Letterlijke tekst persconferentie na ministerraad 20 september 2024

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Schoof na afloop van de ministerraad op 20 september 2024. Bekijk de hele persconferentie via YouTube.

Algemene Politieke Beschouwingen (1)

SCHOOF

Heel eerlijk, ik heb het met de papieren niet goed gedaan, dus is natuurlijk even buitengewoon vervelend. Dit is een soort klassieker hè. Goed, mijn excuus, dat ik even in de papieren- het zal wel ietsje van vermoeidheid zijn misschien na twee nachten debat.

Maar goed om hier de week weer te kunnen afsluiten, eerst op deze persconferentie en straks met de eerste tv- en radiogesprekken van dit politieke jaar. Het was een productieve week, kan ik wel zeggen. Want na het regeerprogramma vorige week, hebben we dinsdag op Prinsjesdag ook ons verhaal voor 2025 gepresenteerd in de Troonrede en de Miljoenennota. Waarbij we benadrukt hebben dat ons land er goed voor staat, maar dat er ook problemen zijn die we aanpakken. Dat alles kwam de afgelopen twee dagen samen in de Algemene Politieke Beschouwingen. Het was een intensief en inhoudelijk debat. Stevig, op het scherpst van de snede en laat ik eerlijk zijn; soms ook rommelig. En intensief mag zo’n debat zijn want het gaat ergens over. Over Nederland, over de belangen en zorgen van de mensen in ons land.

Uiteindelijk, om maar weer eens in sporttermen te spreken: het resultaat telt. En daarom ben ik tevreden dat wij een goede basis voor onze plannen hebben gevonden in de Tweede Kamer. We kunnen nu dus met volle kracht verder. Aan de slag met de begroting voor 2025. En bovenal met alle ambities uit ons regeerprogramma.

Ik denk dat onze boodschap inmiddels wel geland is. Zowel hier in politiek Den Haag als in de rest van Nederland. Maar ik herhaal het nog maar eens: dit kabinet gaat zich met overtuiging en een realistische blik inzetten om de problemen in Nederland aan te pakken. Wat kan wél, om de woningnood te verlichten? Wat kan wél, om de migratie-instroom in te perken? Wat kan wél, om de bestaanszekerheid te vergroten? Dat is wat mensen van ons verwachten en met die overtuiging zitten wij op onze post. Het politieke en technische handwerk daarvoor kan nu écht gaan beginnen. En daar zult u de komende weken en maanden ongetwijfeld de weerslag van zien.

Graag wil ik nog even stilstaan bij een aspect van het debat van de afgelopen dagen. Het ging veel en lang over het openbaar maken van ambtelijke adviezen rondom artikel 110 en 111 van de Vreemdelingenwet. De lijn is dat het kabinet stukken verstrekt direct nadat een besluit is genomen. Als we dat eerder doen gaat het ten koste van zorgvuldige besluitvorming van de ministerraad. Want zulke stukken geven onvermijdelijk een onvolledig beeld, omdat die besluitvorming nog niet is afgerond. Gisteren heeft het kabinet op nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer besloten om van deze lijn af te wijken. Eenmalig en uniek. Omdat een meerderheid van de Tweede Kamer hierom vroeg. En ook omdat de vraag hoe we omgaan met asiel en migratie een van de speerpunten van ons Regeerprogramma is. Maar ook een van de meest besproken thema’s. Door deze stukken toch openbaar te maken, wilde ik als minister-president eraan bijdragen dat het debat weer over de inhoud zou gaan. En laat ik daarbij heel helder zijn. Wij vragen van onze ambtenaren, neutrale, stevige en kritische adviezen. Waarbij alle zijden en aspecten worden benoemd en belicht. De integriteit en professionaliteit van deze ambtenaren zijn boven elke twijfel verheven.

Herdenking 80 jaar operatie Market Garden

Vorige week startte de viering van 80 jaar bevrijding in het Limburgse Mesch. Morgen ben ik aanwezig bij de herdenking van 80 jaar operatie Market Garden in Driel. Daar zou de Poolse premier Tusk ook bij zijn. Maar hij heeft door de natuurramp die in zijn land heeft plaatsgevonden, begrijpelijkerwijs besloten om in Polen te blijven. Ik maak graag van deze gelegenheid gebruik om de Polen, en ook alle andere landen in Midden-Europa die getroffen zijn door deze verschrikkelijke overstromingen, veel sterkte te wensen. En uiteraard leven we mee met de nabestaanden van de slachtoffers die daar gevallen zijn.

Algemene Vergadering van de VN

Dan alvast een blik op volgende week. Die staat voor mij voor een groot deel in het teken van de Algemene Vergadering van de VN in New York. Ons Koninkrijk wordt breed vertegenwoordigd. En dat is niet voor niets, want er zijn veel internationale thema’s die we daar kunnen bespreken met andere landen. Natuurlijk de Russische oorlog in Oekraïne, alle onrust in het Midden-Oosten, Venezuela, klimaat. Allemaal kwesties die ons raken, direct maar ook indirect. Het past bij Nederland, als internationaal georiënteerd land, dat wij ons op het wereldtoneel daarover uitspreken. Dat gaan we ook volgende week doen, met donderdag mijn toespraak namens het Koninkrijk. En dan ziet u mij vrijdag hier weer terug, na de volgende ministerraad.

Algemene Politieke Beschouwingen (2)

WESTER (RTL)

Meneer Schoof, u memoreerde het zojuist al een paar keer. Het motto van dit kabinet blijkt te zijn: kijken wat wel kan, hoe het wel kan. Als dat nou je motto is en je ziet dat je met de asielwetcrisis, noodwetgeving een doodlopende weg inloopt. Dan zou je zeggen: ‘kijken wat wel kan’. Dat is spoedwetgeving. Dus waarom niet daarop volop inzetten?

SCHOOF

Het kabinet gaat de besluitvorming over de toepassing artikel 110, 111 de komende periode bekijken, bestuderen. Ik heb gisteren in de Kamer ook gezegd dat de discussies zoals die gisteren in de Kamer zijn geweest nadrukkelijk worden meegewogen bij de besluitvorming in het kabinet, evenals alle ambtelijke adviezen die tot nu toe nog bij de individuele ministers lagen. Maar die natuurlijk ook onderdeel gaan uitmaken van de besluitvorming, het besluitvormingsproces van de ministerraad.

