Toespraak van minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot bij de uitreiking van de koninklijke onderscheiding voor Renée Jones-Bos

Toespraak van minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot bij de uitreiking van de koninklijke onderscheiding voor Renée Jones-Bos, uitgesproken in het Johan de Witthuis in Den Haag, maandag 17 juni 2024.

Het gesproken woord geldt.

Vergroot afbeelding Renée Jones-Bos ontvangt een lintje van minister Hanke Bruins Slot.
Renée Jones-Bos ontvangt een lintje van minister Hanke Bruins Slot.

Beste aanwezigen,

Beste Renée,

Het is een grote eer om hier samen te zijn, en straks een koninklijke onderscheiding aan je uit te reiken.

Toen onze Koning, toen nog prins, op zoek ging naar wapenherauten voor zijn inhuldiging, hanteerde hij twee criteria.

De herauten, die tijdens de inhuldiging een ceremoniële rol vervullen, moesten niet alleen excelleren in hun reguliere werk, maar, zo zei de Koning – daar ook goed over communiceren naar het algemene publiek.

Zijn keuze viel op jou.

Excelleren.

Communicatie.

Het zijn twee treffende typeringen voor wie je bent, én voor de invulling van je vak, dat van de diplomatie. Ik zag er een glimp van als Kamerlid, toen onze paden soms kruisten. En ook later, toen ik van een afstand meekreeg hoe je jouw rol oppakte als voorzitter van de commissie die de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten evalueerde.

Jouw werkwijze maakte indruk op de mensen die ik hierover sprak:

Je kwam tot de kern van het probleem, en vervolgens tot een werkbare oplossing, die je in begrijpelijke taal verwoordde, zonder opsmuk. Zo zorgde je ervoor dat de feiten niet alleen op tafel kwamen, maar door iedereen werden begrepen.

En dat betrokkenen met oplossingen aan de slag konden…

Samen. In verbinding.

Deze werkwijze loopt ook als een rode draad door jouw diplomatieke loopbaan, die begon toen je in Moskou aankwam, als assistent-landbouwattaché, en zich vervolgde langs bijna alle velden van het buitenlandbeleid.

Als mensenrechtenambassadeur wilde je de abstracte materie van mensenrechten tastbaar maken, in begrijpelijke taal. Zodat er niet alleen in Genève en New York gesproken werd over ‘onze rechten’, maar dat ze ook voor Nederlanders tot leven kwamen.  

Op eenzelfde manier zette je je als Secretaris-Generaal in voor Buitenlandse Zaken. Dat deed je in een lastige periode. Een periode van bezuinigingen, waarin het departement zich opnieuw moest uitvinden. Methodisch zocht je antwoorden op existentiële vragen, en even methodisch liet je de Haagsche critici het belang zien van het diplomatieke handwerk.

Verbinden was je missie, zei je. Wars van rangen en standen zette je je als SG in voor One Team. Iedereen hoort erbij, en dat liet je merken. Je opende de deuren voor meer vrouwen bij BZ. Voor meer diversiteit.

En zo maakte je meters, als eerste bestuurder die begreep hoe belangrijk dit thema was voor de organisatie en de mensen.

Die meters maakte je overigens ook letterlijk. Soms in een groene Lada, dan weer in een rood autootje. En als je in Den Haag was gewoon op de fiets… Het vervoermiddel bleek inwisselbaar, maar je werkwijze niet.

Ook niet in je laatste rol, als ambassadeur in Moskou… Een zeer zware plaatsing, in de schaduw van MH17, en met vele andere beproevingen, die vroegen om moed.

Dwars door het rookgordijn van propaganda in, bleef je de belangen van Nederland volhardend en helder communiceren. En zocht je de dialoog met gewone Russen. Innemend, maar onvermurwbaar, zélfs als je weer eens op het matje werd geroepen. ‘Dat is natuurlijk niet letterlijk, dat matje’, zei je dan met een kwinkslag. ‘Ik mocht gewoon aan tafel zitten’.

Je wordt vaak geroemd voor het zijn van ‘de eerste’. De eerste mensenrechtenambassadeur. De eerste vrouwelijke DG, SG, en ambassadeur in de Verenigde Staten. De eerste vrouw die haar man meenam naar het buitenland. Ja, tot de dag vandaag zijn óók jullie One Team, en daarvoor gaan mijn complimenten natuurlijk ook uit naar jou, Richard! Maar, Renée, je was ook in iets anders een van de eersten. Dicht op het vuur in Rusland, kwam je vroeg met de waarschuwing:

De wereld verandert. De invloed van het Westen neemt af. De democratie staat onder druk, de repressie groeit. Het is een boodschap die inmiddels niemand meer kan negeren.

Juist in deze tijd hebben we jouw talenten harder nodig dan ooit:

Je vaardigheid om de feiten op tafel te krijgen en te communiceren, als antwoord op nepnieuws en desinformatie. Je talent om echt samen op te trekken, om op te trekken als One Team, tegen de tendens van polarisatie in. Je kracht om te gunnen en te binden. ‘Het maakt dat je alles voor Renée wilt doen,’ zei de voormalige ambassadeur van de VS in Nederland, Cynthia Schneider, hierover.

Maar ook je kracht om te staan voor onze waarden, met de woorden van Barack Obama in het achterhoofd: It is not the example of our power, but the power of our example.

Die krachten zijn broodnodig… In Nederland, en in de wereld. En daarom ben ik dankbaar dat je je nog steeds inzet voor ons land. En dat met grote overtuiging doet. Dat je het nog steeds hebt over ‘ons BZ’, en dat ze het op het departement nog steeds hebben over ‘onze Renée’. Over die ‘powervrouw’ die nog steeds een bron van inspiratie is. Alsof je niet bent weggeweest. Het laat mij zien: je blijft verbinden.

Met een nalatenschap aan nieuwe generaties diplomaten, die net als jij naar verbinding zoeken, hoe groot de tegendruk ook is.

Beste Renée,

Je hebt jouw koninklijke onderscheiding meer dan verdiend.

Graag wend ik mij tot de traditionele woorden hiervoor, zoals een heraut dat ook zou doen:

Het is mij een groot genoegen en een voorrecht om je te mogen mededelen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd je te benoemen tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau.

Van harte gefeliciteerd!