Inleidend statement persconferentie na ministerraad 18 augustus 2023
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Met onder meer aandacht voor de nieuwe minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Mariëlle Paul, de eerste gesprekken over de Rijksbegroting voor volgend jaar en voor de aanhoudende oorlog in Oekraïne. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Minister-president Rutte: Eenmalig hier, omdat er iets is in Nieuwspoort. Ik weet niet precies wat, maar volgende week zien we elkaar dan weer in Nieuwspoort. En inderdaad goed jullie weer te zien. Dit was de eerste ministerraad na het zomerreces. Althans, voor de kabinetsleden.
Uiteraard vandaag onze nieuwe collega verwelkomd, Mariëlle Paul. Zij is eind juli beëdigd als minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs. En zij maakte vandaag haar debuut in de Trêveszaal. En er waren ook felicitaties voor Liesje Schreinemacher. Zij, zoals u weet, verwacht begin volgend jaar te bevallen van haar eerste kind. En zij is de eerste vrouw die tijdens haar ministerschap een kind verwacht. Uiteraard eerder ging Karien van Gennip haar voor, maar die was staatssecretaris. Die heeft dus eerder met het bijltje gehakt. Maar goed, hoe dan ook, prachtig nieuws voor moeder en vader.
Dan hebben we uiteraard ook de inhoud behandeld van de zaken die spelen. Zij het dat we daar vandaag een eerste bespreking aan hebben gewijd en nog geen definitief besluit hoefden te nemen. En een van die onderwerpen was, vanzelfsprekend, het vraagstuk van de rijksbegroting en de Prinsjesdag die eraan komt. Zoals jullie weten, heeft het Centraal Planbureau gisteren de macro-economische verkenningen gepubliceerd. En dat is dan de basis voor de besluitvorming van de rijksbegroting voor volgend jaar. Ik hoef niet samen te vatten wat er allemaal in die cijfers zit. Op zichzelf gematigde economische groei, lage werkloosheid. Maar je ziet ook een aantal zorgpunten: oplopend tekort, zeker op de wat langere termijn. En op de korte termijn ook echt vraagstukken rondom koopkracht. Dat raakt vooral de mensen met een kleine beurs. Die gaan er eerder op achteruit dan vooruit. Dus dat zijn zaken waar we als kabinet natuurlijk goed naar kijken, wat we daar de komende weken aan kunnen repareren. Op zichzelf zie je door de bank genomen dat de stijgende lonen er goed uitzien. Maar nogmaals, die kwetsbare groepen, daar valt dan minder goed uit. Die ook eerder door de Centraal Bureau voor de Statistiek constateerde afkoeling in de economie, die is ook zichtbaar. Op zichzelf is dat overigens ook geen ramp. We hebben een lage werkloosheid en nog steeds hoge bestedingen in Nederland. Dus in die zin is het ook meer een technische recessie dan een recessie waar we grote zorgen over moeten hebben. En misschien ook wel een beetje het effect wat we zochten om de oververhitting van de economie, die dreigde, om die iets af te remmen. Je ziet gelukkig voor volgend jaar en het jaar erop ook weer economische groei.
Dan Oekraïne. Uiteraard ook vandaag uitvoerig bij stilgestaan, de ontwikkelingen daar. We zien ook deze zomer geen reces. Nee, sterker nog, aanhoudende gevechten en aanvallen. Op burgers. En ook op grote afstand van het front. Door de Russen. Zelfs helemaal in het westen van Oekraïne, in steden als Lviv, dus dichtbij Polen. En tegelijkertijd zien we dat het Oekraïense tegenoffensief gelukkig, wel bescheiden nog, maar in ieder geval wel terreinwinst boekt. Maar helder is ook, als je de zaak analyseert zo aan het einde van deze zomer, dat het einde van dat conflict absoluut nog niet in zicht is. Het maakt tegelijkertijd wel duidelijk hoe belangrijk het is dat de steun doorgaat voor Oekraïne. Zowel financieel, humanitair als ook militair. En daarom is het kabinet ook blij met het gister bekend geworden Amerikaanse besluit om levering van F-16’s aan Oekraïne mogelijk te maken. We bepraten nu met onze Europese partners de vervolgstappen en de voorwaarden over hoe we dat gaan doen.