Verantwoordingsdag 2024: toespraak minister Van Weyenberg in de Tweede Kamer

Meneer de voorzitter, 

“Je hebt het verleden niet achter de rug, je hebt het in de rug.”

Een citaat van Hans van Mierlo dat voor mij goed weergeeft waar Verantwoordingsdag voor staat. De dag waarop we terugkijken, verantwoording afleggen en vooral ook lessen trekken voor de toekomst. Daardoor bouwden we voort op de goede dingen uit het verleden en leren we van de dingen die beter kunnen. Dit jaar doen we dit alweer voor de 25 keer. Minister Zalm verwoordde het in 2000 bij de eerste Verantwoordingsdag als volgt:  “zo wordt terugkijken een opstap voor vooruitzien en daarmee een onderdeel van regeren.”

We kijken vandaag terug op 2023. Vorig jaar werden we ons er nog sterker van bewust dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn. De verschrikkelijke oorlog die Rusland veroorzaakte in Oekraïne is in de eerste plaats voor de mensen daar een ramp. Hier bleek – op geheel andere schaal weliswaar - dat het ook impact op Nederland had. 

De torenhoge energieprijzen en inflatie van 2022 hielden vorig jaar nog lang aan, met alle gevolgen van dien voor de koopkracht. Het kabinet maakte in 2023 € 18 miljard hiervoor vrij. Hierdoor is onder meer het aantal mensen in armoede niet gestegen en het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, gedaald.  

[Voorzitter] 

In een periode waar de dingen anders gaan dan verwacht, is het van groot belang dat de Rekenkamer kritisch controleert hoe belastinggeld is uitgegeven. Ook dit jaar veel dank aan de Algemene Rekenkamer voor hun belangrijke werk. Ik dank vooral ook de nieuwe president, Pieter Duisenberg. 

Wij begonnen in 2012 samen in de Tweede Kamer. Bijzonder om dan vandaag hier ook weer samen te staan. 

Door Verantwoordingsdag leren we van de resultaten van beleid, zodat we met het verleden in de rug ons handelen écht kunnen bijsturen. Dat gebeurt natuurlijk niet alleen vandaag, dat gebeurt het hele jaar door, en van jaar op jaar.

We blikken terug en leggen verantwoording af: is wat we doen doelmatig én rechtmatig? Het gaat tenslotte om geld dat we gezamenlijk opbrengen en dat we uitgeven in het belang van ons allemaal. Voor nu en voor de toekomst. Voor onze buurt én voor onze planeet. 

Het kabinet heeft daar regels voor afgesproken en het is goed dat de Rekenkamer ons bij de les houdt.  

De afgelopen jaren hebben de departementen samen met de Taskforce Verbetering Financieel Beheer hard gewerkt om het financieel beheer van het Rijk te verbeteren. Dat is gelukt en vraagt tegelijkertijd onze blijvende aandacht. 

We hebben daarom besloten de taken van de Taskforce het komend jaar een vaste plek binnen het ministerie van Financiën te geven. Daarmee maken we het permanent voor alle ministeries. 

We hebben in 2023 ook meer rust gebracht in het begrotingsproces door minder tussentijdse aanpassingen te doen. Dat was op uw verzoek en dat vindt het kabinet ook belangrijk. 

In 2023 voerden we daarvoor een extra begrotingsmoment rond Prinsjesdag in om de periode tussen Voorjaarsnota en Najaarsnota te overbruggen als het gaat om het lopende begrotingsjaar. 

Dit extra moment heeft eraan bijgedragen dat het afgelopen jaar het aantal ingediende Incidentele Suppletoire Begrotingen, of wel ISB’s, fors daalde. 

In 2022 waren er nog 51, het afgelopen jaar is dat aantal teruggebracht naar 8. Ook in geld is de daling groot. Waar het in 2022 om 18 miljard ging aan tussentijdse begrotingsaanpassingen, was het in 2023 nog 2 miljard. Deze ISB’s hadden vooral te maken met Oekraïne, energiecompensatie en corona.  

Meer rust in het begrotingsproces is 1 van de lessen uit het verleden die we direct hebben proberen toe te passen.  

