Een breed netwerk is essentieel in het grote Brazilië
Ministeries
Als kind woonde André Driessen een paar jaar in São Paulo. Met zijn eerste aanstelling als ambassadeur in Brazilië is de cirkel nu rond. Brazilië is een continent op zich. Nederland heeft naast een ambassade twee consulaten en meerdere handelskantoren in het immense land. Naast de grote economische belangen werkt Nederland met Brazilië samen op andere vlakken, zoals de strijd tegen de georganiseerde misdaad en ontbossing.
Hoe zou u Brazilië omschrijven?
‘We kennen Brazilië natuurlijk van de stereotypen, zoals carnaval en de grote watervallen. Maar het land heeft zoveel meer facetten en gezichten. Brazilië is een continent op zich. Er is ook niet een Braziliaan. Mensen hebben hele verschillende achtergronden. Dat maakt het juist interessant. We moeten dus verder kijken dan die stereotypen en recht doen aan wat dit land te bieden heeft.’
‘Ik heb als kind een paar jaar in São Paulo gewoond, van mijn vierde tot achtste. Dus ik heb altijd wel meer interesse in dit land gehad. Dat ik hier nu als ambassadeur werk, heeft wel iets van een full circle verhaal. Het is niet zo bewust gegaan, want dat heb je bij Buitenlandse Zaken niet helemaal in de hand. Wel heb ik een zekere voorliefde voor Latijns-Amerika. Dus toen de kans zich voordeed om in Brazilië te werken, was ik daar blij mee.’
Wat zijn de belangrijkste thema’s waar Nederland en Brazilië aan samenwerken?
‘De basis is voor een groot deel de eeuwenlange vriendschappelijke relatie en de economische samenwerking. Nederland heeft hier grote economische belangen. In de afgelopen jaren zijn we soms ook op politiek gebied samen opgetrokken. De Braziliaanse diplomatie heeft een goede reputatie. Er kan altijd goed samengewerkt worden.’
‘Verder werken we samen aan de thema’s klimaat en duurzaamheid, zoals de strijd tegen ontbossing. Een ander thema dat steeds belangrijker wordt, is criminaliteitsbestrijding. Op dat terrein wordt de samenwerking met de Braziliaanse politie en douane voor Nederland steeds belangrijker.'
Kunt u daar voorbeelden van noemen?
‘Bij de economische samenwerking moet je dan vooral denken aan het ondersteunen van bedrijven. Een recente ontwikkeling is dat Brazilië in de schijnwerpers staat voor waterstofontwikkeling. Dit is een land waar goed en ook redelijk goedkoop waterstof kan worden gemaakt. Er zijn allerlei plannen om die naar Europa te halen. Rotterdam is daar een belangrijke speler in.’
‘Ook op onderwijs doen we veel. Er wonen ongeveer 25.000 Brazilianen in Nederland, waarvan een deel studeert en een ander deel bijvoorbeeld in de IT werken. Op politiek vlak wordt vooral in multilaterale fora samengewerkt aan mensenrechten. Op nationaal niveau zijn er in Brazilië op dat gebied nog uitdagingen, daarom ondersteunen we verschillende projecten vanuit het Mensenrechtenfonds. Samenwerken is belangrijk in een wereld waar de tegenstellingen steeds groter worden.’
'In totaal hebben we op zestien plekken een Nederlands vlaggetje op de kaart staan.’
Naast de ambassade in Brasilia, zijn er ook (honoraire) consulaten en handelskantoren. Hoe verhouden deze zich tot elkaar?
‘Brazilië is een groot land, dat vraagt om een breed netwerk. We hebben hier twee consulaten, dat zijn onze beroepsposten in São Paulo en Rio de Janeiro. De gehele consulaire dienstverlening vindt dus plaats vanuit São Paulo en niet vanuit de ambassade in Brasilia. De meeste Nederlanders wonen in die omgeving. Daarnaast hebben we twee handelskantoren, de Netherlands Business Support Business Offices (NBSO). Het is eigenlijk een heel pragmatische oplossing om kleine kantoortjes te hebben daar waar het economisch interessant is en waar bedrijven extra steun nodig hebben.’
