Inleidend statement persconferentie na ministerraad 17 mei 2023
Inleidend statement van viceminister-president Hoekstra tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Onder meer over de oorlog in Oekraïne en de laatste stand van zaken ten aanzien van het landbouwakkoord. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Viceminister-president Hoekstra: Dames en heren, goedemiddag. Vandaag is de tweede dag van de bijeenkomst van de Raad van Europa in Reykjavik. Minister-president Rutte, heeft u ongetwijfeld gezien, is daar ook bij aanwezig en was dus niet in de gelegenheid om de ministerraad voor te zitten. En vandaag is het daarnaast ook Verantwoordingsdag en dat betekent dat omdat de minister van Financiën op deze 3e woensdag in mei namens het kabinet in de Kamer verantwoording aflegt, zij ook niet aanwezig was bij de ministerraad, en ik de ministerraad dus heb voorgezeten en daarom sta ik vandaag ook hier voor u allen.
Een paar onderwerpen aan de voorkant vanuit mij, en laat ik beginnen met de oorlog in Oekraïne, we zien allemaal helaas dat de Russische agressie blijft voortduren. Niemand weet natuurlijk hoelang dat gaat duren maar we hebben ermee rekening te houden dat we er nog een hele tijd aan vast zitten en dat Poetin ook niet bereidt lijkt om zijn strijd op te geven. En daarom heeft Oekraïne onze hulp nog steeds keihard nodig. Om stand te houden op het slagveld, maar ook daar waar het gaat over financiële en humanitaire hulp en wij zijn vastbesloten om daar ook mee door te gaan. We hebben dat ook benadrukt nog recent tijdens het bezoek van president Zelensky aan Den Haag en ook via diverse andere kanalen. Naast de steun aan Oekraïne is natuurlijk van groot belang om de druk op Rusland te blijven opvoeren, bijvoorbeeld door het opleggen van sancties en Nederland maakt zich daarom ook in Europees verband hard voor de snelle totstandkoming van een 11e sanctiepakket waar we ook komende maandag, overigens in de Raad Buitenlandse Zaken, over zullen spreken. Daarnaast is het aanpakken van sancties, het aanpakken van de omzeiling moet ik zeggen, van sancties, door derde landen, van groot belang want we zien dat dat toeneemt. Dus daar willen we ook paal aan werk aan stellen. Én we blijven ons als Nederland hard maken voor het thema van gerechtigheid. De daden van Rusland, en dat spoort van dood en verderf, honderden misdrijven per dag, dat kan niet onbestraft blijven en daarom heeft Nederland ook samen met andere landen, die deel uitmaken van de Raad van Europa, tijdens de bijeenkomst in Reykjavik, bij monde van de minister-president, ook nog weer aangegeven dat het goed is dat het register van oorlogsschade in Oekraïne nu daadwerkelijk wordt opgericht. Dat register wordt dan bevestigd in Den Haag, is een belangrijk eerste stap op weg naar compensatie voor burgers, bedrijven en overheden, die slachtoffer zijn geworden van de Russische agressie. En het uiteindelijke doel is vanzelfsprekend: dat Rusland ook zal betalen voor alles wat het in Oekraïne heeft misdaan.
Dan het tweede onderwerp, het landbouwakkoord. Daar hebben we in de ministerraad de laatste stand over besproken, ik moet daarbij zeggen dat de eerst betrokken minister, minister Adema, daar zelf niet bij was omdat hij vandaag nog intensief overleg heeft met de sector zelf. Het gaat, zoals u weet, om een ingewikkelde en omvangrijke operatie, met, ik geloof, meer dan 50 partijen die daarbij betrokken zijn, met hele verschillende belangen, die daar om tafel zitten om samen te komen tot een langjarig perspectief voor de agrarische sector in Nederland. Er zijn houdbare afspraken over hoe boeren in de toekomst ook hun boterham kunnen verdienen en daarbij kijken we heel bewust steeds naar de hele keten. Van banken tot veevoederbedrijven, tot en met winkels en supermarkten. En in brede zin gaat het vanzelfsprekend ook over de inrichting van ons land, de leefbaarheid, in het bijzonder van het landelijk gebied, en doelen op het gebied van water, van die natuur en van klimaat. En je zou kunnen zeggen dat al die zaken ook echt in het verlengde van elkaar liggen en dat het daarom zo belangrijk is dat we komen tot een breed gedragen landbouwakkoord. Vandaag wordt, aan die zogenaamde hoofdtafel, gesproken over een nieuw conceptstuk, de uitkomsten daarvan, die moeten we op dit moment nog afwachten. Dat kan ook, moet ik erbij zeggen, alle kanten nog uit. En hoe dan ook zal dan vervolgens het Planbureau voor de Leefomgeving samen met de universiteit van Wageningen en het Louis Bolk Instituut, die zullen vervolgens een appreciatie geven, op de mogelijke uitkomst van vandaag. En die appreciatie moet dan duidelijk maken in hoeverre er ook een bijdrage wordt geleverd aan de verschillende doelen. En na die appreciatie van het PBL weten we dan ook of er een mogelijk akkoord zou kunnen komen. Voor de helderheid: we zijn er dus nog niet, maar mogelijk, hopelijk, wordt er vandaag een belangrijke tussenstap gezet en hopelijk kunnen we de komende tijd dan ook de vervolgstappen zetten die daarna nog nodig zijn. En de minister van Landbouw zal daar ook de rest van de dag mee in de weer zijn.
Ten slotte nog, kort, ik zal volgende week een bezoek brengen aan China, dat is, vinden wij, hoog tijd, juist nu dat weer mogelijk is met het opheffen van de Covid-beperkingen aan hun kant. En ik zal daar onder andere spreken met mijn collega Qin Gang, en ook met state counselor zoals dat formeel heet, Wang Yi, de voormalige minister van buitenlandse zaken. En zoals ik gister in de Tweede Kamer ook heb gezegd: daar zal het gaan over de onderwerpen makkelijk en moeilijk, de dingen waar we het over eens zijn, maar uiteraard ook de dingen waar we zorgen over hebben.
Misschien tot zover als inleidend statement.