Er blijven zich altijd onvoorspelbare gebeurtenissen voordoen. Dat kunnen we niet voorkomen. En daarom is het belangrijk dat het kabinet, in samenspraak met uw Kamer, hier adequaat op reageert. Ik ben het met u eens dat dit uitzonderingen moeten blijven, niet de regel. 

Als we terugkijken op 2023, moeten we ook constateren dat het tekort veel lager is uitgevallen dan we nog met Prinsjesdag 2022 dachten. Het is goed om stil te staan bij de vraag hoe dit nu komt. 

Dit verschil kwam vooral door hogere inkomsten. Wat er bij de belastingen binnenkomt blijft namelijk sterk afhankelijk van economische ontwikkelingen die voor grote schommelingen kunnen zorgen. 
Daarnaast werden belastingwijzigingen voorgesteld waar mensen en bedrijven vorig jaar al op anticipeerden. 

Tegelijkertijd hebben we ook niet alles kunnen doen wat we van plan waren. In 2023 is € 13 miljard van het begrote geld niet uitgegeven. Hiervan is gedurende het jaar bijna € 6 miljard doorgeschoven naar latere jaren. En er bleef ruim € 7 miljard aan zogeheten onderuitputting over. 

Deze onderuitputting trad onder andere op bij de investeringsbudgetten, bij de vertragingen rondom hersteloperaties Toeslagen en Groningen én de aanpak van de stikstofcrisis. Ook kon het geld niet altijd worden uitgegeven, onder andere door een tekort aan personeel. Soms konden zaken niet worden uitgevoerd, omdat we aanliepen tegen de grenzen van milieu en ruimte. 

Geruggesteund door deze ervaringen uit het verleden heeft het kabinet de uitgaven dit jaar bij de Voorjaarsnota heel goed onder de loep genomen. We gaan daar nog apart over discussiëren. 
Om zo te komen tot een meer realistische raming van de uitgaven, en daarmee ook van het begrotingstekort. 

2023 was economisch een onrustig jaar. 
De inflatie was hoog, de rente steeg en de economische groei in Nederland viel vrijwel stil. Tegelijkertijd bleef gelukkig de werkloosheid historisch laag. 

Bij de IMF-voorjaarsvergadering besprak managing director Kristalina Georgieva, de economische situatie in de wereld. Ze haalde toen Winston Churchill aan: 
“Dit is geen tijd voor gemak en comfort. 
Het is tijd om te durven en door te zetten.”

Dat is ook zoals ik het zie, internationaal en nationaal. 

In deze onrustige wereld nam het kabinet de beslissingen die nodig waren. 

In deze onrustige wereld bleef het kabinet investeren in belangrijkethema’s zoals kansengelijkheid, onderwijs, klimaat en defensie.  
En in deze onrustige wereld steunde het kabinet Oekraïne, voluit, met € 5,4 miljard. 
Onze steun is niet alleen financieel. 
Nederland vertegenwoordigt Oekraïne bijvoorbeeld ook bij het Internationaal Monetair Fonds. 

Het kabinet behaalde in 2023 belangrijke resultaten. 
De klimaatdoelen liggen eindelijk binnen bereik, er worden grote achterstanden ingehaald in onderwijs en defensie, het minimumloon is met tien procent verhoogd en de kinderarmoede verder gedaald. 

Ook dit jaar staan we op Verantwoordingsdag stil bij brede welvaart. Want welzijn is meer dan geld alleen. Het goede nieuws is dat ruim 84% van de Nederlanders het leven een rapportcijfer geeft van een 7 of hoger. De werkloosheid is zeer laag en het vertrouwen in rechters, politie en de Europese Unie is in 2023 gestegen. 

Tegelijkertijd is de brede welvaart duidelijk ongelijk verdeeld. Zo zijn jongeren minder tevreden met hun leven dan ouderen en leeft ongeveer 5% van de bevolking in armoede.  En we overschrijden overduidelijk de grenzen van onze planeet. Klimaat, natuur en milieu staan onder grote druk. We zijn het aan onze kinderen en de kinderen van onze kinderen verplicht de wereld beter en schoner achter te laten. 
Daarbij moeten we leren van zowel de successen als de zaken die beter moeten. 

We hebben het verleden immers niet achter de rug, we hebben het in de rug.

Meneer de voorzitter, dan bied ik u nu graag de stukken aan van het Financiële Jaarverslag van het Rijk over het jaar 2023. 

Dank u wel.