‘Naast 'techies' ook diplomaten nodig voor een stabiel cyberspace’

Ministeries

‘Ik ben als historicus met een talenknobbel een echte alfa. De cyberwereld vol bèta’s is dus niet mijn natuurlijke habitat. Maar niemand onttrekt zich aan de enorme technologische revolutie die gaande is.’ Carmen Gonsalves is hoofd van de Task Force Cyber van Buitenlandse Zaken en zet zich dagelijks in voor wereldwijde online veiligheid en vrijheid.

‘Internet begon zo’n 25 jaar geleden als een vriendelijke omgeving die de wereldgemeenschap dichter bij elkaar moest brengen en vooruit moest helpen. Het wordt nu helaas steeds meer gebruikt om ook negatieve invloed uit te oefenen op de wereld, bijvoorbeeld om de economie of veiligheid te ondermijnen. Denk aan de hack bij Diginotar waardoor valse websitecertificaten werden verspreid in 2011, of de aanval op Microsoft Windows met Wannacry ransomware in 2017, die de Britse NHS stillegde.

Het dreigingsbeeld wordt steeds acuter, blijkt ook uit jaarrapporten van veiligheidsdiensten. Nederland loopt voorop als internetknooppunt en een van de meest gedigitaliseerde landen. Daardoor zijn we sterk, maar ook kwetsbaar. Snelle ontwikkelingen op gebieden als kunstmatige intelligentie, het ‘internet of things’, en het 5G-netwerk zorgen hierbij voor een extra vliegwieleffect.’

Het 'Wilde Westen'

‘We willen voorkomen dat de cyberwereld het 'Wilde Westen' wordt, en het internet open, vrij en veilig houden voor Nederland en Nederlanders. Daarvoor zetten we als Task Force Cyber sinds 2016 een heel arsenaal aan diplomatieke instrumenten in. Als we zien ziet dat dreigingen komen van het grondgebied van een bepaald land, kunnen we met andere EU-landen samenwerken om die aanvallen te stoppen. Als de betreffende actor na verzoeken daartoe niet wil meewerken kunnen we de dreiging publiek maken; 'naming en shaming'. Dat gebeurde ook met de betrokken GRU-officieren na de verijdelde OPCW-hack vorig jaar. Als dat ook niet helpt zijn er sancties mogelijk: het bevriezen van tegoeden van personen/organisaties of het niet verlenen van visa.’ 

Gedrag

‘In cyber gaat het niet alleen om techniek, maar steeds meer om gedrag. Alle deelnemers aan het cyberverkeer moeten zich aan bepaalde regels houden voor een zo stabiel en veilig mogelijk internet. Maar ook vrijheid staat in de cyberwereld steeds meer onder druk; internetcensuur snoert burgers de mond.

Om het gedrag te reguleren werkt mijn team samen met onder meer de NCTV, betrokken ministeries, het bedrijfsleven, de technische gemeenschap, gedragswetenschappers en in internationaal verband in de EU, de OVSE en de NAVO. In de VN vertegenwoordig ik ons land in een werkgroep met cyberexperts uit 25 landen. Mijn ervaring als diplomaat en mijn rol als bruggenbouwer helpen me hierbij. Dat de secretaris-generaal VN mij voor die functie vroeg, zie ik als erkenning voor de Nederlandse bijdrage op cybergebied in de afgelopen jaren.’

Cyber wereldwijd

‘Onze wereldwijde posten zijn ook belangrijke partners. In Brussel, Beijing , Genève, Moskou, Singapore en Washington hebben we – of krijgen we binnenkort - vaste cyberdiplomaten. Andere ambassades hebben of krijgen cybercoördinatoren en werken met bijvoorbeeld met behulp van de door ons gemaakte cyber(diplomatie)gids. Ook geven we wereldwijd trainingen over hoe internationale rechtsregels van toepassing zijn in de cyberwereld.

Om digitaal minder sterke landen te helpen stonden we als Nederland aan de wieg van het Global Forum for Cyber Expertise. Om digitaal weerbaarder te worden wisselen 100 landen, bedrijven, internationale organisaties en maatschappelijk middenveld expertise uit. Cyberdiplomatie wordt ook op aangrenzende terreinen van buitenlands beleid steeds belangrijker: voor economische veiligheid, het tegengaan van ongewenste buitenlandse beïnvloeding en desinformatie.

En ook heel belangrijk: we ondersteunen al jaren het Digital Defender Partnership (HIVOS) om wereldwijd mensenrechtenverdedigers beter te beschermen tegen online aanvallen/dreigingen.’