Duitsland en Nederland: een intensieve samenwerking
Ministeries
Sinds zijn eerste buitenlandse vakantie heeft ambassadeur Ronald van Roeden een zwak voor Duitsland. De grote Oosterbuur is een van de belangrijkste partners op vele thema’s, zoals de energietransitie. Vooral de samenwerkingen in de grensgebieden – economisch en op het gebied van onderwijs - vindt Van Roeden een voorbeeld van de hechte relatie. En toch: ‘Er is veel aandacht in Duitsland voor Nederland, andersom kan dat wel een tandje meer.’
U bent nu ruim een half jaar de Nederlandse ambassadeur in Berlijn. Wat valt u op aan Duitsland?
‘Ik vind Duitsland een heel toegankelijk land. Dat was al zo tijdens de vakanties die ik er als kind doorbracht. Mijn eerste zwemles kreeg ik als vierjarig jongetje tijdens mijn eerste buitenlandse vakantie in Duitsland. Ook nu als ambassadeur vind ik dat ik overal welkom ben. Ik had een afspraak met een minister van de deelstaat Nordrein-Westfalen, die zomaar een paar uur duurde, en hij had zich zeer goed voorbereid. Hetzelfde geldt voor contacten met leden van het Duitse parlement, de Bondsdag. Ik had dat vooraf niet verwacht, dus het is een aangename verassing.’
Nederlanders en Duitsers lijken op elkaar, wil het cliché, en zijn anderzijds op een aantal punten zeer verschillend. Hoe ervaart u dit?
‘Ik zie de verschillen bijvoorbeeld tijdens overleggen. In Nederland verlopen die veel informeler, iedereen aan tafel doet uitgebreid en ongevraagd zijn of haar zegje. Op Duitsers kan dat chaotisch overkomen; zij spreken vaak alleen op aangeven van de voorzitter. Duitsers hebben wel eens tegen mij gezegd na een overleg met veel Nederlanders: ‘Het leek alsof iedereen ruzie met elkaar had.’
‘Er zijn ook veel overeenkomsten. Zowel in Duitsland als in Nederland was er bijvoorbeeld veel verzet tegen de corona-maatregelen. Beide landen hadden een zichtbare groep die hiertegen protesteerde. Tegelijkertijd zie je dat Duitsland veel meer regels had om de pandemie te bestrijden en dat – ondanks de verschillen hierin per deelstaat – Duitsers zich hierin heel gedisciplineerd toonden. Gedisciplineerder dan in Nederland.’
'Het is veelzeggend dat tijdens de corona-pandemie de Duits-Nederlandse grens nooit tijdelijk is gesloten, als één van de weinige Europese grenzen.’
Op welke onderwerpen en thema’s werkt Nederland samen met Duitsland?
‘Je kan beter vragen, op welke terreinen we níet samenwerken. Duitsland is een van de belangrijkste handelspartners. Energie is momenteel het belangrijkste thema. Nederland en Duitsland zijn, door de ligging, op dit punt tot elkaar veroordeeld.'
'Neem de windmolenparken in het Duitse Waddengebied: het onderhoud geschiedt vanuit de Eemshaven. Rotterdam is cruciaal in de aanvoer van grondstoffen en energie, of het nu olie is of straks waterstof, voor het Ruhrgebied. Daarnaast hebben we heel veel te bieden op het vlak van innovatie, of het nu landbouw of ruimtevaart betreft.’
‘In de grensgebieden zijn er veel voorbeelden van samenwerking die ik erg inspirerend vind. Het is veelzeggend dat in de afgelopen twee jaar van de corona-pandemie de Duits-Nederlandse grens nooit tijdelijk is gesloten, als één van de weinige Europese grenzen.’
'Ik ervaar in Duitsland een enorme interesse in ons land. Nederlandse auteurs zoals Arnon Grünberg, Tommy Wieringa of Marga Minco, worden hier in grote oplagen vertaald.'
