Toespraak minister president Schoof bij afsluiting Nationale Woontop in Den Haag

Dames en heren,

Deze Woontop laat maar weer eens zien hoe wij in Nederland de dingen doen.

Samen.

Bouwers, corporaties, huurders, huiseigenaren, makelaars, grote beleggers, overheden – u bent hier allemaal samen vanuit verschillende belangen rond 1 en hetzelfde doel.

Meer huizen.

Veel meer huizen.

100.000 per jaar.

Huur én koop.

Huizen die kei- en keihard nodig zijn voor onze jongeren, voor onze ouderen en voor iedereen er tussenin.

Dat gevoel van urgentie delen we, anders waren we hier vandaag niet bij elkaar.

Als premier ben ik er trots op dat we binnen een half jaar deze Woontop hebben kunnen organiseren.

En ik wil u allemaal heel hartelijk bedanken voor uw inzet, uw bijdrage en uw commitment.

100.000 woningen per jaar stamp je nu eenmaal niet zomaar uit de grond

Ik vertel geen geheim als ik zeg dat we dat commitment ook de komende jaren, het komende decennium, heel hard nodig blijven hebben.

Want deze top, de concrete afspraken die zo ondertekend gaan worden – het is allemaal geen eindpunt, maar eerder een begin.

Een belangrijk begin, een goed begin, maar toch.

100.000 woningen per jaar stamp je nu eenmaal niet zomaar uit de grond.

Ook dat besef delen we, denk ik.

Het is en blijft duwen en trekken, maar het beste dat we kunnen doen is allemaal zoveel mogelijk dezelfde kant op duwen en aan dezelfde kant van het touw trekken.

Zoals vandaag.

Alleen dan maken we het verschil.

Voor het kabinet is het aanpakken van de woningnood een absolute topprioriteit.

De maatschappelijke opgave is enorm en gaat veel verder dan alleen zorgen dat mensen een dak boven hun hoofd hebben.

Want een huis is ook zelfstandigheid, geborgenheid, bestaanszekerheid.

En grootschalige woningbouw gaat ook over veilige en leefbare wijken, over rekening houden met klimaatverandering en de energietransitie, over bereikbaarheid, over kansrijke buurten, dorpen en steden.

Het grijpt allemaal in elkaar en daarom hebben we elkaar ook zo hard nodig.

U herinnert zich misschien nog dat de Koning in de Troonrede de inzet van het kabinet samenvatte in 3 woorden: Wat kan wél.

En als ik nu door mijn oogharen kijk naar de afspraken die hier vandaag ondertekend worden, lees ik dat eigenlijk heel direct terug.

Dat vind ik natuurlijk heel mooi.

Impliciet staat er in de afspraken op allerlei manieren heel vaak hetzelfde: we accepteren niet dat het niet sneller kan.

En daarom moeten de regels eenvoudiger, de samenwerking beter, en planprocedures korter.

Dus: wat kan wel?

Een mooi en vooral heel concreet voorbeeld, dat in de aanloop naar vandaag voorbij kwam, vond ik hoe met een andere manier van werken een doorbraak is bereikt voor het voormalige fabrieksterrein van Ten Cate in Nijverdal.

Daar worden na 5 jaar braakliggend terrein en soebatten nu 176 woningen gebouwd.

Ik ken deze regio uit mijn jonge jaren en ik weet zeker dat het een heel mooi en aantrekkelijk herontwikkelingsproject gaat worden.

Ik geef meteen toe, getalsmatig zijn 176 woningen misschien een druppel op de gloeiende plaat.

Maar laten we met elkaar vooral niet het belang onderschatten van dit soort tastbare resultaten.

U heeft ook afspraken gemaakt over veel grotere bouwprojecten. Grote projecten in Haarlemmermeer, Utrecht en Lansingerland.

Jan Schaeffer sprak als staatssecretaris van Volkshuisvesting in het kabinet-Den Uyl ooit de beroemde woorden: “In gelul kun je niet wonen.”

Ik zou zelf mijn woorden vandaag misschien wat anders kiezen, maar hij had natuurlijk wel een punt.

Papier is geduldig.

En het is zo belangrijk dat mensen in heel Nederland de komende jaren gaan merken, zien en ervaren dat er meer gebouwd wordt.

Daar komt het na vandaag op aan.

U hebt inmiddels aan den lijve ervaren dat we daar vanuit het kabinet maximaal Volendamse energie op zetten.

Maar zelfs Mona Keizer kan dit niet in haar eentje bolwerken.

Dus nogmaals dank voor uw inzet.

En heel veel succes bij de uitvoering van alles wat er vandaag wordt afgesproken.

Dank u wel.