Toespraak minister-president Schoof bij herdenking Frits Korthals Altes in Eerste Kamer
Meneer de voorzitter,
Iedereen weet dat Frits Korthals Altes er al een behoorlijke carrière op had zitten voor hij aan zijn –eveneens lange- politieke loopbaan begon. Maar hoeveel jaren dat nou bij elkaar waren, realiseerde ik me pas toen de media in herinnering brachten dat het toch echt 1958 was dat hij voor het eerst zijn advocatentoga aantrok.
Om die pas weer uit te trekken toen hij in 1982 aantrad als minister van Justitie en aan zijn 2e loopbaan begon, die hij in 2001 grotendeels afsloot met zijn vertrek als voorzitter van deze Kamer.
Grotendeels, inderdaad. Want met zijn benoeming tot minister van Staat, direct na zijn vertrek uit deze Kamer, bleef hij beschikbaar voor als Nederland hem nodig had.mIn 2003 werd die vraag heel concreet, en nam hij de verantwoordelijkheid op zich in de rol van informateur.
Als je zo lang werkt ten behoeve van de samenleving, kan dat alleen maar betekenen dat daar een sterke betrokkenheid bij de mensen in Nederland aan ten grondslag ligt. En dat was bij Frits Korthals Altes zeker het geval.
Hij combineerde het beste van zijn 2 loopbanen in zijn overtuiging dat het maatschappelijk belang niet gediend wordt met argumenten op basis van emotie of onderbuikgevoelens, maar uitsluitend met inhoud en een zuivere juridische redenering. Die stonden bij hem altijd voorop. Ook als dat betekende dat hij daarmee -voor die tijd- ongewone standpunten innam.
Toen PvdA-kamerlid Wijnie Jabaay in 1989 vrouwenhandel net zo zwaar wilde bestraffen als slavenhandel, werd daar door menigeen om gelachen.
“Ik vind het toch een goede vergelijking”, reageerde Korthals Altes echter meteen. “Het verschil is niet zo groot als ik denk aan die meisjes die uit de Derde Wereld worden gehaald.”
Ook op andere gebieden gidste Korthals Altes Nederland naar standpunten die inmiddels door vrijwel iedereen worden onderschreven. “De cultuur is altijd geweest dat het strafrecht er is ter bescherming van de verdachte. Het is niet redelijk meer. Ik leg het accent bij het slachtoffer. Want dát is beschaving”, zei hij in 1988. Niet per definitie een voor de hand liggende uitspraak van een voormalig advocaat.
Regels kun je niet alleen afdwingen via de overheid. Het moet ook uit de mensen zelf komen
Tegelijkertijd was Korthals Altes de 1e om op de rol van de samenleving te wijzen als hij -als overtuigd liberaal- werd aangesproken op de verharding van de maatschappij. Die zou, volgens sommigen, haar wortels hebben in de liberale geest van individuele vrijheden.
“Het individu bestaat niet zonder de gemeenschap”, reageerde Korthals Altes steevast. En het besef dat gedragsregels er niet voor niets zijn, moest volgens hem dan ook collectief worden overgebracht. Via scholen, sportclubs en andere verenigingen. Want, zo zei hij: “Regels kun je niet alleen afdwingen via de overheid. Het moet ook uit de mensen zelf komen.”
Meneer de voorzitter,
Dat we deze standpunten na zoveel jaren collectief onderschrijven, kan alleen maar betekenen dat Frits Korthals Altes gelijk had. Dat zijn scherpe juridische kompas een koers naar de toekomst zette. En dat hopelijk blijft doen, als erfenis voor ons allemaal.
Nederland is hem veel dank verschuldigd. Daarvoor herdenken wij Frits Korthals Altes vandaag met diep respect.
Ik wens zijn familie en vrienden veel sterkte en kracht bij dit grote verlies.
Dank u wel.