Inleidend statement persconferentie na ministerraad 10 juni 2022
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Met aandacht voor de kabinetsplannen voor de aanpak van het stikstofprobleem, en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Minister-president Mark Rutte:
Vandaag, zoals u al had vermoed, ook uitvoerig gesproken over een groot probleem wat we in Nederland hebben, namelijk het stikstofprobleem. En dat is een probleem om een aantal redenen. In de eerste plaats leidt dat direct tot de verzuring van onze bodem. En dat heeft ook direct gevolgen voor de vruchtbaarheid en daarmee ook langere termijn voor de landbouw zelf. Op korte termijn zorgt het er ook voor dat Nederland nu op slot staat, op slot zit, dat er allemaal rechterlijke procedures zijn waardoor wegenbouw, huizenbouw, andere grotere projecten, trouwens ook projecten die nodig zijn voor de energietransitie, vertraging oplopen of soms zelfs niet kunnen doorgaan. En tegelijkertijd moeten we er ook voor zorgen dat, waar we wezen op de landbouw, een belangrijke bijdragen leveren aan die stikstof, dat er ook een toekomst blijft voor die sector. Over dat alles zullen dadelijk Henk Staghouwer en Christianne van der Wal jullie verder bijpraten.
Van mijn kant een paar dingen. Ik denk dat het onvermijdelijk is dat we deze keuzes nu maken, in aanvulling op wat er eerder is gebeurd. We realiseren ons dat dat een enorme impact heeft op heel veel mensen, uiteraard de boeren in Nederland, de boerensector. Maar ook waar het betreft, andere leveranciers van stikstof, zoals, dat is de vervoerssector en natuurlijk de luchtvaart. En dat zal zeker ook op dat platteland echt grote gevolgen hebben. En dat betekent dus ook dat er geld nodig is om dat goed te laten plaatsvinden, die transitie. Dat geld is er gelukkig. Maar ook dat we in nauw contact dat moeten doen met de provincies, met gemeenten, en uiteraard met alle organisaties die erbij betrokken zijn, en de mensen, waarbij het ook van belang is dat, voor de langere termijn, wij een sterke agrarische sector houden. Je ziet het ook nu met de verschrikkelijke situatie in Oekraïne en het helemaal op slot zitten van de graanexport vanuit Odessa.
Er wordt ook naar Nederland gekeken, voor expertise, voor kennis, dus het is niet een doel op zichzelf dat wij de tweede landbouwexporteur zijn ter wereld. Het doel is wel dat wij een land zijn en blijven wat wereldwijd toonaangevend is als het gaat om de agrarische sector, om onze boeren. Wat zij doen, maar ook de kennis die daarachter zit. Maar dat er ook weer een toekomst voor je sector is. Nou, over die balans tussen erin slagen je stikstofuitstoot naar beneden te brengen, en dat vraagt echt ingrijpende maatregelen. En tegelijkertijd ervoor zorgen dat de lange termijn een toekomst is voor deze sector, wordt u zo meteen verder bijgepraat.
Misschien nog één ding daarover. Wat we vandaag gedaan hebben, is vooral besloten: wat zijn, laten we zeggen, de richtinggevende doelstellingen waar het betreft de reductiepercentages voor de verschillende regio’s. Vervolgens moet dat uit gaan monden in, wat in Haags jargon, heet: gebiedsgerichte aanpak. Sorry voor die term, daarmee bedoelen we dat je in gesprek gaat met alle betrokkenen en uiteraard hebben de provincies een belangrijke rol in te spelen, zodat we op 1 juli 2023 de doelen definitief kunnen vaststellen. En nogmaals, zo meteen verdere toelichting.
