Persconferentie na ministerraad 22 november 2019
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie van 22 november 2019.
Minister-president Rutte:
Een paar dingen. We hebben vandaag in de ministerraad de laatste hand gelegd aan de Najaarsnota. Die wordt volgende week, samen met de suppletoire begrotingen, gezonden aan de Tweede Kamer. Het is inmiddels wel duidelijk geworden denk ik, ook bij u, dat er hier en daar wat meevallers nog zijn op die begroting. We hebben ervoor gekozen om die ruimte die er is te gebruiken om nog een aantal knelpunten die zich voordoen zo goed mogelijk op te lossen. We trekken, zoals bekend, bijna een half miljard, zo’n 460 miljoen euro uit voor de vermindering van de werkdruk van leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Bekend is al gemaakt dat we een half miljard uittrekken voor alle problemen met stikstof en we investeren extra in de veiligheid. Dan gaat het om bijvoorbeeld de ondermijnende criminaliteit: 110 miljoen. Dus dat zijn toch ja toch wel substantiële bedragen die we, door de meevallers die er nog zijn, kunnen aanwenden. Tegelijkertijd zie je dat de Nederlandse economie er ook nog steeds goed voor staat. We zijn nog steeds by far de snelst groeiende economie van dit deel van Europa. En ook de werkgelegenheid is ongeëvenaard hoog. Maar tegelijkertijd zie je ook door de oogharen dat die economische groei gelukkig voorlopig niet omslaat in grote ellende, maar wel wat af gaat vlakken. En we zie ook in de middellangetermijnverkenningen, die het Centraal Planbureau deze week naar buiten bracht, dat we rekening moeten houden dat die economische rugwind in ieder geval zal verminderen, zal afnemen. Het CPB ziet eigenlijk een paar ontwikkelingen. Ze zeggen in de eerste plaats: de economische groei loopt terug, Dat betekent ook dat het huidige begrotingsoverschot om gaat slaan in een tekort, dus dan zijn we weer een beetje in het vertrouwde terrein van tekorten, gelukkig niet al te erg maar toch het overschot lijkt te verdampen de komende tijd en we krijgen weer een tekort. En we zien vooral dat de zorguitgaven, dat heeft ook te maken natuurlijk met de vergrijzing, dat die behoorlijk zullen blijven oplopen. Dat MLT is een advies voor politieke partijen, dat gaan zij gebruiken bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s. U zult zeggen: verkiezingen? Ja, dat klopt, die komen er ook ooit weer aan maar het duurt nog wel anderhalf jaar gelukkig. Maar niettemin, ik weet van mijn eigen partij maar ook van andere partijen dat ze natuurlijk al bezig zijn na te denken over die programma’s en daar zijn dit belangrijke stukken voor. Maar het is ook een signaal natuurlijk naar dit kabinet om ervoor te zorgen dat wij de komende maanden doorgaan met een aantal verstandige keuzes maken.
Nou dan is er uiteraard ook deze week weer verder hard gewerkt op de problemen van stikstof en PFAS. De provincie Noord-Holland, die hebben heel veel gemeten en die konden daardoor vaststellen dat de nieuwe norm, dat er een nieuwe norm kon worden ingesteld voor de toegestane hoeveelheid PFAS in de grond. Dat helpt enorm, zodat in deze provincie – en dat is natuurlijk een van de grootste economische centra van Nederland – de bouwprojecten weer op gang kunnen komen. Maar ook op het gebied van stikstof speelt heel veel. De spoedwet, die vorige week ook in de Kamer in politieke zin is behandeld, die is nu ook terug van de Raad van State dus die sturen wij zo snel mogelijk nu door naar de Tweede Kamer. En we werken ook, de laatste hand leggen we aan de noodwet voor zaken als kustversterking en onderhoud van dijken en verkeerspleinen et cetera. U kent dat verhaal. En tegelijkertijd zijn intensief in gesprek met de provincies over de beleidsregel, proberen wij snel de laatste hand te leggen aan de uitkoopregeling. Dat zijn weer belangrijke zaken die we moeten doen om het voor de provincies mogelijk te maken daar de gesprekken goed op gang te brengen. En we werken ook door, landelijk, aan wat wij verder kunnen doen om de stikstof terug te dringen.