WESTER

Dus u gaat nadrukkelijk kijken of het misschien toch niet veel beter via spoedwetgeving kan?

SCHOOF

De inzet van het kabinet was en is om dat langs de lijn van 110 en 111 te doen. Maar tegelijkertijd betrekken we alle adviezen, alle opvattingen, ook het debat van de Kamer, bij onze uiteindelijke afweging die ook gaat of wij vinden dat we tot een dragende motivering van het besluit kunnen komen.

WESTER

Alle deskundigen op de ministeries, ook uw oud-collega’s, waar u tot voorkort leiding aan gaf op het ministerie van Justitie, zeggen: ‘dit moet je zo niet doen, dit gaat zo niet werken’. Waarom daar dan toch zo in volharden?

SCHOOF

Ik heb gisteren daar, wat is het…

WESTER

Lang, heel lang.

SCHOOF

14 uur, of zoiets. 16, dank. 16 uur ongeveer, niet alle 16 uur gingen over dit onderwerp, dat moet ik dan weer toegeven, lang over gesproken. En dan kunnen we hier met elkaar het debat weer over doen maar dan doe ik en de Kamer onrecht, en misschien ook mijzelf ook nog onrecht. Het kabinet zit nu in het traject van die besluitvorming. Daar wegen we alles in mee. Ook alle adviezen. En als wij een besluit hebben genomen, dan komen we hier ongetwijfeld na de ministerraad op terug. En dan kunnen we dit met elkaar vast en zeker hervatten.

WESTER

Ik snap best dat u dat zo zegt en ook zo moet formuleren want dit is wel een beetje de route om de PVV, mevrouw Faber, of Geert Wilders, de tijd te geven om die draai te maken.

SCHOOF

Dat zijn uw woorden.

WESTER

Maar bestrijdt u die?

SCHOOF

Ik kies mijn woorden toch echt een beetje anders…

WESTER

Oké, hoe zou u het dan zeggen?

SCHOOF

Nou kijk, het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma waren helder. De inzet is om het langs de lijn van artikel 110, 111 te doen. Maar ik herhaal wat ik ook gisteren in de Kamer heb gezegd. Het debat in de Kamer weegt mee. Alle adviezen die tot gisteren bij de individuele ministers zaten, inmiddels zeg maar voor iedereen toegankelijk zijn, die spelen ook mee. Er komen ongetwijfeld nog andere adviezen en dan maken wij een politiek-bestuurlijke afweging in het kabinet of wij met artikel 110-11 door kunnen gaan met een deugdelijke motivering, een dragende motivering is de formele term.

WESTER

Mevrouw Yeşilgöz zei gisteren in het debat, ik vertaal het even in mijn eigen woorden: ‘het maakt niet uit hoe je het regelt, als je het maar regelt’.

SCHOOF

Dat is zeker een punt, want uiteindelijk gaat het om de inhoud van het beleid en je wil strenge migratieregels. Maar we hebben een lijn gekozen als kabinet en die lijn gaan we met elkaar uitlopen. Minister Faber komt met voorstellen in de minsterraad. Bij haar ligt het initiatief. Haar voorstellen gaan we bespreken in de ministerraad.

WESTER

Die lijn net zo lang uitlopen tot u tegen die muur aan botst en dan toch een andere afslag?

SCHOOF

Ik heb gisteren ik geloof, in totaal heb ik 15 keer geloof ik herhaald dat de besluitvorming in het kabinet nog niet heeft plaatsgevonden en dat we dat de komende periode gaan doen en dat we daar alle adviezen meewegen en het debat van de Tweede Kamer. Dus ik ga nu eigenlijk hetzelfde doen wat ik gisterenavond in de Kamer heb gedaan, namelijk in herhaling vallen. Omdat het noodzakelijk is dat het kabinet gewoon een ordentelijk besluitvormingsproces afloopt.

WESTER

Wanneer denkt u dat het klaar is?

SCHOOF

Ik heb volgens mij gisteren in de Kamer ook iets gezegd van twee tot vier weken.

BREEDVELD (NOS)

Premier Schoof, hoe kijkt u terug op de heftigheid van het debat gisteren? Zeker als het ging over asielnoodwetgeving.

SCHOOF

Wat mij opviel was dat het debat werd gevoerd alsof het kabinet een besluit had genomen. En ik heb in de Kamer een aantal keer duidelijk proberen te maken, ook rondom overige informatievoorziening, dat het kabinet nog een besluit moet nemen.

BREEDVELD

Maar voelt u nog steun voor een eventuele maatregel om noodwetgeving voor asielmigratie uit te roepen?

SCHOOF

Ik heb geconstateerd dat in ieder geval de oppositie, maar dat was niet geheel onbekend, daar geen steun voor geeft. En dat de oppositie niet mee heeft gestemd met de motie die dat probeerde te veranderen. En daarmee zeg ik dan maar, heeft het parlement steun uitgesproken voor de lijn van het kabinet om ordentelijke besluitvorming te plegen en alles mee te wegen om uiteindelijk tot een besluit te komen en die ruimte aan het kabinet laat om dat te doen.

BREEDVELD

Maar juist dat instrument van noodwetgeving stuit op grote bezwaren in de Kamer. Ook bij uw regeringspartij NSC die zegt: ‘we zien het er niet van komen gezien alle bezwaren die er zijn juridisch gezien’.

SCHOOF

Dit wordt dus het debat van gisterenavond all over again. Met alle vriendelijkheid: het kabinet gaat nog in een traject van besluitvorming. Dat starten we nu op wat betreft de weg daarlangs. 110-111 is de insteek van het kabinet. Maar we hebben een Kamerdebat gehad, we krijgen adviezen, we krijgen nog meer adviezen en ik sta hier ongetwijfeld in twee tot vier weken ook hier, maar overigens ook vast en zeker vrij snel daarna in de Kamer, met de route die het kabinet heeft gekozen.

BREEDVELD

Maar de politieke realiteit is: er is bar weinig steun in de Kamer en zelfs uw regeringspartij NSC twijfelt eraan. Waarom voelt u dan kennelijk toch nog die steun om hiermee door te gaan?

SCHOOF

Het kabinet moet nog een besluit nemen. De insteek van het kabinet is 110-111, heb ik gisteren ook uitentreuren in de Kamer herhaald. Maar tegelijkertijd…

BREEDVELD

Maar juist die Kamer heeft bezwaren tegen die keuze die u maakt voor noodwetgeving.

