Gastlezing minister president Rutte over democratie
Gastcollege van minister-president Mark Rutte bij het vak ‘Grondslagen van het recht’ van de afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap van de Rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Deze lezing vond plaats op 21 februari 2023.
Waarom democratie altijd ‘the shining city on a hill’ zal blijven
Dames en heren, beste studenten,
Als historicus realiseer ik me natuurlijk dat de vraag of iets historisch is altijd achteraf wordt beantwoord. Maar ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat er op 24 februari 2022 een pagina in het boek van de wereldgeschiedenis is omgeslagen.
Ik was vorige week in Kiev, en als je daar rondloopt en al die schrijnende verhalen hoort, kun je niet tot een andere conclusie komen. Ik ben er eerlijk gezegd nog stil van.
Over 3dagen is de Russische grootschalige invasie in Oekraïne precies een jaar geleden.
Een oorlogsjaar, waarin we zagen en nog elke dag zien hoe autocratie, machtshonger en een totaal gebrek aan respect voor mensenlevens leiden tot de meest gruwelijke daden en de diepste menselijke ellende.
Maar ook een jaar dat bewijst hoe krachtig een president, een volk, een land kunnen zijn als zij met overtuiging vechten voor hun vrijheid. Daar kunnen we alleen de allergrootste bewondering en het diepste respect voor hebben. En Oekraïne alle financiële en militaire steun blijven bieden.
Dat is wat ons na dit jaar vooral bezighoudt: het lot van Oekraïne en de Oekraïners. Er moet een eind komen aan deze afschuwelijke oorlog, aan het zinloze verlies van mensenlevens en aan de vernietiging van gebouwen en infrastructuur. Daarna wacht een immense taak van wederopbouw, van waarheidsvinding en recht, en van een nieuwe toekomst voor Oekraïne.
Er is na dit jaar veel om over na te denken. Over hoe we ons geopolitiek moeten verhouden tot landen als Rusland, China en Iran. Over de samenwerking met onze bondgenoten en partners met wie wij democratische waarden delen, Trans-Atlantisch én Europees. En over de vraag hoeveel onze vrijheid, onze rechtsstaat en onze democratie ons eigenlijk waard zijn.
Heel letterlijk, wat mag het ons kosten, wat hebben we er materieel voor over? Vragen die we onszelf lange tijd niet hoefden te stellen. Maar nu wel.
Hierover ga ik graag met jullie in gesprek. Maar eerst iets over mijn ideeën daarbij. Over waarom ik vind dat democratie altijd sterker zal zijn tirannie. En waar kan ik dat beter betogen dan in deze zaal, die is vernoemd naar een van de meest principiële verdedigers van de democratische rechtsstaat uit onze geschiedenis, professor Cleveringa.
Democratie is niet foutloos, zeker niet zonder zwaktes en al helemaal niet zonder bedreigingen. Maar wel oersterk. Of zoals Winston Churchill zei in dat overbekende citaat:
Indeed it has been said that democracy is the worst form of Government except for all those other forms that have been tried from time to time.’
En dat brengt mij bij het feit dat er in Nederland een stevig draagvlak is voor militaire en financiële steun aan Oekraïne. Waarom is die steun zo groot en massief?
Dat heeft alles te maken met democratische waarden en onze eigen geschiedenis. Wij weten wat het is bedreigd te worden of onder de voet te worden gelopen door een groot en machtig buurland.
Dat zit heel diep vanwege de Tweede Wereldoorlog. Maar het gaat veel verder terug.
In de tijd van de Republiek kwam de dreiging feitelijk van alle Europese grootmachten om ons heen: Spanje, Engeland, Frankrijk. Met het Rampjaar 1672 als dramatisch dieptepunt. En in de jaren tussen 1795 en 1813 stond Nederland de facto onder Frans bestuur. Dus het David-tegen-Goliath-gevoel, dat je niet als groot land ongestraft een kleiner buurland binnen kunt vallen, zit in ons.
Ik denk dat Nederlanders verder goed begrijpen dat deze oorlog ook over hun eigen toekomst gaat. Over onze toekomst.
