BUZA-maker Frank Ketelaar: ‘Ik ben niet uit op realisme, je moet het als kijker vooral kunnen geloven’

Ministeries

Vanavond gaat de 4-delige politieke dramaserie BUZA in première op NPO1. Maker Frank Ketelaar had hiervoor contact met oud-ministers en voormalig woordvoerders, maar kwam ook langs op het ministerie waar hij met BZ’ers sprak en ideeën opdeed.

Vergroot afbeelding Poster van de dramaserie BUZA
Beeld: ©BNNVARA

Hoe kwam je op het idee van BUZA als dramaserie?

‘Mijn goede vriend William Shakespeare wist het al; achter de coulissen van de macht kijken is altijd spannend. Als maker van drama kijk ik graag naar series als The West Wing en House of Cards. Die geven een mooi (fictief) inkijkje in de achterkant van de Amerikaanse politiek. Bovendien zijn de dilemma’s er levensgroot, perfect voor een dramaserie.

In 2014 kwam ik al op het idee om de enorme verantwoordelijkheid te laten zien die de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken neemt in grote, ingewikkelde diplomatieke kwesties. Ik zag natuurlijk allemaal verschrikkelijke zaken voor me waar BZ mee te maken heeft: gijzelaars, crises in het buitenland en bijvoorbeeld wat er laatst in Afghanistan gebeurd is. Ik zou zelf niet kunnen slapen als ik zoveel op me moest nemen, maar ik heb groot respect voor mensen die dat wel kunnen én doen.’

De wereld van BZ

‘“De minister van BZ verkeert in chronische staat van jetlag.” Dat zei oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot toen we hem spraken. Hij vertelde me van alles over zijn ministerschap en wat daarbij komt kijken. Dat gesprek inspireerde mij en mijn producent om het idee voor de serie verder uit te diepen. Nadat ik ook Job Frieszo – toenmalig voorlichter van oud-minister Uri Rosenthal – sprak en biografieën van onder anderen Max van der Stoel had gelezen, wilde ik wel eens ervaren hoe het er nu echt aan toe gaat bij BZ.

Die kans kreeg ik al snel nadat ik contact opnam. Een van de woordvoerders ontving me vriendelijk op het ministerie. Ik kreeg een rondleiding door het gebouw, ook langs de werkkamers van de ministers. Ik wilde er in gesprekken vooral achter komen wat diplomatie eigenlijk inhoudt, wat de gang van zaken is op BZ, hoe de procedures eruit zien, wat de aanspreektitels zijn en wat het jargon is. Die bezoeken heb ik gewaardeerd; ze hielpen me enorm om een beeld te krijgen van het departement en vooral het ministerschap en de mensen daar direct omheen.’

Vergroot afbeelding Regisseur Frank Ketelaar
Beeld: ©BNN VARA
Regisseur Frank Ketelaar

Realisme versus geloofwaardigheid

‘Omdat BUZA een fictief drama is, heb ik natuurlijk de karakters flink uitvergroot en alles nog spannender proberen te maken. Ik was dan ook niet uit op realisme, je moet het als kijker vooral kunnen geloven dat je hier echt te maken hebt met een Nederlandse minister en zijn staf. Denk bijvoorbeeld aan de ministerskamer die we creëerden, de kleding van de minister en zijn collega’s, de dienstauto’s en de scènes in vliegtuigen en in het buitenland.

Om geen geloofwaardigheid te verliezen en omdat het jaren kan duren voor een serie daadwerkelijk op televisie is, heb ik ook iedere vorm van actualiteit vermeden. Zo noemen we in de serie geen politieke partijen en schudden mensen elkaar netjes de hand; niet wetende dat we inmiddels weer zijn ingehaald door corona en de bijbehorende maatregelen.’

Zit er een vervolg in?

‘Eerst maar eens kijken hoe de kijkers reageren. Volgens mij is het een mooie serie geworden; het is sowieso spannend en ik hoop geloofwaardig. Bovendien gaat het echt ergens over: grote, gewichtige zaken waar veel politieke en persoonlijke belangen mee gemoeid zijn. Kees Prins is echt mijn gedroomde minister als Maarten Meinema, die speelt dat geweldig. Hij heeft een bepaald gewicht, en een unieke statuur die hij meeneemt in elk shot waar hij in zit. Ik heb het idee dat je dat als kijker allemaal gaat geloven.

Deze vier afleveringen vormen samen één afgerond verhaal. Maar als de NPO na de laatste aflevering op de stoep staat met bloemen en appeltaart en me vraagt om een vervolg, ga ik daar wel serieus over nadenken.’