SCHOOF

De motie die dat heeft geprobeerd te veranderen heeft niet een meerderheid in de Kamer gekregen. Wij nemen het Kamerdebat, we nemen de adviezen, alles mee in het traject, in de besluitvorming in de Kamer. Minister Faber komt met een voorstel naar de Kamer. We hebben vanochtend in de ministerraad ook afgesproken hoe we dat zeg maar stap voor stap kunnen doen met de diverse ministers, zodat, zeg maar, alles goed bij elkaar komt in de besluitvorming van dit kabinet en daarom heb ik er vertrouwen in dat wij tot een goed besluit komen.

BREEDVELD

Het is hele ingrijpende wetgeving om een crisissituatie uit te roepen, noodwetgeving in te stellen. Is dat dan wel verstandig als er zoveel weerstand is?

SCHOOF

Ja, maar, we blijven – ik blijf in herhaling vallen. Dus ik hoop dat u het me niet kwalijk neemt, maar dat ik zeg van het kabinet moet nog besluiten nemen.

BREEDVELD

Maar is dat dan wel verstandig?

SCHOOF

Het kabinet gaat om besluiten nemen en over die besluiten leg ik ontzettend graag zo meteen in de Kamer verantwoording af, maar zal ik ook hier zondermeer bereid zijn daar alle toelichting op te geven. Maar geef het kabinet dan eerst de ruimte om tot besluitvorming te komen en door het debat van gisteren, dat nemen we mee in die besluitvorming, maar leek het alsof het kabinet al een besluit had genomen. Maar we moeten dat besluit ook nemen en we moeten met elkaar ook tot een conclusie komen of wij een, zeg maar, de gronden voor het besluit of we die in het kabinet kunnen nemen.

BREEDVELD

Snapt u dat dat voor veel partijen in de Tweede Kamer echt een principieel punt is, omdat u overweegt de Tweede Kamer toch te passeren en gelijk noodwetgeving in te voeren?

SCHOOF

Daar ging gister het hele debat over. En ook om die reden heb ik uiteindelijk bewilligd in het informatie geven over het traject wat er aan ambtelijke adviezen lag, adviezen die ik zelf ook niet kende en ik snap dat het een heel principieel debat is en ik keek daar, en ook na het debat, kijk ik daar in die zin wat anders tegenaan. Dat naar mijn beleving de manier waarop wij het proces hadden ingericht en ons hadden voorgenomen dat nummer 110 en 111, zoals ik ook gister in de Kamer heb gezegd, als wij een besluit nemen over 110 of 111, dan gaat dat met alle stukken meteen naar de Kamer en tegelijkertijd de Raad van State, op zich is dat ook al bijzonder. En op die manier kan het parlement op alle mogelijke manieren bij dit besluit betrokken zijn. Maar, nogmaals, het kabinet moet dat besluit nog nemen. Daarom hebben we vanochtend in de ministerraad ook direct over afgesproken om dat ordentelijk te doorlopen om te zorgen dat we een goed besluit nemen. En uiteindelijk het resultaat, ook hier telt het resultaat.

BREEDVELD

Is het verstandig om zulke verregaande wetgeving in te willen voeren terwijl die zo omstreden is in de Tweede Kamer?

SCHOOF

Ik zou bijna in voorzitterstaal nu gaan zeggen ‘meneer de Voorzitter’, maar dat ga ik dan toch maar niet doen, maar we lopen echt het debat van gister over te doen, dus ik stop nu met deze vragen in de hoop dat dat niet als irritant wordt ervaren.

DE WINTHER (TELEGRAAF)

Meneer Schoof, u heeft het er vandaag over en ook al eerder over het resultaat telt. Kunt u aan Nederland vertellen wat Nederland gister aan het debat heeft gehad?

SCHOOF

Dat zeg maar de Kamer met grote meerderheid de begroting, het regeerprogramma de ruimte heeft gegeven dat het kabinet dat kan gaan uitvoeren. En dat lijkt me niet onbelangrijk, gelet op de problemen die Nederland heeft. Ook ten aanzien van de ambities die dit kabinet heeft. En dat heeft gisteren ook plaatsgevonden, naast een ingewikkeld debat over procedurevoorstellen, over brieven, over langs welke weg je uiteindelijk tot je resultaat kan komen.

DE WINTHER

Heeft Nederland niet vooral gezien dat de coalitie waar u op rust behoorlijk verdeeld is en zelfs boven de markt laat hangen dat er misschien wel een spoedig einde gaat komen aan deze coalitie?

SCHOOF

En hoezo heeft men boven de markt laten hangen dat er een spoedig einde komt, want dat was niet mijn afdronk van het debat?

DE WINTHER

Nee? Nou ik hoorde de fractieleider van de PVV zeggen dat hij helemaal niets voelt voor een alternatief bekijken van bijvoorbeeld de spoedwetprocedure, omdat het kabinet en de coalitie al eerder heeft besloten om de 110 en 111-route te bewandelen en dat hij zich het recht voorbehoud op het moment dat dat niet gebeurt, hij een eigen afweging zal maken en dat kwam op mij tenminste wat onheilspellend over voor een coalitie. Maar voor u niet, begrijp ik?

SCHOOF

Nee, nee. Nee, zo heb ik het ook echt niet ervaren gisteravond. Zeg maar, de uitspraak van de NSC-fractievoorzitter met betrekking tot artikel 68, die vond ik buitengewoon verrassend in het debat, maar goed, iedereen maakt zijn eigen afweging en dat ging over een procedure en niet over de inhoud. Het feit dat de heer Wilders daar vindt dat hij zijn eigen afweging moet maken, daar zit ‘ie ook voor in de Kamer. Ik neem aan dat elke fractievoorzitter en elke fractie zijn eigen afweging maakt en zo overigens ook het kabinet zijn eigen afweging maakt in de komende weken ten aanzien van de wijze waarop wij met artikel 110 en 111 verdergaan.

DE WINTHER

Dus mensen die dan niet in vak K zitten maar kennelijk wel aan het kijken zijn hoe twee auto ’s in volle vaart op elkaar afrijden die zien spoken, begrijp ik?

