. De ontwikkeling van kernenergie brengt ook uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en kernafval. Daarom werkt Nederland tijdens de atoomconferentie samen met andere landen om ervaringen en kennis uit te wisselen en de risico’s zo klein mogelijk te houden.

Vergroot afbeelding
In Borssele (Zeeland) staat de enige actieve kerncentrale van Nederland. Beeld: Rijksoverheid

Kankerbestrijding

In ziekenhuizen wordt nucleaire straling, door middel van medische isotopen, gebruikt om patiënten te helpen. Bijvoorbeeld om kankercellen op te sporen en tumoren te bestralen. Deze isotopen hebben vaak minder bijwerkingen en zijn goedkoper dan andere behandelingen.

Een belangrijke bron van medische isotopen is de kernreactor in het Nederlandse Petten. Deze reactor maakt isotopen voor tienduizenden patiënten per dag over de hele wereld en levert ongeveer 65% van de Europese en 30% van de wereldwijde vraag. Dit jaar zijn er tijdens de atoomconferentie meerdere sessies over de productie van medische isotopen en behandelingen van kanker.

Nederland deelt op de conferentie ook de ambitieuze plannen voor de nieuwe PALLAS-kernreactor, die over een aantal jaar de huidige kernreactor in Petten zal vervangen. Op die manier kan Nederland ook de komende tientallen jaren 50 miljoen mensen over de hele wereld van medische behandelingen blijven voorzien.

Voedselzekerheid

Op de atoomconferentie bedenken landen en experts ook hoe ze landbouwtechnieken kunnen verbeteren en delen met landen die moeite hebben om voldoende voedsel te produceren. Door wereldwijd samen te werken, kan nucleaire technologie worden ingezet voor verbetering van bodembeheer en nieuwe plantensoorten die beter bestand zijn tegen klimaatverandering. Dit kan een verschil maken in de strijd tegen honger.

Met deze technologie kunnen gewassen beschermd worden tegen ziekten en plagen, waardoor boeren meer kunnen oogsten. Het zorgt ook voor een betere bodemkwaliteit en helpt om water slimmer te gebruiken in de landbouw. De toepassing van nucleaire technologie op gewassen laat geen straling of schadelijke stoffen achter in ons voedsel. Alle manieren waarop deze technologie in de landbouw wordt gebruikt, worden streng gecontroleerd en zijn wereldwijd als veilig verklaard.
 

Nederlandse inzet

Tijdens de atoomconferentie in Wenen richt Nederland zich op drie belangrijke pijlers: non-proliferatie (safeguards), nucleaire veiligheid (safety) en nucleaire beveiliging (security).

Vergroot afbeelding
Een medewerker van het IAEA houdt de vlag vast terwijl hij de frontlijn passeert, vlakbij de kerncentrale van Zaporizja in Oekraïne. Beeld: Fredrik Dahl / IAEA

Non-proliferatie

Nucleaire non-proliferatie betekent dat we voorkomen dat kernwapens zich verder verspreiden. Het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) speelt hierin een grote rol door afspraken te maken met landen en controles uit te voeren. Het IAEA in Wenen wordt ook wel de ‘nucleaire waakhond’ genoemd.

Met behulp van een groot aantal inspecteurs houdt de organisatie toezicht op nucleaire installaties wereldwijd. Dat kan alleen als zoveel mogelijk landen meedoen en we het IAEA de mogelijkheid geven om zijn werk te doen. Daar zet Nederland zich voor in.

Nucleaire veiligheid

De bekendste ongelukken met kerncentrales waren in Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011). In Tsjernobyl ontstond het ongeluk door een mislukte test, waardoor de reactor explodeerde. In Fukushima zorgden een zeebeving en tsunami ervoor dat de koeling uitviel. De gevolgen van het ongeluk in Tsjernobyl waren zeer ernstig en hielden jarenlang aan.

Daarom staat veiligheid voorop bij het gebruik van nucleaire technologie. Of het nu gaat om kerncentrales of onderzoekscentra: alles moet voldoen aan strenge veiligheidsregels om ongelukken te voorkomen. Dit is nog belangrijker in conflictgebieden, zoals bij de illegaal door Rusland bezette kerncentrale van Zaporizja in Oekraïne, waar het IAEA extra controles uitvoert.

Nucleaire beveiliging

Nederland werkt met het IAEA samen om te voorkomen dat nucleair materiaal in verkeerde handen valt. Het IAEA helpt landen bij het opzetten van goede beveiligingssystemen om zich te beschermen tegen dreigingen.

Kerncentrales moeten goed beveiligd worden om ervoor te zorgen dat nucleair materiaal bijvoorbeeld niet in handen komt van terroristen. Die zouden dit radioactieve materiaal kunnen toevoegen aan ‘gewone’ explosieven, waardoor zogenaamde vuile bommen ontstaan.

Er bestaat ook een risico op spionage bij kerncentrales, fabrieken die uranium verrijken of bij opleidingsinstituten om zo kennis te verzamelen over kerntechnologie voor het maken van kernwapens. Strenge beveiliging en controle moeten dit voorkomen.