Het tweede grote onderwerp van vandaag is uiteraard opnieuw geweest, we zijn meer dan honderd dagen verder sinds de start van de oorlog, van de Russische agressie in Oekraïne, is uiteraard de situatie in Oekraïne. En zeker ook als je kijkt dat er iedere dag hevig wordt gestreden in Oost-Oekraïne, in de oblasten, in de provincies daar, Donbas en Luhansk. Het is echt verschrikkelijk, wat daar in de Donbas plaatsvindt. En het blijft dus van belang dat wij Oekraïne ondersteunen in die strijd, zowel in Luhansk als in Donetsk, maar ook in de rest van Oekraïne, met militaire spullen die we kunnen leveren, maar uiteraard ook met humanitaire ondersteuning, maar ook in het achterhalen van welke overschrijdingen vinden hier plaats van het internationaal recht. Ook daar is Nederland bij betrokken om dat vast te stellen. En daar gaan we ook mee door. Dit is echt van belang dat we die bijdrage leveren.
En waarom is dat van belang? Omdat we, als we dit niet zouden doen, en we zouden dit soort agressie accepteren, we daarmee ook de veiligheid in ons deel van de wereld direct in gevaar brengen. Dit moet duidelijk zijn, dat dit vergaande gevolgen heeft. En daarom voeren we ook met onze Europese, met onze trans-Atlantische partners, de druk steeds verder op. Punt van aandacht daarbij, zeg ik wel, is de rest van de wereld. Dus: hoe zorg je ervoor dat ook Afrika, Latijns-Amerika en delen van Azië, dat die ook uiteindelijk kiezen voor het veroordelen van wat Rusland doet in Oekraïne. Het is daarbij niet een strijd tussen de democratie en autocratische regimes, het is een strijd tussen iedereen die een beschaafde wereldordening voorstaat, en zij die het normaal vinden dat er zonder aanleiding en zonder daarvoor de benodigde juridische onderbouwing, dit soort invallen zouden willen mogelijk maken. En nogmaals, daarvoor zijn die militairen... is die militaire steun belangrijk. Maar ook, wat we natuurlijk doen met de sancties.
En gelukkig is inmiddels ook dat zesde sanctiepakket, we hebben er vorige weken over gesproken, over Brussel, met elkaar, is dat nu in werking getreden. Het ziet er niet meer naar uit dat die oorlog in Oekraïne voorlopig niet voorbij is. En als we daar zo nauw bij betrokken zijn, dan is dat dus omdat de eerste plaats deze regering zich ten taak stelt, en dat geldt voor elke goede regering, en of we goed zijn, moeten anderen vaststellen, maar in ieder geval, is ons het doel, namelijk het land veilig houden, naast zorgen voor een sterke economie. Maar het raakt natuurlijk ook ons. We zien de effecten van de sancties, we zien de effecten van de aanhoudende onzekerheid als gevolg van wat er gebeurt in Oekraïne, en dat heeft ook gewoon nog gevolgen voor ons land zelf. Je ziet het met stijgende, in ons deel van de wereld, de stijgende energieprijzen, hoge inflatie, en dat heeft natuurlijk ook direct een gevolg voor de koopkracht van mensen. En daarom is het zo belangrijk dat we elkaar ook hier vasthouden, en blijvend met elkaar in gesprek blijven. Ook in dit land.
Waarom doen we dit? Waarom is dit cruciaal, langere termijn voor Nederland dat dit soort agressie nooit normaal zal worden, omdat we anders daarmee onszelf ook in gevaar brengen, maar ook kijken: wat kunnen we doen om zo goed mogelijk enigszins te dempen, de effecten, vandaar de ruim zes miljard die daar tot nu toe voor zijn uitgetrokken en uiteraard kijken we ook later dit jaar opnieuw naar de hele situatie met de prijsontwikkeling. En daar kijken we in het bijzonder uiteraard naar die groepen die daarvoor het meest kwetsbaar zijn, en dat zijn natuurlijk de mensen met een laag inkomen en de mensen met een lagere middeninkomens. Ook anderen hebben daar last van, maar dat zijn wel de twee groepen die dat in het bijzonder raakt.