SCHOOF

Nou, ja, de spookrijder ziet meestal zichzelf niet, dus ik moet misschien enige relativering aanbrengen. Maar ik heb niet het gevoel dat gister op ene druk op het kabinet is gezet, dat er maar één route is, dat gevoel heb ik niet. En als die route niet wordt gevolgd, dat er dan sprake zou zijn van een kabinetscrisis die door één van de fracties wordt afgedwongen, dat gevoel heb ik absoluut niet.

DE WINTHER

Dus u denkt dat meneer Wilders wel gaat inbinden, ook al is zijn ruggengraat niet van banaan, wat was het ook alweer, het was ook laat voor mij?

SCHOOF

Ja, het was voor ons allemaal laat hè. Heeft u ook zo’n hekel aan die nachtelijke debatten? Daar zou toch echt een eind aan moeten komen. Eerst al bij de fractievoorzitters, nu twee keer, echt, ik was het alleen maar gewend bij cao’s en daar vond ik het al ceremonieel, maar goed, dat kan ik over de Kamer natuurlijk absoluut niet zeggen, want dat is het tempo van onze democratie. Dus dat moet ik hooghouden en al moet ik zeg maar de hele nacht daar doorvergaderen, dan zal ik dat met opgewektheid doen. Maar dit heeft gisteren niet een bom gelegd onder deze coalitie, niets van dat alles.

DE WINTHER

Niets van dat alles, oké. Dan nog even over artikel 68 en het aanroepen daarvan door een van die mensen die niet bezig is een bom te leggen onder de coalitie. Er is natuurlijk wel iets gebeurd. U zegt ‘het is een eenmalige actie om die stukken boven tafel te krijgen’. Dat zijn uw woorden volgens mij, want ik hoorde ze niet in de Kamer.

SCHOOF

Nee, dat klopt, dat zijn mijn woorden. Overigens heb ik het met zoveel woorden ook in de brieven geschreven die wij gisteren verstuurd hebben, dat het niet gebruikelijk is dat waar de besluitvorming in het kabinet nog niet is afgerond, om die stukken te leveren aan wie dan ook en ook niet met een beroep op artikel 68 uit de Kamer, dat is niet gebruikelijk. Maar gelet op datgene wat er aan belangen speelde, gelet op het feit dat daar een meerderheid van de Kamer voor te vinden was, gelet op de thematiek die intensief besproken werd en bekend is dat het ook politiek ingewikkeld ligt, heeft dat er bij mij toe geleid dat ik heb gezegd ik neem dat besluit om de stukken uiteindelijk toch te verstrekken.

DE WINTHER

Er leek wel wat rumoer over te zijn in uw eigen kabinet, mensen die daar verbaasd, verrast over waren, het ook onwenselijk vonden. Heeft u spijt van dat u die stukken heeft vrijgegeven?

SCHOOF

Mijn collega’s waren verrast en dat snap ik ook, zeg maar met de meest betrokken ministers hadden wij even contact gehad over de stukken die we zouden verspreiden en anderen niet, vervolgens waren we nog van slag natuurlijk van het openbaar maken van de zwartgelakte stukken en laat ook duidelijk zijn, en daarom zeg ik ook wat mij betreft eenmalig en uniek, het is niet gebruikelijk, dus de verrassing van de collega’s, begreep ik ook ten volle en ook als zeg maar oud-secretaris-generaal, kan ik het advies ambtelijk uittekenen over het al dan niet verstrekken van deze stukken he, dat doe je niet, maar uiteindelijk maak je een politieke afweging ten behoeve van het debat en het debat moest echt meer over de inhoud gaan en als ik eindeloos met de Kamer in debat was gegaan over het al dan niet verstrekken van deze stukken, dan had ik inderdaad misschien nu nog in de Kamer gezeten en dat wilde ik echt voorkomen, ik wilde dat het debat weer meer richting de inhoud ging, dat is uiteindelijk ’s avonds gelukt, maar dat was voor mij de reden en daarom zeg ik ook eenmalig en uniek, want ik moet zeggen, ik vind het in die zin, je zou kunnen zeggen zorgelijk, omdat we hiermee precedenten scheppen als we niet uitkijken en waarin de vertrouwelijkheid en de zorgvuldigheid die we ook in de ministerraad naar elkaar moeten hebben, maar ook ten opzichte van ambtelijke adviezen die aan ministers worden gegeven, dat mag niet onder druk komen te staan en dit soort zaken in dit stadium vrijgeven aan de Kamer heeft alle risico’s van onzorgvuldigheid in zich.

DE WINTHER

Ja, maar u heeft het dan toch vooral tegen zichzelf, tegen uzelf, want u heeft die stukken vrijgegeven en vandaar ook mijn vraag, heeft u daar nu spijt van alles overziend, kijkend naar wat er daarna gebeurt en kijkend naar de reacties van uw collega’s in het kabinet en het feit dat uzelf nu noemt, dat er geen precedentwerking mag plaatsvinden.

SCHOOF

Maar ik heb daar geen spijt van, het was een nou ja, een zorgvuldige afweging, maar wel in een split moment, omdat ik zag wat er gebeurde in de Kamer.

DE WINTHER

Maar het was eens maar nooit meer begrijp ik?

SCHOOF

Het is wat mij betreft eens maar nooit meer, maar zeg nooit nooit, zeker niet in de politiek, maar daarom dat ik het ook nog een keer benadruk en daarom hebben wij het ook in de brieven aan de Kamer benadrukt, dat dit niet de gebruikelijke wijze kan zijn om de redenen die ik hier net heb aangegeven, maar het was voor mij belangrijk, nogmaals gelet op de meerderheid van de Kamer, gelet op het onderwerp waar we het over hadden, asiel en migratie, om dit toch te doen.

VAN DER GOOT (NU.NL)

Premier Schoof, het is vandaag in de ministerraad nog niet gegaan over die noodwet voor asiel, volgende week gaat dat het ook niet, dan bent u in New York. U zegt net al ‘het duurt nog wel twee tot vier weken’. Hoe hoog is die nood dan?

SCHOOF

Nou, die twee tot vier weken ten opzichte van de periode die we met elkaar hebben doorlopen, denk ik dat we dat niet zorgvuldig kunnen doen. Als kabinet moeten wij veel dingen doen en we hebben ons in de zomerperiode geconcentreerd op de begroting en het regeerprogramma en we hebben ook met elkaar afgesproken dat we dat in deze volgorde zouden doen en dat de volgorde der dingen ook was om na het regeerprogramma aan de slag te gaan met het motiveren van 110, 111, die zeg maar expliciet ook in het regeerprogramma wordt genoemd en die nood is hoog.

