Afscheidsboodschap van minister-president Rutte aan Nederland
Goedemiddag,
Ik zag 1 dezer dagen in de krant een foto van mezelf uit mijn begindagen als premier. Dat was lichtelijk confronterend. Laat ik het zo zeggen: er zijn sindsdien wel een paar grijze haren en wat rimpels bij gekomen. En ik hoop ook een tikje meer senioriteit. Maar dat kan bijna niet anders. Na bijna 14 jaar en meer dan 5000 dagen in deze baan. Het is voorbij gevlogen. Ik denk dat iedereen boven een zekere leeftijd dat herkent. Hoe er van die momenten komen in het leven dat je je realiseert: wat gaat de tijd snel en wat is er veel gebeurd. Voor mij is dit zo’n moment.
Nog heel even en mijn tijd als uw, als jullie, minister-president zit erop. Ik geef toe, dat voelt onwerkelijk en ik word er ook weemoedig van. Maar dat heeft vandaag zeker niet de overhand. Nu het Torentje is opgeruimd voor mijn opvolger, kijk ik vooral dankbaar terug op een heel bijzondere en intensieve tijd. Ik heb van dichtbij de mooiste dingen mogen meemaken, maar ook de meest verdrietige en moeilijke gebeurtenissen. Als minister-president ben je in de bevoorrechte positie dat je op al die momenten de kans krijgt iets te betekenen, iets goeds te doen. Ik hoop dat me dat af en toe is gelukt. En ik wens mijn opvolger, Dick Schoof, natuurlijk alle succes toe.
1 van de belangrijkste dingen die ik als premier heb geleerd, is dat je best doen en alles goed doen 2 heel verschillende dingen zijn. En dan denk ik natuurlijk meteen aan de toeslagenaffaire en de aardbevingen in Groningen. Daar is onder mijn verantwoordelijkheid veel mis gegaan en dat trek ik me ook persoonlijk aan.
Ik heb zoveel gesprekken gevoerd met mensen die zich niet veilig voelen in hun eigen huis. Met ouders, die alles zijn kwijt geraakt door de schuld van de overheid. Met jongeren, die me ronduit zeiden dat hun jeugd ze is afgenomen. En ik verzeker u, zoveel onrecht en verdriet kruipen onder je huid. Die gesprekken zullen me altijd bijblijven.
Maar als politicus, en zeker als premier, ben je niet ingehuurd om alleen maar spijt te hebben. Als dingen niet goed zijn gegaan, moet je ze recht zetten – dat is je taak. Dat heb ik geprobeerd – dat hebben we als kabinet geprobeerd. Het is en blijft diep frustrerend dat het niet sneller gaat. Tegelijkertijd vertrouw ik erop op dat onze opvolgers doorgaan op de ingezette weg naar herstel. En belangrijker nog, dat de Groningers en de toeslagenouders daarop kunnen rekenen. Tegen hen zeg ik: als ik vandaag 1 ding mocht wensen, dan zou dat zijn dat uw problemen en zorgen zo snel mogelijk voorbij zijn. Zodat u verder kunt. Dat wens ik u toe.
De afgelopen weken en dagen heb ik natuurlijk ook vaak teruggedacht aan die 1e jaren. Nederland zat midden in een ernstige economische crisis. We kunnen het ons nauwelijks meer voorstellen, maar zo rond 2012 – 2013 kwamen er per maand tot wel 15.000 werklozen bij. Het tekort op de rijksbegroting ontplofte. En dus moesten we het roer omgooien, met de meest ingrijpende hervormingen en bezuinigingen ooit. Het is achteraf gezien een klein wonder hoe snel we uit dat diepe dal zijn geklommen. En ik ben er nog altijd trots op hoe we dat als land hebben gedaan.
Samen.
Met ondernemers en vakbonden. Met gemeenten en provincies. Met iedereen in het land. En met brede politieke steun, ook van partijen die niet in de regering zaten.
Het gebeurde allemaal in de beste Nederlandse traditie van overleg, verstandige compromissen en niet weglopen voor verantwoordelijkheid. Dat is echt uniek aan Nederland. En het is belangrijk om dat vast te houden. Want samen sta je sterker dan alleen.
En die les heb ik nog een keer geleerd, op een totaal ander moment in een totaal andere context. Namelijk rond de aanslag op MH17. Over een paar weken is dat 10 jaar geleden. 10 jaar alweer, en toch zo dichtbij.
Iedereen herinnert zich de hartverscheurende beelden van de thuiskomst van de lichamen in Eindhoven. De eindeloze stoet met rouwauto’s, begeleid door duizenden mensen langs de route. En later de indrukwekkende Nationale Herdenking in de RAI. Voor mij persoonlijk is MH17 misschien wel de meest ingrijpende en meest emotionele gebeurtenis uit mijn hele premierschap. Ik heb steeds geprobeerd een steun te zijn voor de nabestaanden.
Maar MH17 heeft ook mijn persoonlijke kijk op de wereld veranderd. Meer nog dan daarvoor, heb ik me na MH17 gerealiseerd hoe belangrijk het is als land niet alleen te staan in een wereld vol onrust en dreiging. Hoe landen die samenwerken elkaar ook beschermen. En hoe cruciaal het dus is dat ons land is ingebed in de Europese Unie en de NAVO. Eén blik op de wereldkaart maakt dat duidelijk. Ik zeg het nog maar een keer: samen sta je sterker dan alleen. Juist nu, met een oorlog op een paar uur vliegen van ons land, moet die gedachte ons motiveren Oekraïne te blijven steunen. Voor vrede daar en veiligheid hier.
