Inleidend statement persconferentie na ministerraad 1 mei 2020
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie van 1 mei 2020 over de aanpak van het coronavirus en over de herdenkingen in het kader van 4 en 5 mei. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Minister-president Rutte:
Goedemiddag. Ook vandaag in de ministerraad uiteraard uitvoerig stilgestaan bij het coronavirus. Ik heb niet heel veel nieuwe dingen te melden sinds de persconferentie van woensdag. Maar laat ik u een paar dingen schetsen waar we het over gehad hebben. En dat is toch ook vooral over de enorme impact die dit allemaal heeft op de samenleving. Zoals denk ik ieder van u en ik zelf en alle mensen die dit volgen, alle 17 miljoen Nederlanders, allemaal een persoonlijk verhaal hebben wat dit voor hen betekent. En in het bijzonder natuurlijk als je kijkt naar mensen met een kwetsbare gezondheid. De zorgen die zij zich maken. Mensen met een eigen bedrijf in de horeca, maar goed waar dan ook, in de recreatiesector, bedrijven in de sierteelt, noem maar op. Die je probeert natuurlijk proberen te ondersteunen zo goed mogelijk met de noodpakketten die gemaakt zijn. Maar nog steeds heeft dat natuurlijk een enorme gevolgen voor mensen die zo’n bedrijven. De mensen die er werken. Die zorgen zijn enorm. En dat betekent ook dat iedereen niets liever wil dan dat je natuurlijk zo snel mogelijk weer terug kan naar een vorm van normaal. Dat zal dan een nieuw normaal zijn want we zullen ook in de toekomst, is toch de verwachting, zolang er geen vaccin is, zolang er nog geen medicijnen zijn, zolang de groepsimmuniteit op het lage percentage staat waar het lijkt te staan, zal je toch echt lange tijd nog te maken, mogelijk langere tijd, te maken hebben met de anderhalve meter, de hygiëne-eisen en alle andere zaken. En ik kan alleen maar zeggen dat ook wij niets willen, liever willen, dan de maatregelen zo snel mogelijk versoepelen. Dat we daarbij natuurlijk met elkaar kunnen vaststellen dat er echt ook voortgang is geboekt in de afgelopen weken. Je ziet dat er meer ruimte is. We hebben ook de mogelijkheid nu om te besluiten de basisscholen weer wat ruimte te geven, weer wat perspectief te bieden op sport voor jongeren en we kijken de komende weken natuurlijk wat verder kan. Juist ook tegen de achtergrond dat we ons realiseren hoezeer deze periode voor heel veel mensen met heel veel zorgen is omgeven. En dat staat nog even los van überhaupt de impact van dit virus op ons allemaal. Het feit dat we toch nu in een heel ander land leven en ons dagelijks leven zich anders voltrekt dan dat normaal zou zijn. Ik praat hier natuurlijk in het bijzonder over waar de gevolgen nog groter zijn dan het voortbestaan van een bedrijf, het voortbestaan van de eigen baan, direct ook kan raken. Nogmaals, heel belangrijk dat we met elkaar zorgen dat we meer ruimte krijgen. Ruimte, daarmee bedoel ik dat het virus zich langzamer verspreid, dat de zorg het verder aankan, dat we mensen met een kwetsbare gezondheid en ouderen zo goed mogelijk kunnen beschermen zodat je ook stap voor stap verder kunt kijken wat er mogelijk is om weer ruimte te geven aan onze economie en uiteraard aan scholen en anderen.
Uiteraard ook vooruit gekeken naar 4 en 5 mei. Dit worden natuurlijk heel bijzondere 4 en 5 mei. Twee dagen die dit jaar in het teken staan van 75 jaar vrijheid. Die we ons allemaal denk ik heel ander hadden voorgesteld. Samen met de Koningin, de Koning, de voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en de burgemeester van Amsterdam zal ik maandag op De Dam zijn voor de Nationale Herdenking. En niet eerder was die Dam zo leeg tijdens de Nationale Herdenking. Maar goed, misschien dat in die stilte de boodschap van de herdenking luider klinkt dan ooit. Wat dat betreft denk ik dat het coronavirus ons ook wel met de neus op de feiten drukt hoe belangrijk onze vrijheid is. En dat we de afgelopen week hebben kunnen ervaren welke kracht er ook zit in onze samenleving, welke enorme verbondenheid er zit in onze samenleving. En ik hoop en verwacht dat we op 4 en 5 mei natuurlijk stilstaan bij de dodenherdenking, stilstaan bij de bevrijding. Misschien toch ook wel even in ons achterhoofd hebben de heel bijzondere fase waarin wij ons in onze geschiedenis nu zelf bevinden en dan met extra reflectie denk ik kijken naar die herdenking en die bevrijding. Dat even als inleiding.