VAN DER GOOT

Ja, want zorgvuldig stap voor stap dit doorlopen klinkt meer alsof er een spoedwet wordt voorbereid, als er nood is dan zeg je toch ‘we moeten vandaag actie ondernemen, we moeten daar vandaag over besluiten’.

SCHOOF

Dat punt van die zorgvuldigheid heb ik vanaf dag één dat ik premier ben rondom deze thematiek telkens benadrukt, wetende dat dit thema gevoelig ligt en dat is ook een van de redenen, naast zeg maar dat we de volgordelijkheid goed ten aanzien van onze activiteiten in het kabinet goed helder wilden hebben, hebben we ook die zorgvuldigheid steeds te benadrukken en ondanks het feit dat het noodwetgeving is, is zeg maar het tempo niet, ik moet zeggen dat de zorgvuldigheid niet ten koste mag gaan van het tempo dat je wil bereiken.

VAN DER GOOT

Ook niet bij nood?

SCHOOF

Ook niet bij nood.

VAN DER GOOT

Vandaag kwamen cijfers naar buiten dat het aantal asielaanvragen in Europa met 17 % is gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2022 lukte het de vorige staatssecretaris die bezig was met zo’n noodwet of in ieder geval om daarnaar te kijken al niet om die erdoor te krijgen. Waarom rekent u er dan nu op dat dat wel lukt?

SCHOOF

Sorry?

VAN DER GOOT

Waarom rekent u er nu op dat het wel lukt om die noodwet te krijgen als het de eerdere staatssecretaris al niet is gelukt en vandaag ook naar buiten komt dat het aantal asielaanvragen 17 % is gedaald in Europa?

SCHOOF

Ja, maar het aantal asielaanvragen is een van de indicatoren waarom we met elkaar vinden dat er sprake is van een situatie waarin er nu echt moet worden opgetreden, de hele asielketen…

VAN DER GOOT

Maar het aantal aanvragen is gedaald.

SCHOOF

Ja, maar dat is maar één onderdeel ervan. De opvang zit nog vol, de statushouders kunnen niet doorstromen naar huisvesting, omdat de woningmarkt vast zit, de asielketen is volledig vastgelopen. Mensen moeten veel te lang wachten op hun asielaanvragen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dus de nood om maatregelen te nemen kan niet ter discussie staan.

VAN DER GOOT

Wijst dat dan niet eerder op toch een opvangprobleem dan een asielprobleem?

SCHOOF

En wederom heb ik nu het gevoel dat ik weer de discussie van de Kamer ga herhalen met u. Dat doe ik overigens met veel liefde en plezier, totdat ik teveel in herhalingen ga vallen. Waar we tegen aankijken is meer dan een opvangprobleem.

HOEDEMAN (AD)

Meneer Schoof, de discussie om het staatsnoodrecht van toepassing te laten verklaren op het asielbeleid, dat was voor u niet nieuw. Dat is onderzocht toen u secretaris-generaal van J&V was. De uitkomst was: het kan niet. Wat herinnert u zich van het onderzoek?

SCHOOF

Dat is ook weer een goede vraag. Als secretaris-generaal zie ik alle stukken die naar de bewindspersonen gaan, zag ik alle stukken die naar de bewindspersonen gaan. Dus ik heb de stukken gezien. Ik heb een deel van de discussie meegemaakt. Maar dat laat onverlet dat ik, dat was in mijn rol als ambtelijk adviseur naar bewindspersonen. Nu hebben wij een discussie in het kabinet en die gaan we de komende periode krijgen, over het gebruik. En die zullen wij zorgvuldig met elkaar voeren. Maar er zit ook alweer twee jaar tussen.

HOEDEMAN

Regeren is vooruitzien. Mocht er weer ambtelijk advies komen dat het niet kan, dat het niet geprefereerd wordt, dan is het goede nieuws dat het wel kan via een spoedwet. Bent u daar niet blij om?

SCHOOF

Ik zei al: ‘het resultaat telt’. Uiteindelijk gaat het om grip krijgen op asiel en migratie. Maar de lijn van het kabinet is ook volstrekt helder. Ik begin er langzamerhand in te komen, kan ik u zeggen. Ik kom geheel in mijn ritmiek van gisterenavond. Haha.

HOEDEMAN

U wekt de indruk dat u dit pad moet aflopen omdat anders Wilders in opstand komt. Aan het eind van het pad gaat u zeggen: ‘het kan dus echt niet en we moeten nu die spoedwet doen’. Vindt u dat een rare veronderstelling?

SCHOOF

Ik kom echt weer in de neiging om te zeggen: ‘meneer de voorzitter’. Dat blijft mij nu achtervolgen geloof ik zolang we het over dit onderwerp hebben, gelet op die 14 uur van gisteren. 16, sorry, excuus. Wij lopen het pad wat we met elkaar hebben afgesproken in de ministerraad, en dat leidt op enig moment tot besluitvorming, zodra die besluitvorming is afgerond dan zit ik meteen na de besluitvorming in de ministerraad nog eerder hier dan in de Kamer. Dus dan kunnen we daar met elkaar over spreken.

HOEDEMAN

Over dit onderwerp hangt de geur van kabinetscrisis. Uw kabinet zit vandaag 81 dagen. Over die 87 komt u al heen. Hoe wilt u over die 100 heenkomen?

SCHOOF

Door zeg maar zorgvuldigheid te betrachten in de besluitvorming die we in het kabinet doen, in de wetenschap dat we in het kabinet ook fatsoenlijke discussies met elkaar kunnen voeren. Dat dat niet leidt tot enorme verhitte discussies, wel af en toe tot natuurlijk intensheid van discussies. Discussies in het kabinet leiden tot op heden, en ik ga er ook vanuit, niet tot nachtelijke sessies. Dat dat het kabinet bij elkaar houdt. En op die manier zullen wij de komende weken en wat mij betreft de komende drieënhalf jaar acteren om te zorgen dat we datgene waarvoor we staan omdat we dat willen realiseren, dat we dat ook daadwerkelijk kunnen realiseren. Ik reken erop dat de vier coalitiepartners zich dat ook elke dag realiseren, dat dit kabinet in ieder geval met deze premier iets is wat zeg maar echt dingen voor elkaar probeert te boksen. En als dat door… dat de fracties zich ook realiseren dat als dit kabinet snel valt, dat de realisatie van die plannen weinig terecht komt.