Het is een simpele vraag: als we Poetin zijn gang hadden laten gaan, was hij dan bij Oekraïne gestopt? Dat mogen we serieus betwijfelen en daarmee zou het NAVO-grondgebied zelf ernstig bedreigd zijn. En dus de internationale rechtsorde, zoals die na de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd.
Dat zou Nederland in het hart raken, militair én economisch. Zorgen dat Poetin deze onrechtvaardige oorlog niet wint, is dus gewoon een keihard Nederlands belang.
Er gaat sinds vorig jaar 24 februari geen dag voorbij dat ik niet met de oorlog in Oekraïne bezig ben. Bijna elke dag zijn er nieuwe ontwikkelingen die een snelle reactie vragen. Dat maakt het extra belangrijk dat onze eigen Grondwet een stevige juridische en volkenrechtelijke basis bevat voor de steun aan Oekraïne.
Ik heb ik me dat recent weer gerealiseerd, met dank aan Afshin Ellian en Bastiaan Rijpkema, die zo aardig waren mij een exemplaar aan te bieden van dat prachtige nieuwe boek met commentaren op de Nederlandse Grondwet. Wat mij trof, was de combinatie tussen 2 onderdelen.
Ten 1e de algemene bepaling, die pas sinds vorig jaar aan onze Grondwet vooraf gaat.
Daar staat nu: ‘De grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.’
Ten 2e bevat onze Grondwet al veel langer dat bijzondere artikel 90: ‘De regering bevordert de internationale rechtsorde.’
Ik ben ervan overtuigd dat deze 2 nauw samenhangen, want waarborgen van grondrechten en de democratische rechtsorde in Nederland, kan alleen als de internationale rechtsorde naar behoren functioneert. En zo bevat het recht een extra aansporing, een opdracht, Oekraïne te blijven steunen, als onderdeel van een coalitie van landen.
Het is verbazingwekkend hoe snel het gesprek over oorlog en vrede in een jaar tijd normaal is geworden. Het leek zo ver weg, loopgraven in Europa, de beschieting van burgerdoelen, marteling en verkrachting als de meest smerige oorlogswapens. Maar wat was het – achteraf gezien – dichtbij. En wat is de wereld hierdoor veranderd – zeker de onze in Europa.
Ik moest tijdens de voorbereiding op vandaag terugdenken aan mijn eigen studententijd. In die tijd viel de Berlijnse Muur – in 1989. Daarvan weten we inmiddels zeker dat het een historisch moment was.
In datzelfde jaar schreef Francis Fukuyama zijn beroemde essay en iets later zijn boek over het ‘einde van de geschiedenis’. In Fukuyama’s denken van die tijd draaide het om de stelling dat met het einde van de Koude Oorlog de liberale democratie de uiteindelijke vorm van bestuur was geworden. Het leek een kwestie van tijd, een historische onvermijdelijkheid, dat ons westerse politieke systeem wereldwijd dominant zou worden.
Noem het naïef, maar het was een gevoel dat toen breed leefde, ook bij mij. We wilden het geloven.
En terugkijkend is het misschien voor de hand liggend te zeggen dat de wens hier de vader van de gedachte was. Dat we leden aan een ernstige vorm van collectief wensdenken.
Maar dat optimisme kwam wel ergens vandaan. Het einde van de Koude Oorlog luidde wereldwijd een democratiseringsgolf in. En een gevoel van optimisme, zeker toen in 1990 Nelson Mandela werd vrijgelaten en in Zuid-Afrika de apartheid werd afgeschaft. Het leek onvoorstelbaar dat die trend naar meer vrijheid en democratie gekeerd zou worden.
Leek.
De laatste decennia hebben we gezien dat de democratie wereldwijd onder druk staat of wordt teruggedrongen. De Amerikaanse ngo Freedom House ziet al 16 jaar lang een wereldwijde trend van democratische teruggang.
Zoals in Rusland, waar na de Koude Oorlog met vallen en opstaan de weg naar de democratie was ingezet. Poetin draaide de klok terug – terug naar een totalitair regime.
Sluipenderwijs, via een web van georganiseerde leugens en een stapsgewijze uitschakeling van de vrije pers, van elke vorm van oppositie en van de onafhankelijke rechtspraak. Tot het punt waar we nu zijn: met Poetin als autocraat, die een nietsontziende koloniale veroveringsoorlog voert tegen een soeverein buurland.