En ja… Als je dan zo je laatste weken en dagen ingaat, krijg je heel vaak dezelfde vraag. Welke gebeurtenissen, welke momenten uit die bijna 14 jaar zullen je het meest bijblijven? Wat heeft het meeste indruk gemaakt? Het is eigenlijk onmogelijk daar een kort antwoord op te geven. Want hoe kies je uit zoveel? Maar laat ik vandaag toch een poging wagen.
Ik noemde al MH17 – dat was zo groot, dat laat me nooit meer los. Maar ik denk ook aan het moment waarop ik excuses aanbood voor het handelen van de Nederlandse regering tijdens de Holocaust. En met de herdenking en viering van Keti Koti morgen, denk ik natuurlijk aan de excuses voor het slavernijverleden. Dat zijn momenten waarop je als minister-president heel direct verbinding kunt leggen door erkenning te geven. Met alle emotie die dat losmaakt. Niet als persoon, niet als Mark Rutte uit Den Haag, maar als vertegenwoordiger van iets groters – een land, een samenleving. Dat klinkt uit mijn mond misschien allemaal wat plechtig, maar ik heb dat echt zo gevoeld en beleefd. Het is hoogst eervol dat ik die rol op een paar momenten heb kunnen vervullen.
En er was corona. Ik weet nog goed hoe ik op 16 maart 2020 ’s avonds vlak voor zeven uur gespannen hier in het Torentje zat voor die eerste TV-toespraak. Niet wetende wat er met corona op ons afkwam, maar wel dat het megagroot en ingrijpend zou worden. Het is waarschijnlijk maar goed dat we op dat moment niet wisten dat deze achtbaanrit 2 jaar zou gaan duren. 2 jaar, waarin veel mensen een dierbare verloren, met al het verdriet, dat niet zomaar weg is. 2 jaar, waarin het leven ook in andere opzichten heel lastig was – voor sommigen tot op de dag vandaag.
Corona raakte aan alles. Aan onze gezondheid, ons sociale leven, ons werk en inkomen. Het raakte aan de toekomst van onze jonge mensen. Het was voor te veel mensen een tijd van eenzaamheid. En het heeft ook sporen getrokken in de samenleving, die niet zomaar zijn hersteld.
Onvermijdelijk heb ik, hebben we als kabinet, in de aanpak steken laten vallen. Dat kan niet anders. Tegelijkertijd vind ik dat er in deze periode in de samenleving veel goeds en moois is gebeurd. De mensen in de zorg leverden een ongekende prestatie.
In bedrijven, de horeca, scholen, verenigingen, musea en theaters – iedereen maakte er het beste van. En overal ontstonden spontaan initiatieven om elkaar te helpen, te steunen of te troosten. Ook dat is Nederland. U weet hoe ik daarover denk.
Nederland is een gaaf land. Ik geef toe, ik heb dat misschien één of twee keer te vaak gezegd. Maar dat komt omdat ik het meen, uit de grond van mijn hart.
Er is hier geen oorlog. In Nederland mag je zijn wie je bent en houden van wie je wilt. We zijn welvarend. En onze democratie is sterk. Niet alleen omdat we – minstens – elke 4 jaar in alle vrijheid mogen stemmen. Maar ook omdat je het in Nederland luid en duidelijk mag laten weten als je het ergens niet mee eens bent. En we hebben een vrije en kritische pers en onafhankelijke rechters. Dus ja, een gaaf land.
En één ding weet ik na bijna 14 jaar premierschap heel zeker. Dat zit in mensen. Mensen maken een land. Zo heb ik zelf het werk al die jaren alleen kunnen doen, omdat ik ondersteund werd door superslimme, deskundige en hardwerkende ambtenaren. Dat wil ik bij mijn afscheid gezegd hebben. Ik heb verder als premier in heel Nederland ontelbaar veel mensen ontmoet, jong en oud. En ook op de Caribische eilanden, die bij ons horen. Ik heb heel veel organisaties en verenigingen leren kennen. De mooiste musea gezien en voorstellingen bijgewoond. Ik heb onze militairen op missie in het buitenland in actie gezien – diep respect voor wat zij doen. En ik weet niet bij hoeveel bedrijven ik achter de voordeur heb mogen kijken, van de kleinste startup tot de grootste maakfabriek.
En ik zeg u, we hebben een land dat barst van creativiteit en ondernemerschap. Van hard werken en daarna voluit genieten. En gelukkig ook een land met een gezonde afkeer van hiërarchie en overdreven deftigheid. Maar bovenal zijn we een land van vrijwilligers, mantelzorgers, goede buren en beste vrienden. Er wordt ook best wel eens gemopperd natuurlijk. Dat is ook Nederland. Maar als het erop aankomt, staan we om elkaar heen en helpen we elkaar.
Ik kan vandaag daarom alleen maar herhalen wat ik aan het begin van de coronacrisis al eens zei. Let een beetje op elkaar. Ik reken op u.
Ik vond het een eer om jullie minister-president te mogen zijn. En ik heb het met ongelooflijk veel plezier gedaan.
Dank. Dank. Dank.