HOEDEMAN

Laatste vraag. U zei gisteren: ‘sjongesjongesjonge’. Voelde u zich in het pak genaaid door Nicolien van Vroonhoven?

SCHOOF

Ik zei ‘tjongetjongetjonge’, wat ik eerder ook al zei. Ik moet zeggen trouwens, een prachtige voorpagina van een van de grote bladen, maar ik zei tjongetjonge omdat ik oprecht verbaasd was. Ik dacht echt, ik geloof dat ik er nog iets achteraan zei, wat ook nog is opgetekend geloof ik. Maar ik was echt oprecht verbaasd dat dat gebeurde. Ook in de context, ik ben ook zelf redelijk thuis in de wereld van: wat maak je openbaar, wanneer, op welk moment. Daar heb ik ook, ik zou bijna zeggen helaas, vrij veel ervaring mee hoe je dat wel en hoe je dat niet moet doen. En daarom was ik ook verbaasd dat het op deze manier ging. Maar neemt niet weg, als een meerderheid van de Kamer het vindt en daar een beroep op doet, dan maak je je afweging en dan in dit geval eenmalig doen we dat.

HOEDEMAN

Maar heb ik nou goed begrepen dat u verbaasd bent dat u in het pak genaaid werd?

SCHOOF

Nee dat zei ik niet. Ik was verbaasd dat de NSC-voorzitter naar dit instrument greep om daarmee de informatievoorziening af te dwingen. Ik heb besloten daar uiteindelijk gehoor aan te geven omdat dat in mijn beleving het debat ten goede zou komen.

WESTER

Heel kort aansluitend over die verbazing. Dat verbaast mij dan. Had u zelf werkelijk gedacht, of iemand om u heen bedacht, dat u het debat zou kunnen beginnen zonder de gevraagde stukken van de oppositie?

SCHOOF

Ja feitelijk wel, omdat wij geen besluit hadden genomen. En dat was ook een eerste brief dat ik had gestuurd. Ik had niet gezegd dat ik geen informatie gaf. Maar het eerste briefje dat ik had gestuurd was: omdat er geen besluit is, is er geen informatie. En bij het regeerprogramma hebben wij het niet gehad over de vraag of artikel 110-111 zeg maar een dragende motivering had. En dus was ik verbaasd dat het debat elke keer daar vervolgens weer over ging. Maar goed, ik bedoel de Kamer bepaalt zijn eigen orde en ik heb daar alle uren met liefde aan besteed om dat debat met de Kamer te voeren.

WESTER

Want daardoor ging ook heel veel tijd verloren, met schorsingen en zo, maar dat kon iedereen toch op zijn klompen aanvoelen? Je politieke antenne van wie dan ook moet toch wel op Timboektoe gericht staan, wil je niet zien aankomen dat de Tweede Kamer, de oppositie, dat debat helemaal niet wil beginnen zonder die stukken? Dan kunt u misschien denken ‘ja de Kamer zeurt een beetje, tjongejongejonge’, maar ja, dat weet je van tevoren toch?

SCHOOF

Nee, maar er spelen hier overigens twee punten. Kijk, het eerste punt was dat we oprecht, professioneel de afweging hadden gemaakt ‘dit gebeurt gewoon niet, als een kabinet nog geen besluit heeft genomen, dan stellen we er ook geen stukken over beschikbaar’. In combinatie met het feit dat rond het regeerprogramma dat besluit in het kabinet ook niet besproken is langs de lijnen van ‘wel of niet en hebben we een dragende motivering’, maar langs de lijn van ‘welke inhoudelijke punten willen wij dan daarin stoppen?’ De beroemde bullets rechts onder pagina 19, ik kan het allemaal nog zo reproduceren na het debat van gisteren. Daar hebben we over met elkaar op gediscussieerd en dus gaven wij ook aan de Kamer aan dat er met betrekking tot de besluitvorming, geen stukken waren.

WESTER

Ik wil geloven dat die afweging heel oprecht was, maar professioneel? Hij was in ieder geval niet politiek.

SCHOOF

Nou, politiek zou je kunnen zeggen dat je niet erop rekent dat de meerderheid die opeens steunt.

WESTER

Dat was dan wel een onderschatting van de dagelijkse werkelijkheid, kunnen we achteraf toch wel constateren?

SCHOOF

Nou, dat- jullie zijn de duiders van de politieke dynamiek. Ja.

ASML

VAN DER BERGH (REUTERS)

Ik ga u even uit de cadans halen, want ik ga iets vragen over ASML.

SCHOOF

Is d’r wat mee? Haha.

VAN DER BERGH

Sinds begin september heeft Nederland zelf de exportlicenties voor alle ASML-machines onder controle. Voorziet u nog meer restricties? En Amerika hint erop dat ze misschien nog ergere restricties of een blacklist gaan maken met bedrijven die geen semi-conductors meer kunnen krijgen. Kunt u zich voorstellen dat Nederland wel een licentie geeft aan een bedrijf voor ASML-machines dat bij Amerika op de zwarte lijst staat?

SCHOOF

Er vinden permanente besprekingen plaats met de Amerikanen over deze thematiek en elke zin die ik daarover uitspreek die is, zeg maar omdat het een beursgenoteerde onderneming is en een ingewikkelde markt, is per definitie, welke vorm dan ook, voor mij buitengewoon onverstandig.

VAN DER BERGH

Ja. Maar kunt u zich het voorstellen?

SCHOOF

Ik heb gezegd wat ik heb gezegd.

VAN DER BERGH

U heeft dus nog wel – Nederland heeft – blijft heel nauw contact houden met Amerika over deze dingen, alhoewel ze nu zelf de controle hebben teruggenomen?

SCHOOF

We hebben permanente gesprekken met Amerika en overigens ook een aantal andere landen over de semi-conductor-problematiek in relatie tot exportcontroles. Dat zijn gesprekken die altijd lopen. En over die gesprekken doe ik geen mededelingen, maar het is een zwaar, althans, het is een belangrijk beursgenoteerd bedrijf waar Nederland grote belangen heeft, waar weer ook – overigens onder leiding van het vorige kabinet – veel wordt geïnvesteerd om in de regio Eindhoven echt tot een hele bloeiende sector te komen op allerlei manieren. U kent de codenaam van het project Beethoven. Daar richten we onze aandacht op en Nederland heeft zijn eigen exportcontroles, maar we kunnen ook de dynamiek van de internationale omgeving kunnen we niet ter zijde schuiven en daarom vinden er permanent gesprekken plaats met onder andere Amerikanen, maar ook met Koreanen, met Japan.

