‘Digitale handelsmissie dwingt tot omdenken’
Ministeries
Claudia Pieterse bereidt vanuit de Nederlandse ambassade in Rome de handelsmissie naar Italië voor. Als Hoofd van de Economische Afdeling (HEA) maakt ze Nederlandse ondernemers wegwijs in de mogelijkheden op het gebied van watertechnologie en duurzame mode. 'Door corona moet dat opeens digitaal.'
‘Iedere minuut telt, als je de aandacht van ondernemers vast wilt houden. Goede informatie bieden over kansen op het gebied van watertechnologie en duurzame mode is niet genoeg. We moeten dat ook op een aantrekkelijke manier doen. Een standaard powerpoint is een dooddoener, dat voel je wel aan. Maar het blijft experimenteren: wat werkt? Het is zoeken naar een balans tussen flitsende filmpjes, interactieve sessies en interessante sprekers. De Nederlandse ambassade in Rome werkt nauw samen met het consulaat-generaal in Milaan. We zijn een geolied team, maar moesten opnieuw uitvinden hoe je dat doet. Gelukkig hebben we veel gehad aan de lessons learned van andere Nederlandse ambassades die al eerder een digitale handelsmissie organiseerden.’
Filmregisseur in Hollywood
‘Al jaren stond deze handelsmissie op de planning; we wilden het koppelen aan Ecomondo, de grootste green technology beurs van Europa, die plaatsvindt in Italië. Sinds juli zijn we bezig met de voorbereidingen. Van een volledig fysiek programma ging het naar hybride vorm, waarbij minister Kaag zou langskomen. Inmiddels wordt het een digitale handelsmissie en reist de minister virtueel mee. Dat dwingt tot omdenken. Opeens heb ik te maken met scripts, studio’s, beeld en geluid. Ik voel me soms net een filmregisseur in Hollywood.’
Matchmaking
‘Nederlandse ondernemers zijn digimoe: de schermtijd is eigenlijk al op voor de rest van dit jaar. Daarom hebben we leuke dingen bedacht. Zo maakte onze filmploeg een reportage in Prato, de textielregio in de buurt van Florence die deelnemers normaal gesproken zouden bezoeken. Voor Nederlandse ondernemers die hier zaken willen doen, kunnen we iets betekenen. We zijn goed ingevoerd en hebben veel contacten. Na een webinar met do’s en dont’s over ondernemen in Italië volgt de matchmaking, waarbij Nederlandse ondernemers contact kunnen leggen met Italiaanse partners. Het programma is aangepast aan de bedrijven die zich hebben aangemeld. Dit jaar moeten we extra flexibel en dynamisch zijn.’
Marktanalyses
‘Wat een HEA verder doet? Ik stuur het economisch team in Italië aan en houd me bezig met economisch beleid. Op microniveau heb ik contact met Nederlandse bedrijven. We werken aan handelsvragen, doen zakenpartnerscans en marktanalyses, bijvoorbeeld op het gebied van e-commerce en healthy aging. Daarnaast kijk ik op macroniveau naar de economische situatie in Italië. Hoe zien de overheidsfinanciën eruit, welke positie neemt Italië in in Brussel? Ook speelt de discussie over het herstelfonds. Italië is hieruit de grootste ontvanger van Europa, er wordt dan ook aandachtig gekeken waaraan dit land het geld gaat uitgeven.’
Minder tulpen verkocht
‘In Europees kader komen Nederland en Italië elkaar vaak tegen. Eerder dit jaar waren er bilaterale spanningen, toen Nederland een stevige positie innam in Brussel. Dat zorgde voor reputatieschade. Italianen blijven bier drinken; grote bierbrouwers hebben daar weinig last van. En wie specifieke technologische oplossingen nodig heeft, koopt dat nog steeds bij een Nederlands bedrijf. Maar anti-Nederlandse sentimenten en de publieke opinie hebben wel degelijk invloed op de retail. De sierteelt heeft hier last van gehad: er werden minder Hollandse tulpen verkocht. De reputatie van Nederland proberen we nu op te vijzelen, bijvoorbeeld door bloemen te promoten in het kader van de Italiaanse grootouderdag, afgelopen 2 oktober.’
Productie ging door tijdens lockdown
‘In beide landen hakt Covid-19 erin. Vooral het noorden van Italië, het hart van de industrie, is zwaar geraakt. We gingen al vrij vroeg in lockdown, maar de productie op de werkvloer ging zoveel mogelijk door. Daar hebben Nederlandse bedrijven ook van geprofiteerd. Op de piek van de lockdown mocht ik me niet verder begeven dan 200 meter van mijn huis. Ik zag niemand meer behalve mijn gezin. Die periode ligt gelukkig achter ons. Even een mondkapje opdoen is nu een kleine moeite.’
Lees meer over de eerste Swapfiets-vestiging in Milaan