Met de trein naar de klimaattop voor een duurzame reisindustrie
Ministeries
‘Treinen stoten gemiddeld slechts 10% aan CO2 uit ten opzichte van vliegtuigen’, vertelt Erika van der Linden van Rail to the COP. Toch geven veel mensen de voorkeur aan het vliegtuig voor reisjes binnen Europa, omdat de trein vaak duurder en lastiger is. Met de speciale klimaattrein, die op 30 oktober van Amsterdam naar de COP26-klimaatconferentie in Glasgow rijdt, geven Erika en haar medereizigers het goede voorbeeld. Erika vertelt over de dilemma’s van klimaatvriendelijk reizen en hoe zij de toekomst van duurzaam reizen ziet.
Van 31 oktober tot 12 november wordt in Glasgow de 26 editie van de Conference of the Parties (COP26) georganiseerd. De COP is een jaarlijkse conferentie over het klimaat van de Verenigde Naties. Tijdens COP26 komen landen samen om afspraken te maken over een gezamenlijke, wereldwijde aanpak van klimaatverandering.
Om deelnemers op een duurzame manier naar de COP te brengen, heeft de organisatie Youth for Sustainable Travel, in samenwerking met de NS, ProRail en Eurostar, de campagne Rail to the COP opgezet. Rail to the COP borduurt voort op de Sail to the COP campagne uit 2019. Een team van Youth for Sustainable Travel reisde toen met een zeilboot naar de oorspronkelijke locatie van de COP25 in Chili, om zo duurzaam reizen op de kaart te zetten. Dit jaar reizen zij niet met een zeilboot naar de COP, maar met de ‘klimaattrein.’
Aan boord van de klimaattrein
Tijdens de treinreis zijn er workshops, debatten en seminars om aandacht te vragen voor een duurzame reisindustrie. Er gaat een diverse groep mensen mee op de klimaattrein. ‘Jongeren en politici, maar ook mensen die zelf in de treinsector werken’, vertelt Erika. ‘Aan de ene kant is ons doel om mensen duurzaam naar de COP te vervoeren, maar we hopen ook dat er meer verbinding en begrip ontstaat tussen deze verschillende groepen.’
Oneerlijke situatie
In een van de treinstellen wordt gesproken over de rol van belastingen in de reisindustrie. Erika vertelt dat er bijvoorbeeld gesproken wordt over hoe je aan de hand van belastingen en ticketprijzen kan laten zien hoe duurzaam die vorm van reizen is.
‘Het is nu eigenlijk een oneerlijke situatie’, geeft Erika aan. ‘De CO2-uitstoot wordt nu niet meegenomen in de prijs van een vliegticket en er is weinig belasting op kerosine, waardoor vliegen zo goedkoop kan.’ Erika vertelt dat de vliegindustrie niet is meegenomen in het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs werd gesloten en niet wordt meegerekend in de CO2 afdruk van een land. ‘Het is lastig om te bepalen wie verantwoordelijk is voor de CO2. Is dat het land waar het vliegtuig vertrekt of waar het aankomt? En wat als het vliegtuig alleen een tussenstop maakt?’
Erika is blij dat er een CO2-belasting in Europa is ingevoerd. Ze zou ook graag zien dat vliegtickets duurder worden en treinreizen goedkoper. ‘Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als de inkomsten uit de belasting op vliegtickets geïnvesteerd kunnen worden in hogesnelheidslijnen of gebruikt kunnen worden om treintickets goedkoper te maken. Om reizen met de trein ook mogelijk te maken voor mensen met een kleine portemonnee.’
Een gezamenlijke Europese visie
Om treinreizen een aantrekkelijk alternatief voor vliegen te maken, wordt er in een ander treinstel gesproken over hoe het Europese treinnetwerk verbeterd kan worden. ‘Vaak ligt het spoor er al, maar wordt er voorrang gegeven aan sprinters in eigen land in plaats van een internationale hogesnelheidstrein’, meent Erika. Volgens haar krijgen nationale treinorganisaties zoals de NS, het meeste geld om te zorgen voor een goed binnenlands treinnetwerk. ‘De internationale treinen zijn daardoor vaak de tweede prioriteit’.
Het delen van data tussen verschillende treinorganisaties is volgens Erika ook een van de belemmeringen. Er is nu wel een European timetable, maar Erika vertelt dat nationale treinorganisaties vaak voorzichtig zijn met het delen van informatie over wanneer hun treinen rijden. ‘Veel treinorganisaties zijn bijvoorbeeld bang als ze te veel data weggeven dat mensen hun treintickets via andere organisaties gaan kopen, waardoor zij winst mislopen.’
Erika geeft aan dat er wel initiatieven zijn om dit te verbeteren. De Europese commissie voor Mobiliteit en Vervoer (MOVE) ontwikkelt het beleid van de Europese Unie op het gebied van vervoer en mobiliteit en biedt bijvoorbeeld financiële steun voor de aanleg van internationale spoorlijnen. ‘MOVE heeft een plan opgesteld om treinreizen binnen Europa beter op de kaart te zetten’, vertelt Erika. ‘MOVE heeft bijvoorbeeld de ambitie om het hogesnelheidsnetwerk in Europa in de periode tot 2050 te verdriedubbelen.’
Wel reizen, niet de negatieve gevolgen
Erika wil niet dat we stoppen met reizen, maar hoopt in de toekomst te kunnen reizen zonder de negatieve gevolgen ervan. ‘Ik vind het heerlijk om nieuwe mensen te leren kennen, nieuwe landschappen te zien, nieuw eten te ontdekken en nieuwe talen te leren. Maar het is zo zuur dat je weet dat het fijn voor jezelf is, maar slechte gevolgen heeft voor het klimaat.’
Erika tipt daarom om bijvoorbeeld een Interrail ticket te kopen, daarmee kan je goedkoop en flexibel met de trein door Europa reizen. ‘Houd ook de nachttreinen in de gaten. Er komen er steeds meer bij, zoals naar Wenen, Praag en Zurich.’ Ook nachtbussen zijn volgens Erika een goede optie. ‘Nachtbussen zijn wel vooral geschikt voor mensen die goed tegen weinig slaap kunnen. Maar het grote voordeel is: je hebt een slaapplek en transport in één.’
Ook kijkt Erika altijd of het echt de moeite waard is om naar een ander continent te vliegen, of dat ze het ook dichter bij huis kan vinden. ‘Vliegen naar een ander continent kost veel meer CO2 dan vluchten binnen Europa. Ik bedenk daarom altijd: is het echt nodig om bijvoorbeeld naar Bali te gaan of kan ik voor de mooie stranden ook naar Griekenland of Italië?’