VAN DER BERGH

Dan nog een laatste vraag. U zei vorige keer dat ik erover vroeg van ‘we gaan voor een goed resultaat’. Sindsdien zijn die nieuwe besluiten genomen. Is dat ook wat u betreft een goed resultaat? Bent u tevreden met wat er nu ligt?

SCHOOF

De gesprekken lopen permanent.

VAN DER BERGH

Dank u wel.

Algemene Politieke Beschouwingen (3)

ORNSTEIN (BUITENHOF)

Ik wilde nog even iets vragen over het vorige onderwerp. In die hele asielzaak, wie heeft nou eigenlijk de regie? U of meneer Wilders?

SCHOOF

U weet hoe ongelofelijk enthousiast ik van dit type vragen word. Ik ben de premier van dit land en niemand anders. En dat betekent dat het kabinet regie heeft op datgene wat wij doen.

ORNSTEIN

Dus u zet de route uit?

SCHOOF

Wij zetten de route uit.

ORNSTEIN

En ik vraag dat ook omdat u zei ‘het was een rommelig debat’. Wat bedoelde u daarmee in de zin van er waren ook nog wel wat persoonlijke aanvaringen, onder andere met meneer Jetten. Hoe hebt u dat ervaren?

SCHOOF

Nou, dat heeft u kunnen zien volgens mij en kunnen horen. Ik vond het eigenlijk onnodig wat de heer Jetten op dat moment deed. En daar heb ik hem op mijn manier in het debat op aangesproken en dat was even een moment van scherpte van mijn kant.

ORNSTEIN

En hebt u daar later nog met hem over gepraat? Gaat u dat nog bijleggen?

SCHOOF

Ik denk dat bijleggen is niet nodig, maar we hebben wel tegen elkaar gezegd dat we binnenkort een keer een kop koffie gaan drinken. En ik ken de heer Jetten al langer en wij hebben ook op persoonlijk niveau gewoon prima contact. Dit is dan even de politieke confrontatie en hij vond het nodig wat hij zei en ik vond het nodig om daarop te reageren, omdat ik vond dat ‘ie echt net één streep te ver ging en dat het moment was om daar even een halt aan toe te roepen.

ORNSTEIN

Als u het nou met uw vorige baan vergelijkt als topambtenaar, dat persoonlijke in de politiek, vindt u dat dat nog in de hand te houden is of is het iets wat nu alle kanten opvliegt, als we de tweede dag van de Algemene Beschouwingen in ogenschouw nemen?

SCHOOF

Laat ik zeggen, er wordt in de politiek een strikter onderscheid gemaakt tussen het persoonlijke en de contacten die je gewoon hebt buiten de formele vergadering en in de formele vergadering, waar zeg maar het persoonlijke niet meer aan de orde is en gewoon de politieke strijd plaatsvindt met alle middelen die iedereen daarbij voor zichzelf geoorloofd vindt. Dat is even wennen, niet helemaal ongebruikelijk, maar in de politiek duidelijk wat scherper dan op andere domeinen, maar gelukkig ook wel goed gemarkeerd elke keer, dus als je in de Kamer staat weet je zeg maar de persoonlijke verhoudingen even ondergeschikt zijn aan de politieke verhoudingen.

ORNSTEIN

Heeft u daar een beetje plezier in?

SCHOOF

Nou ja, kijk, plezier is daar niet het goede woord. Ik denk dat ik er wel tegen kan, maar ik trek daar op enig moment ook mijn eigen grenzen en dat was onder andere gisteren bij de heer Jetten.

ORNSTEIN

U werd ook door de heer Dijk verweten dat u het armoedeprobleem van kinderen niet begreep, dat zal u ook een beetje aangegrepen hebben waarschijnlijk?

SCHOOF

Daar heb ik volgens mij langs de lijnen van ik dacht zeven of acht punten heb ik toen heel scherp daarop gereageerd, maar laat ik zeggen, dat vond ik meer een politieke vraag, dit is ook politiek, om weliswaar met iets meer passie dan andere delen van het debat beantwoord, maar dat was niet meteen op de persoonlijke verhoudingen.

ORNSTEIN

Heb je als extraparlementair kabinet, als premier daarvan, heb je wel het gevoel dat je wat armslag hebt? Ik bedoel, kun je wel wat of zit je helemaal een soort van klem, omdat je zo ontzettend rekening moet houden met die vier fractieleiders in de Kamer die tegen u opponeert?

SCHOOF

Nee, ik voel mij als premier en ook wij ons als kabinet voelen ons zeg maar in die zin vrij, met één kanttekening, namelijk we hebben wel allemaal, ook ik, het hoofdlijnenakkoord geaccepteerd als basis voor het functioneren en daar mogen, ook de vier fracties, ons elke keer op aanspreken en als we daarvan willen afwijken, is het logisch dat we met de vier fracties met elkaar daarover spreken, maar die regelt een deel van het spectrum van de activiteiten waar we mee bezig zijn, natuurlijk wel overigens voor ons prioriteit, maar van overige onderwerpen weet ik dat er wisselende coalities mogelijk zijn, zowel voor ons als voor de vier fracties, dan is er alle ruimte.

ORNSTEIN

Want resultaat, dat is waar u voor gaat uiteindelijk?

SCHOOF

Ja, ja, dat klopt, ja. Dat past prima volgens mij in de beantwoording van de zojuist gestelde vraag.

BREMER (RTL)

Even een korte vraag hoor, maar ik hoorde u net zeggen ‘de stukken die gisteren naar de Kamer gestuurd zijn, die zag ik ook voor het eerst’.

SCHOOF

Ja.

BREMER

Dus u had ook geen weet van wat de onderbouwing van de wet was?

SCHOOF

Nee, dat heb ik gister ook in de Kamer uitgelegd, dat ik dat ook een normaal proces vind, omdat dat traject nog niet zeg maar in de opmaat voor de ministerraad zat en het dus ook niet voor mij op dat moment een discussie is, op dat moment niet relevant was want dat kwam vanzelf als we naar de ministerraad zouden gaan.