‘Het is ook belangrijk te noemen dat binnen het netwerk ook collega’s werken van andere departementen. We hebben bijvoorbeeld een landbouw-, innovatie-, politie- en douaneattaché. Die hebben weliswaar hun eigen werkgever, maar werken in ons netwerk samen. Ten slotte hebben we 11 honoraire consuls die, vooral in toeristische gebieden, mensen bijstaan. In totaal hebben we op zestien plekken een Nederlands vlaggetje op de kaart staan.’
Hiervoor was u directeur Internationaal Ondernemen. Is Brazilië een aantrekkelijke markt voor Nederlandse bedrijven?
‘Vanwege de omvang en het potentieel is het zeker een aantrekkelijke markt, maar het is geen makkelijke markt. Brazilië heeft een redelijk gesloten economie met hoge importtarieven en veel bureaucratie. Bedrijven vinden het lastig daarmee om te gaan. Daarnaast spelen ook thema’s als corruptie en integriteit een rol. Ze zeggen ‘Brazil is not for beginners’, maar die uitspraak heb ik ook in China en Nigeria gehoord. Mij maak je niet wijs dat het zakendoen in Brazilië ingewikkelder is dan in China of Nigeria.’
‘Het belangrijkste is het beschikken over doorzettingsvermogen en tijd om je goed voor te bereiden. Wat ik helaas zie is dat ons profiel hier gebaseerd is op de traditionele landbouwproducten. Terwijl we in veel andere landen een omslag hebben gemaakt naar kennis, innovatie en dienstverlening. We kunnen denk ik meer investeren in modernisering van het Nederlandse profiel hier in Brazilië. Daar kunnen ontzettend veel bedrijven en kennisinstellingen profijt van hebben.’
Brazilië is erg hard getroffen door het corona-virus. Hoe groot zijn de gevolgen van de pandemie?
‘Het gaat hier op dit moment beter dan in Nederland. Brazilië komt langzamerhand uit de lockdown en ook andere beperkingen worden nu opgeheven. Het virus kende hier een hoogtepunt in het voorjaar van 2021. Toen ging het helemaal mis. De gezondheidszorg implodeerde en er was een enorm politieke discussie gaande waarbij de president de pandemie bagatelliseerde. Op het zelfde moment namen andere gouverneurs, waaronder die van São Paulo, het wel serieus. Je kreeg een beetje dezelfde situatie als in de Verenigde Staten.’
‘Het land heeft helaas ontzettend veel slachtoffers te betreuren. De effecten van de lockdown zijn met name in het onderwijs en bij kleine bedrijven te merken. De toename in armoede, daar gaan we de komende tijd iets van merken. Afgelopen week was ik in Rio de Janeiro en São Paulo. Daar zag ik veel mensen op straat slapen. Je hebt de directe gevolgen van de pandemie, maar ook een sociaal-maatschappelijke nasleep die langzamerhand zichtbaar wordt.’
'Wat ik graag zou willen, is dat ik een bijdrage kan leveren aan de modernisering van dat beeld van Nederland in Brazilië.'
Wat wilt u de komende jaren bereiken als ambassadeur?
‘Ik zit hier natuurlijk met een economisch profiel. Dus dat wordt een van de punten waar ik in wil investeren. Wat ik graag zou willen, is dat ik een bijdrage kan leveren aan de modernisering van dat beeld van Nederland in Brazilië. Dat wat we hier doen, meer laten aansluiten op de ontwikkelingen die we ook in de Nederlandse economie laten zien: meer technologie, meer innovatie, meer gericht op duurzaamheid en energietransitie.’
Nederlanders en Brazilianen zijn gek op voetbal. Kan deze sport ons verbinden?
‘Voetbal is hier bijna religie. Het kan zeker verbinden. Brazilianen weten heel goed welke Braziliaanse spelers waar spelen. Als ik taxichauffeurs spreek, dan komen ze altijd met onze oude voetballers uit de jaren 80 en 90. Men weet dat Nederland een belangrijk voetballand is, maar ze vinden Brazilië natuurlijk belangrijker.’
‘Toen ik voor de president mijn geloofsbrieven moest aanbieden, heb ik al mijn voetbalhuiswerk gedaan. Ik heb ontdekt dat de Braziliaanse en Nederlandse elftallen dertien keer tegen elkaar gespeeld hebben en de balans compleet in evenwicht is: vier keer gewonnen, vier keer verloren en vijf keer gelijk gespeeld!’