Toespraak vicepremier Hermans bij herdenking Frits Bolkestein in Tweede Kamer
Mijnheer de voorzitter,
Een paar jaar geleden had ik het voorrecht om Frits Bolkestein en zijn vrouw te bezoeken in het Rosa Spierhuis.
Het was een snikhete augustusdag en we zaten buiten in de tuin. Hij, ondanks de hitte, keurig in het pak.
We praatten lang en open over de Haagse actualiteit en aan het einde gaf hij mij een welgemeend advies. Hij zei: Hoe ingewikkeld de politiek ook wordt, altijd blijven roeien.
U moet de wat geaffecteerde tongval er zelf even bij denken.
En precies dat heeft Frits Bolkestein zelf in zijn lange en rijke carrière steeds gedaan. Hij is blijven roeien, bij voorkeur met wind tegen. Dan was hij op zijn best.
Een scherp debat met een tegenstander was voor hem zuurstof. Frits Bolkestein hield niet van koetjes en kalfjes, bakte geen lieverkoekjes en Jan Salie was niet zijn beste vriend.
Emotie en romantische dromen over een betere wereld vond hij maar gevaarlijke ondingen in de politiek. Voor hem telden de feiten en analyses in het hier en nu en hij zei op zijn eigen onderkoelde manier altijd waar het op stond. Autonoom, glashelder, geen meel in de mond.
En eerlijk is eerlijk: met kennelijk plezier gooide Frits Bolkestein met een grote glimlach zo af en toe ook een knuppel in het Haagse hoenderhok. Dat deed hij heel bewust, want vanuit zijn jarenlange internationale ervaring bij Shell vond hij het publieke en politieke debat in Nederland maar gezapig – teveel op consensus gericht. Of zoals hij zelf ooit zei: Wij leven in een soort zwakstroom-maatschappij. Als je “boe” zegt, vallen sommige mensen al om.
Zijn stijl was een andere, veel meer pats-boem. Het is in de dagen na zijn overlijden al vaak gememoreerd, hoe hij op die manier in zijn eentje en met vooruitziende blik bijvoorbeeld het onderwerp migratie agendeerde.
Zoveel invloed is weinig politici gegeven. Zelf zag hij het zo: Veel mensen zijn het met mijn standpunten eens, maar niemand vindt het leuk dat ik ze zo duidelijk formuleer.
Als persoon was Frits Bolkestein niet in een hokje te stoppen. Hij was een filosofisch geschoold denker met een ongekend brede belangstelling, die desondanks liever ‘koopman uit Amsterdam’ werd genoemd dan ‘intellectueel in de politiek’ – wat hij zonder twijfel wél was.
Hij was een minister, fractievoorzitter en partijleider die in zijn vrije tijd onder andere toneelrecensies schreef. Hij voelde als geen ander aan wat er onderhuids leefde in de samenleving maar aan de waan van de dag deed hij liever niet mee. En bovenal heeft hij ons in persoon laten zien dat je geen allemansvriend hoeft te zijn om in de politiek toch gezag en populariteit te verwerven.
Een prachtig woord dat hem voor in de mond bestorven lag, is ‘burgerzin’. Met dat woord motiveerde hij steevast zijn persoonlijke keuze om in het midden van de jaren 1970 terug te komen naar Nederland en politiek actief te worden.
Maar hij vroeg het ook van anderen: burgerzin. Volgens mij zit in dat woord de kern van zijn politieke denken. De vrijheid om als burger je eigen keuzes te maken aan de ene kant. En aan de andere kant de verantwoordelijkheid om het beste uit jezelf te halen en zo een bijdrage te leveren aan de samenleving. Het tekent Frits Bolkestein als de volbloed liberaal die hij was.
Mijnheer de voorzitter,
Ik vind het persoonlijk een eer Frits Bolkestein gekend te hebben en ik koester de herinneringen aan onze gesprekken. Zijn overlijden is een groot verlies: voor Nederland, voor de VVD en bovenal voor zijn familie en vrienden.
Namens de minister-president, namens het hele kabinet wens ik hen veel kracht en sterkte toe.
Dank u wel.