Die andere grootmacht, China, is nooit een democratie geweest met vrije verkiezingen en alles wat erbij hoort. Het land is daar ook niet naar op weg – integendeel, ook China wordt autocratischer. En in Iran, Myanmar, Syrië, Afghanistan, Noord-Korea worden grondrechten en mensenrechten elke dag op de meest grove manieren vertrapt.
En nu zien we hoe in landen die we lange tijd beschouwden als stabiele democratieën democratische instituties van binnenuit worden uitgehold. Wie had ooit kunnen denken dat we in de Europese Unie ernstige twijfels zouden hebben over de rechtsstaat in lidstaten als Polen en Hongarije? Of dat in de Verenigde Staten het Capitool bestormd kon worden?
We hebben allemaal met verbijstering en ongeloof naar die vreselijke beelden zitten kijken.
En ja, het complotdenken, het politiek wantrouwen en de maatschappelijke onvrede die op die 6e januari 2021 tot een uitbarsting kwamen, zijn niet zomaar verdwenen. En toch…
En toch ben ik er van overtuigd dat de Amerikaanse oud-president Ronald Reagan nog altijd gelijk heeft. Hij sprak over Amerika als kampioen van vrijheid en openheid en over zijn land als ‘the shining city on a hill’. Als een baken van hoop voor de wereld.
Om het geheugen op te frissen: Ronald Reagan was een voormalig B-acteur en Republikein die vooral aan het begin van zijn presidentschap in de vroege jaren ’80 van de vorige eeuw in links-progressieve kringen niet serieus werd genomen. Toen hij in 1989 afscheid nam was de Koude Oorlog voorbij, werden kernwapenarsenalen in Oost en West afgebouwd en kende iedereen de woorden ‘glasnost’ en ‘perestrojka’. Er waaide een democratische wind over de wereld. Met dank aan 2 mannen: Ronald Reagan en de Russische leider Michail Gorbatsjov.
Ik heb altijd een zwak voor Reagan gehad. Vooral vanwege zijn speeches, waarin hij op huiselijke toon en met een onverwoestbaar optimisme de moeilijkste dingen begrijpelijk wist te maken.
Waar Reagan sprak, was de hoop op een betere toekomst nooit ver weg. Ik herinner me dat beeld van de ‘shining city on a hill’ vooral uit Reagans farewell adress, zijn afscheidsspeech aan het Amerikaanse volk.
Dat was een indrukwekkend betoog waarin hij de Amerikanen voorhield dat elke grote verandering in de Verenigde Staten begon aan de eettafel, met een gesprek tussen kinderen en hun ouders over wat het ten diepste betekent Amerikaan te zijn. Onderdeel van die traditie was voor hem dat kinderen hun ouders in dat gesprek tegen moeten kunnen spreken.
Typisch Reagan – grote dingen klein maken. En misschien ook wel typisch Amerikaans, die onverholen en zelfbewuste trots op het eigen land.
Je hoort vaak zeggen dat de 20e eeuw de eeuw van Amerika was en dat de 21e eeuw de eeuw van China of Azië zal worden. Ik denk daar anders over. Ik denk dat dit opnieuw de eeuw van Amerika zal zijn. En ik denk ook dat wij in Nederland en Europa er goed en verstandig aan doen stevig te blijven investeren in de trans-Atlantische samenwerking.
Laat me uitleggen waarom ik dat vind. En dan begin ik bij het eeuwige pionieren dat Amerikanen zo eigen is. Bij de frontiergedachte, die in overdrachtelijke zin nog altijd bestaat, dus de gedachte dat grenzen er zijn om ze te verleggen. En bij dat enorme Amerikaanse talent om te veranderen – en dan nog een keer en nog een keer. Tot het wél lukt.
Alles in de vaste overtuiging dat de toekomst de overtreffende trap zal zijn van het nu: beter, vrijer, mooier, hoger.
Het is niet toevallig dat Amerika het land is met de meeste startups ter wereld, vorig jaar ongeveer 70.000. Op nummer 2 staat India, een land waar 4 keer zoveel mensen wonen, met 13.000 startups.
De drive om vooruit te komen is in Amerika sterker dan waar ook. En die manier van leven wordt gevoed vanuit een diepgewortelde vrijheidsgedachte, die je alleen kunt snappen als je de Amerikaanse geschiedenis kent.