BREMER

In één van de stukken loopt dus wel bij de onderbouwing van het staatsnoodrecht dat er staat dat u voor de vorige persconferentie, dat was op 4 september, dat u de wens heeft uitgesproken dat 110, 111 onderdeel uitmaakt van het regeerprogramma. Op basis waarvan was dat dan, als u ook geen weet had wat er in die stukken stond?

SCHOOF

Ook dat heb ik gisteren in de Kamer besproken. Dat het wat mij betreft het volstrekt logisch was, gelet op het hoofdlijnenakkoord, gelet op het feit dat het regeerprogramma de uitwerking daarvan is en bij die uitwerking ook in de inhoudelijk invulling, wat zou er dan in die AMvB moeten staan, daar hebben we over gesproken en dat was overigens in het kabinet ook al best wel een intensief gesprek en dat het voor mij volstrekt logisch was dat dat het uitgangspunt was voor het regeerprogramma, niet meer en niet minder.

BREMER

Want wat was er dan precies logisch?

SCHOOF

Dat het in het regeerprogramma kwam en het regeerprogramma is een uitwerking van het hoofdlijnenakkoord. In het hoofdlijnenakkoord stond 110, 111. Soms lijkt het wel of iedereen dat vergeet, maar het hoofdlijnenakkoord sprak al over 110, 111 en we hebben dat in het regeerprogramma uitgewerkt op de inhoud, wat zou er dan onder de AMvB’s moeten zitten over wat dat dan betekent 110, 111 in de inhoud.

BREMER

En nu u die inhoud kent? Vindt u dat nog steeds een goed advies van uzelf?

SCHOOF

Nou, ik denk dat het volstrekt logisch is als je de uitwerking van het regeerprogramma pakt en dat is gebaseerd op het hoofdlijnenakkoord, natuurlijk zet je dat er dan in, ja.

EK (SBS)

Meneer Schoof, nog heel eventjes hierop door. Als wij bijvoorbeeld een Woo-verzoek zouden doen bij uw ministerie, dan blijkt dat u geen documenten heeft gezien die dit advies van welk ministerie dan ook naar voren brengen, naar u? Aan uw adres?

SCHOOF

Ja.

EK

Oké.

SCHOOF

Succes.

EK

Ja, dank u wel. Bij deze. Dan nog even voortbordurend op mijn collega. Heel veel mensen, u zegt, u herhaalt dat heel veel mensen die asielcrisis voelen, heel veel mensen hebben ook gestemd met die asielcrisis in hun hoofd, als die nood dan zo hoog is, hoe kan het dan dat de zomer niet is gebruikt om die noodwet nu al klaar te hebben en gelijk bam, in de eerste week van het politieke jaar naar buiten te brengen?

SCHOOF

Ik heb eerder op vragen daarover zojuist gezegd dat wij als kabinet de focus hebben gelegd op het maken van de begroting en het maken van het regeerprogramma en dat wilden we echt ook af hebben, dat hadden we ook beloofd en overigens voor een deel moest dat met de begroting, daar hebben we ons accent op gelegd, daarbij hebben we als ministerraad ook gezegd dat we de discussie over de dragende motivering 110, 111 en het besluit daarover, inclusief de AMvB’s en de Voortduringswet, dat we die daarna zouden doen en dat moment is nu aangebroken, want het regeerprogramma is nog maar een week oud.

EK

Maar de nood is toch heel hoog?

SCHOOF

Ja, maar zo hebben wij het met elkaar afgesproken om het op deze manier met elkaar te doen. Ook uit het oogpunt van zorgvuldigheid. Dus is het daarbij overigens logisch dat minister Faber en dus ook minister Uitermark van BZK zich daar wel al over hebben gebogen, over wat kan er wel en wat kan er niet, maar dat het nog geen onderdeel is van de besluitvorming in het kabinet en dus ook niet voor mij op dat moment althans, niet voor mij beschikbaar, dat is een verkeerde tekst want als ik erom gevraagd had, had ik het natuurlijk altijd gekregen. Maar mij nog niet bereikt had.

EK

Maar dan gaat het dus nu inderdaad nog twee tot vier weken duren voordat u misschien tot een conclusie komt. Duurt dat dan niet veel te lang aangezien u ook die nood zo benadrukt?

SCHOOF

Maar dat is wat het is. Dat hebben we nodig voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming…

EK

… maar dat noodrecht is toch juist bedoeld om gelijk in te kunnen grijpen? Om gelijk juist iets te kunnen doen. In plaats zo lang daarmee te wachten?

SCHOOF

Ja, maar we hebben ervoor gekozen om het in deze volgordelijkheid te doen.

MEIJER (VOLSKRANT)

Meneer Schoof, een bekende zin onder persberichten in Den Haag is: het wetsvoorstel wordt openbaar tegelijk met het advies van de Raad van State. U zei gisteren dat u daarvan gaat afwijken bij deze noodwetging. Dat zei u ook daarstraks in de persconferentie en u noemde dat bijzonder. Wat is uw overweging om meteen al die noodwetgeving, die AMvB’s en die Voortduringswet openbaar te gaan maken zonder dat we het advies van de Raad van State kennen. Wat wilt u daarmee bereiken?

SCHOOF

Dat was van mij uit, gelet op de discussie in de Tweede Kamer, zeg maar een belangrijk signaal naar de Kamer dat we niet op enige wijze zaken proberen achter te houden. Terwijl ik tegelijkertijd gisteren in de Kamer heb gezegd dat dat wel leidt tot een bijzondere situatie waarin, als de Kamer daarover wil debatteren, over die stukken wil debatteren zonder dat men het advies van de Raad van State heeft.

MEIJER

Doet u dat dan bijvoorbeeld om opnieuw een beroep op artikel 68 te voorkomen?

SCHOOF

Nee. Nee, nee, nee. Nee.

MEIJER

U weet dat openbaarmaking van die stukken die nog niet voldragen zijn omdat het advies er niet bij zit opnieuw voor veel beroering gaat zorgen.

SCHOOF

Nee maar, overigens is het… ik moet zeggen als ik heel precies ben, scheelt het een… overigens weet ik niet precies, ik dacht drie tot vijf dagen of zoiets, maar sinds inwerkingtreding van de Woo worden adviesaanvragen bij de Raad van State sowieso openbaar. Alleen geven we het ietsje sneller aan de Tweede Kamer.