Aweng Chuol, van vluchteling tot model
Aweng Chuol is een wereldberoemd model. Ze werd geboren in een Keniaans vluchtelingenkamp en is van Zuid-Soedanese afkomst. Als klein meisje had ze nooit durven dromen dat ze op een dag modeshows zou lopen.
(Aweng Chuol:)
Mijn eerste 6, 7 jaar waren gevuld met rondtrekken, en angst.
En de dood, en de geur van de dood.
Dus, sinds ik volwassen werd, tot nu, probeer ik nog steeds een plekje te geven
aan die herinneringen die ik heb,
en deze dingen, waarover ik nadenk
waar een kind helemaal niet over na zou moeten denken.
(De donkere Aweng, die kort haar heeft, loopt een modeshow.)
Er waren momenten dat we het kamp uit moesten vluchten
omdat er een aanslag zou komen.
En dan kwam de paniek van: Waar gaan we nu dan heen?
Iedereen in mijn kamp vroeg: Waar gaan we hierna heen?
Wat gaan we hierna doen? Iedereen probeerde weg te gaan,
maar ze wisten niet waarnaartoe.
En toen voelde ik echt, toen realiseerde ik me
dat als vluchteling wij geen thuis hebben.
(Aweng wandelt door een park.)
Mijn vader was een kindsoldaat.
Hij stierf aan een infectie, door een wapen.
Hij was ooit neergeschoten,
en de kogel is er nooit uitgehaald,
want als ze hem eruit zouden halen, zou hij meteen sterven.
Voordat hij stierf, hebben we een gesprek gehad. We hebben gebeld en hij vertelde me over
al zijn wensen voor me en hoe ik gewoon door moest gaan,
doen wat ik wil doen.
En dat is het gewoon.
(Met een blikje drinken zit Aweng achter in een taxi. Beeldtekst: 2006: het begin van een nieuw leven. Aweng, haar moeder, broers en zussen krijgen de vluchtelingenstatus in Australië.)
Toen we vertrokken, had ik nog steeds die angst
over waar we daarna naartoe gingen,
want we gaan daar waarschijnlijk niet voor altijd blijven.
We zaten in een strijd.
We waren veilig. We hadden een huis. We hadden alles.
Maar ik had nog steeds het gevoel dat er nog iets aan zat te komen.
(Ze stapt de taxi uit.)
Ik was aan het werk bij McDonald's en ik stond op het punt om naar huis te gaan,
toen een vrouw me aansprak en zei:
'Ik hou van je gezicht. Ik hou van je littekens. Hier is mijn kaartje.'
En uiteindelijk kwam ze terug en ze vroeg: 'Wil je naar Parijs?'
'Wil je een contract tekenen?'
En ik zei: 'Parijs? Waar is Parijs?'
'Dat is zo ver weg. Waar is dat?'
En toen deed ik een van de grootste shows ter wereld, in Parijs.
(In een studio neemt Aweng voor een witte achtergrond verschillende poses aan voor een fotograaf.)
Soms moet ik mezelf even knijpen.
Zo van, ik ben hier. Ik ben echt hier.
Ik word wakker. Ik heb een veilig thuis.
Meerdere zelfs. Ik vlieg overal naartoe.
En ik heb een team dat echt in me gelooft.
Ik had dit nooit kunnen bedenken, 3 of 4 jaar geleden
(Aweng staat op een roltrap die naar de Londense metro leidt. Beeldtekst: Aweng is inmiddels een internationaal model. Aweng werkt nog altijd als activiste voor War Child en Children in Conflict. Daarnaast studeert ze Rechten en Psychologie.)
Dat is waarschijnlijk het raakvlak.
Dat was de onbewuste gedachte
die me in de richting van psychologie heeft geleid,
het feit dat ik het echt meegemaakt heb.
Ik heb het gezien. Ik zag het continue, altijd.
Want het is iets dat is gebeurd of nog steeds gebeurt, om mij heen.
Dus voor mij voelt het dat, als vluchteling, je psychologische staat altijd iets is dat van belang is.
(In de metro luistert Aweng naar muziek op haar smartphone. Haar lange benen heeft ze over elkaar geslagen.)
War Child en Children in Conflict was een ode aan de man die ik nooit gekend heb, mijn vader.
Met hen samenwerken voelde bijna als
samenwerken met de mensen die
mijn vader zouden hebben geholpen, als hij hier was geweest.
En ik zal deze kinderen helpen, die ooit iemands vader of moeder,
of iemands zus of broer kunnen zijn.
Ik zal bij jullie zijn, in alles wat jullie doen.
(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Ministerie van Buitenlandse Zaken. Beeldtekst: www.government.nl/mindthemindnow.)