‘Vorig jaar was ik als nieuwe ambassadeur bij de Grensland-conferentie in Enschede. Daar zag ik veel wederzijds enthousiasme. Op het gebied van onderwijs en arbeidsbemiddeling wordt goed samengewerkt. Er is bijvoorbeeld een steunpunt voor werklozen aan beide kanten van de grens. Hetzelfde geldt voor de samenwerking tussen politie- en justitiediensten. Er zijn de laatste jaren nogal eens plofkraken in het grensgebied waarbij het spoor naar Nederland leidt. De bestrijding hiervan doen we gezamenlijk.’
‘Economisch, cultureel en op defensieterrein zijn de banden zeer hecht. Daarnaast ervaar ik hier in Duitsland een enorme interesse in ons land. Nederlandse auteurs zoals Arnon Grünberg, Tommy Wieringa, Geert Mak of Marga Minco, worden hier in grote oplagen vertaald en krijgen veel aandacht op de Frankfurter Buchmesse. En in het Duitse parlement, de Bondsdag, is een parlementaire groep die zich bezighoudt met de betrekkingen met Nederland.’
‘Het beeld van Nederland hier is wel aan het verschuiven. De tijd dat men bij Nederland alleen aan Frau Antje, kaas en Van Gogh denkt is allang voorbij. Doorgaans heeft men een positief beeld van Nederland. Op veel gebieden worden we als voorloper gezien, al is er ook veel aandacht voor bijvoorbeeld zware criminaliteit.’
Hoe is de interesse van Nederland in Duitsland?
‘Ik zou graag zeggen dat de diepe interesse vanuit Duitsland wederzijds is. Tegelijkertijd merk ik dat bijvoorbeeld Nederlandse politici sterk gericht zijn op de binnenlandse politieke onderwerpen en daarna op de thema’s en besluitvorming in Brussel. Het buitenland lijkt soms een bijzaak, maar contacten met Berlijn zijn er zeker.'
'Als ambassadeur hoop ik de contacten met de regeringen van de Duitse deelstaten te intensiveren. De nieuwe Nederlandse minister van Klimaat, maar ook de minister van Onderwijs zouden daar zouden daar bij voorkeur ook op bezoek moeten gaan. De deelstaat Nordrein Westfalen is qua omvang vergelijkbaar met Nederland en is een directe buur. Alle reden om daar op politiek niveau contacten te leggen.’
U schetst een beeld waarbij bedrijven, gemeenten, onderwijs- en kennisinstellingen aan beide zijden van de Nederlands-Duitse grens veel contact hebben. Wat is de rol van u als ambassadeur in zo’n intensief en wijd vertakt netwerk?
‘Ik ben als ambassadeur onderdeel van een groter geheel. Een ambassadeur vertegenwoordigt de Nederlandse overheid. Mijn aanwezigheid op een bijeenkomst geeft soms een bepaald gewicht, waardoor lokale bestuurders bijvoorbeeld ook komen. Ik leg contacten bij de verschillende Bondsstaten, bij leden van het Duitse parlement. Daarbij zijn er in München en Düsseldorf twee consulaten-generaal die bij dit werk en het leggen en onderhouden van contacten, onmisbaar zijn, naast drie NBSO’s en dertien honorair-consuls die over een uitstekend lokaal netwerk beschikken.’
‘In Nederland denkt men soms dat een deelstaat hetzelfde is als een Nederlandse provincie, maar Duitse deelstaten zijn niet alleen qua omvang veel groter, maar hebben ook meer beslissingsbevoegdheden. Door de corona-pandemie werd dat ineens heel zichtbaar: in de ene deelstaat golden allerlei beperkingen, in de ander ging het er redelijk ontspannen aan toe.’
Wat hoopt u de komende jaren als ambassadeur te bereiken?
‘Omdat de maatregelen tegen de corona-pandemie worden verminderd, hoop ik dat we als ambassade meer evenementen kunnen organiseren en meer uitwisseling op alle niveaus tot stand kunnen brengen. Elkaar fysiek ontmoeten is voor het leggen en onderhouden van goede contacten van groot belang.’
‘Daarnaast hoop ik Nederlandse politici te interesseren om meer contacten te leggen met Duitse deelstaten. En in het algemeen wil ik als ambassadeur bijdragen aan de mooie, diverse rol die Nederland voor Duitsland speelt op vele terreinen. Die rol, en de vriendschap tussen onze landen, moeten we niet voor lief nemen, daar moeten we in blijven investeren.’