Sociale huurwoning of een vrijesectorwoning in NGT

Uitlegvideo in Nederlandse Gebarentaal over verschillen sociale huurwoning en een vrijesectorwoning.

Sociale huurwoning of een vrijesectorwoning

Sociale huurwoningen zijn betaalbare woningen voor mensen met een laag inkomen. 
Voor mensen met een hoger inkomen zijn er vrijesectorwoningen. 

Belangrijkste verschillen sociale huurwoning en vrijesectorwoning
De belangrijkste verschillen tussen een sociale huurwoning en een vrijesectorwoning zijn: 

1. Hoogte Inkomen
Voor een sociale huurwoning mag uw inkomen niet te hoog zijn. Voor een vrijesectorwoning geldt geen maximaal inkomen. Om een sociale huurwoning bij een woningcorporatie te krijgen gelden de volgende inkomensgrenzen (2024):
•    € 47.699 als u alleen woont.
•    € 52.671 als u met een partner of andere huisgenoten woont. 

Heeft u de sociale huurwoning bij een woningcorporatie gekregen? Dan mag uw inkomen daarna wel stijgen tot boven de inkomensgrens. 
Er gelden geen inkomensgrenzen als u een sociale huurwoning bij een andere verhuurder gaat huren. 

2. Maximale huur
De overheid bepaalt de maximale huur van een sociale huurwoning. 
Er geldt geen maximale huur voor een vrijesectorwoning. 
De kale huur van een sociale huurwoning mag niet hoger zijn dan € 879,66 in 2024.

3. Recht op huurtoeslag
Misschien heeft u recht op huurtoeslag. U moet wel aan voorwaarden voldoen. 
Bekijk de voorwaarden voor huurtoeslag op de website van de Belastingdienst/Dienst Toeslagen. Zoek op Belastingdienst.nl op 'voorwaarden huurtoeslag'.

In een sociale huurwoning heeft u meestal recht op huurtoeslag. 
In een vrijesectorwoning heeft u meestal geen recht op huurtoeslag. Uw huur en inkomen zijn dan vaak te hoog. 

4. Zelfstandige of onzelfstandige woning
Een sociale huurwoning is een zelfstandige woning of een onzelfstandige woning. Een zelfstandige woning is bijvoorbeeld een flat, studio of eengezinswoning. 
Dit is een woning met een eigen toegang, eigen keuken en toilet voor de huurder. 
Deelt u bijvoorbeeld de wc of keuken met andere huurders? Dan huurt u een onzelfstandige woning (kamer). 
Een vrijesectorwoning is altijd een zelfstandige woning. 

5. Huisvestingsvergunning
Wilt u een sociale huurwoning huren? Dan heeft u in sommige gemeenten een huisvestingsvergunning nodig. 
Voor vrijesectorwoningen geldt dit in sommige gemeenten alleen voor middenhuur.  
Informeer bij uw gemeente of u een huisvestingsvergunning nodig heeft. Een huisvestingsvergunning vraagt u aan in de gemeente waar u gaat wonen. 

6. Woningcorporatie of particuliere verhuurder
Een sociale huurwoning huurt u meestal bij een woningcorporatie. 
Soms bij een particuliere verhuurder. 
Een vrijesectorwoning huurt u meestal bij een particuliere verhuurder. Soms bij een woningcorporatie of makelaar. 

Twijfelt u of u in een sociale huurwoning of vrijesectorwoning woont of gaat wonen? Vul enkele vragen in en u krijgt antwoord. 
Ga naar https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/woning-huren/vraag-en-antwoord/woon-ik-in-een-sociale-huurwoning-of-niet