Hoogleraar staatsrecht Ingrid Leijten over het belang van de Grondwet anno 2023
Ministeries
Ingrid Leijten is hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Tilburg. Ze bestudeert de bescherming van grondrechten in de moderne rechtsstaat. In dit interview gaat zij in op het belang van (kennis over) de Grondwet, en de daarin opgenomen grondrechten.
Hoe ziet u het belang van onze Grondwet vanuit uw positie als hoogleraar constitutioneel recht?
“De Grondwet is de basis. De Grondwet creëert bevoegdheden en maakt de uitoefening van overheidsgezag mogelijk. Tegelijkertijd regelt de Grondwet de begrenzing daarvan. Als we uitgaan van de vrijheid van burgers, kan machtsuitoefening door de overheid niet uit de lucht komen vallen. Zo maakt de Grondwet het mogelijk dat wetten worden gemaakt door de regering en de Staten-Generaal, bestaande uit de Tweede en Eerste Kamer. Maar ook vinden we in de Grondwet een hoofdstuk met grondrechten, zoals de vrijheid van godsdienst, het recht op persoonlijke levenssfeer en bestaanszekerheid. Bij het maken van wetten moet daarmee steeds rekening worden gehouden.”
Uit een recente peiling van BZK blijkt dat veel Nederlanders de Grondwet belangrijk vinden, maar tegelijkertijd niet weten wat erin staat. Hoe denkt u dat dit komt, en hoe kan dit worden verbeterd?
“Een grondwet is voor velen denk ik iets abstracts. Je hoort er wel over, maar het is lastig je er echt iets bij voor te stellen als je nooit reden hebt gehad om eens door dat document te bladeren, of scrollen. Natuurlijk zou het helpen als de Grondwet zichtbaarder, of tastbaarder zou zijn. Als er op scholen mee werd gewerkt en als iedereen een Grondwet in de kast zou hebben staan. Maar uiteindelijk is het vooral ook belangrijk de achterliggende gedachte te kennen: dat zowel de bevoegdheden van de overheid als de grenzen daaraan in de Grondwet zijn vastgelegd; dat de belangrijkste spelregels van onze democratische rechtsstaat erin zijn opgenomen, en dat die niet zomaar kunnen worden aangepast.”
‘Een verkeerd beeld van hoe grondrechtenbescherming volgens de Grondwet werkt, kan wantrouwen in de hand werken. Tegelijkertijd kan voldoende kennis zorgen voor gefundeerde kritiek wanneer een instelling of bewindspersoon bijvoorbeeld regels aan haar laars lapt.’
Waarom is maatschappelijke kennis over de Grondwet belangrijk?
“Het is niet nodig dat iedereen bepalingen uit de Grondwet uit het hoofd kent. Maar zeker in tijden van crisis en van verhitte politieke discussie, waarin ook wordt verwezen naar de Grondwet, is enig begrip van de waarborgen die de Grondwet biedt, wel relevant. Als het gaat om grondrechten is het bijvoorbeeld van belang te weten dat die rechten in veel gevallen mogen worden beperkt en dus niet absoluut zijn. Dat die beperking moet gebeuren op basis van formele wetgeving, vormt een waarborg, omdat onze volksvertegenwoordiging er dan over mee kan praten. Een verkeerd beeld van hoe grondrechtenbescherming volgens de Grondwet werkt, kan wantrouwen in de hand werken. Tegelijkertijd kan voldoende kennis zorgen voor gefundeerde kritiek wanneer een instelling of bewindspersoon bijvoorbeeld regels aan haar laars lapt.”
Het is dit jaar ook 40 jaar geleden dat de sociale grondrechten werden ingevoerd. Wat is het belang van de sociale grondrechten in onze samenleving?
“Wij zijn in Nederland geneigd te zeggen dat we die rechten al hadden, voordat ze in 1983 in de Grondwet werden opgenomen. Onze Grondwet legt eerder vast wat al is, dan dat daarin bepaalde aspiraties worden opgenomen. Sociale grondrechten zijn vaak minstens zo belangrijk als klassieke grondrechten, want wat heb je aan het recht om te demonstreren of te stemmen, als je je handen vol hebt aan het voorzien in basisbehoeften, zoals gezondheid, wonen of bestaanszekerheid? Een goede bescherming van sociale grondrechten verlangt soms beperking van onze vrijheden, bijvoorbeeld tijdens een pandemie of in de klimaatcrisis. De toeslagenaffaire, maar ook de wooncrisis of tekorten in de zorg, laten zien dat ook in Nederland voldoende bescherming van sociale grondrechten geen vanzelfsprekendheid is. Wat mij betreft verdienen deze dan ook meer aandacht, en mogen ze in discussies over het toekomstbestendig maken van ons constitutionele bestel, niet over het hoofd worden gezien.”