Persconferentie na ministerraad 29 november 2019
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie van 29 november 2019. Over een nieuwe stap in het PFAS-dossier die ruimte creëert om op een veilige manier weer te kunnen bouwen en baggeren. En over een bijdrage aan de Europese maritieme missie in de Straat van Hormuz.
Minister-president Rutte:
Goedemiddag. Een paar punten ter inleiding. In de eerste plaats, u heeft het al gehoord, vandaag een belangrijke stap kunnen zetten in het dossier van die lastige afkorting PFAS. Op basis van berekeningen van het RIVM en Deltares konden we besluiten tot het instellen van een tijdelijke veilige achtergrondwaarde van PFAS voor de land- en waterbodem. Daarmee komt er ook direct ruimte om op een veilige manier weer te kunnen bouwen en baggeren. En die ruimte kan dus nu ook worden gebruikt. Dat is van groot belang voor onze banen, onze bedrijvigheid. Op die manier werken we ook aan een oplossing voor de bouw en infrastructuur. En de bedoeling is ook om de komende tijd met provincies en gemeenten de verdere problemen op het terrein van PFAS aan te pakken. En mijn oproep vandaag zou ook zijn aan die provincies en gemeenten om deze ruimte nu ook snel te gebruiken. Het risico nu is dat gemeenten nog wat tijd nemen en dan mogelijk pas richting januari besluiten om zaken aan te besteden en voor de bedrijven is het van heel groot belang dat dat nu snel gebeurt. Dus ik hoop dat ze dat ook doen. En ik weet in heel veel gevallen dat dat gelukkig ook gebeurt. Het zijn vaak kleinere bedrijven die belang hebben om nu snel ook weer die opdrachten te krijgen. Uiteraard ook op het gebied van stikstof veel overleg eerder deze week met provincies, maar ook vanmiddag weer is er overleg met de provincies en vanuit het kabinet Carola Schouten over het stikstofdossier. En ook aan de andere zaken wordt hard doorgewerkt.
Dan is vandaag besloten een bijdrage te leveren aan de door Frankrijk geïnitieerde, Europees geleide maritieme missie in de Straat van Hormuz. Nederland zal, dat zal dan zijn van eind januari 2020 tot eind juni 2020, met een fregat, dat zal het marineschip De Ruyter zijn met ook een boordhelikopter, die zal met een aantal stafofficieren deelnemen aan deze missie. Zoals u weet hebben zich in die regio, in de golfregio, meerdere voorvallen voorgedaan, waardoor ook de internationale scheepvaart ernstige hinder ondervond en een vrije en veilige doorvaart is natuurlijk van heel groot belang, ook uiteraard economisch. En voor zeevarend land Nederland van heel groot belang. En daarom willen we ook een bijdrage leveren. Tegelijkertijd wordt er ook langs het diplomatieke spoor doorgewerkt aan het de-escaleren van het conflict in de regio en de spanningen in de regio. Dit landt allemaal in een zogenaamde artikel 100-brief, dat moet dan bij dit soort inzetten, maar ook een samenhangbrief waarin wij in samenhang ook een aantal verzoeken en besluiten aan de Kamer laten weten en met hen gaan bespreken.
Dan volgende week is ook het buitenland in beeld. Op maandag ben ik in Madrid bij de COP25, de klimaattop van de Verenigde Naties. Daar zullen we met elkaar praten over de voortgang van de aanpak van de klimaatvraagstukken en hebben we ook de gelegenheid om van elkaar te leren en elkaar ook scherp te houden op elkaars ambities. Aansluitend is dan op... Nee, dan ben ik terug in Nederland, maandagavond, dinsdagochtend. En dan dinsdagmiddag naar Londen en daar is dan dinsdagmiddag en woensdag, daar zal ook Ank Bijleveld meedoen en Stef Blok, de NAVO-top, onder andere in het kader van het zeventigjarig bestaan. En daar zullen belangrijke gesprekken gevoerd worden natuurlijk over de verdere ontwikkelingen binnen de NAVO. En er zullen ook zaken moeten worden besproken die uiteraard tot enige spanning in de NAVO hebben geleid en die proberen we daar met elkaar in goede banen te leiden. In dat kader had ik gisteren een lang telefoongesprek met Emmanuel Macron van Frankrijk en dat zal ook de komende dagen nog wel tot voorbereidende gesprekken aanleiding geven.