Amerika is een land geboren uit verzet, uit de leuze ‘no taxation without representation’, uit een Grondwet die niet de regering centraal stelt maar ‘we the people’. Zoals Reagan zei in zijn farewell address: ‘We the people tell the government what to do. It doesn’t tell us’. Die vrijheidsdrang zit zo sterk in de Amerikaanse samenleving ingebakken, dat duw je niet omver.
En begrijp me goed, we moeten niet naïef zijn over de zwaktes van de Amerikaanse samenleving. Of over de gevaren die de Amerikaanse democratie bedreigen. Die zijn er en ze zijn reëel.
Maar ik zie ook iets anders. Ik zie dat er in de Verenigde Staten een jonge generatie politici is, die opkomt voor de rechten van iedereen en zich verzet tegen de aantasting van de democratie. Die beweging is breed en gemêleerd, met gematigde en meer uitgesproken mensen.
Maar iemand die er voor mij uitspringt, is Pete Buttigieg, de huidige minister van Transport.
Hij is een man die in zijn eigen campagne voor de democratische nominatie een nieuw en jong geluid liet horen, met gelijkwaardigheid als kernwaarde in zijn programma. En daarmee is hij 1 van de mensen die voor de zoveelste keer in de geschiedenis laten zien dat democratie per definitie in beweging is, zelfcorrigerend en zelfvernieuwend.
En ik zie nog iets, namelijk dat de Amerikanen na de Russische inval in Oekraïne zonder aarzeling opnieuw het voortouw nemen in de verdediging van democratie, soevereiniteit en vrijheid. Ver van hun eigen huis. Voor de zoveelste keer sinds de Eerste Wereldoorlog, boter bij de vis.
Nog maar een paar weken geleden kwam er in de haven van Vlissingen een indrukwekkende lading militair materieel binnen, ter verdediging van de oostgrens van de NAVO. Als je die beelden ziet van die honderden tanks en ander rollend materieel – 1300 stuks in totaal – realiseer je je hoe cruciaal de trans-Atlantische samenwerking is voor onze veiligheid.
Geen enkel Europees land komt hierbij ook maar in de buurt. En dus – ik zeg het maar gewoon – had President Trump gelijk toen hij tegen Europa zei: jullie moeten veel meer je eigen broek ophouden en 2 procent van je nationaal inkomen aan defensie besteden, zoals afgesproken. Dat gaat nu snel, ook in ons land, en dat is keihard nodig.
En dan nog is er geen alternatief voor trans-Atlantische samenwerking, met een sterk Amerika in een sterke NAVO – én een sterk en eensgezind Europa, dat geen speelveld is op het wereldtoneel, maar een speler. Dat hebben we dit jaar geleerd.
En dat vraagt iets van ons. Namelijk dat we bereid zijn de financiële gevolgen te dragen, op korte en lange termijn.
Democratie is – letterlijk – niet gratis. Nog een les die we dit jaar in hoog tempo hebben geleerd.
Dat zien we terug op de Rijksbegroting, met substantieel meer geld voor defensie en alleen dit jaar al een bedrag van 2,5 miljard euro voor steun aan Oekraïne. En we merken de gevolgen van de oorlog thuis, in onze eigen portemonnee. Gas is duur, elektriciteit is duur, boodschappen zijn duur.
De bottom line is: Nederland is een rijk land en we kunnen veel doen om de financiële onzekerheid voor mensen weg te nemen. Daar zit wel een grens aan, want niemand kan voorspellen hoe de oorlog zich ontwikkelt en wat de financiële gevolgen daarvan zijn.
Met die onzekerheid zullen we voorlopig moeten omgaan. Ook als de oorlog langer, of zelfs veel langer duurt dan we nu hopen, moeten we bereid zijn de gevolgen te dragen.
In vredestijd is het gemakkelijk lippendienst bewijzen aan democratische idealen. Maar als de democratie wordt aangevallen, dan komt het erop aan. Dan gaat het over de vraag: hoeveel zijn onze vrijheid, onze rechtsstaat en onze democratie ons eigenlijk waard?
Poetin rekende op een verdeeld Europa en een zwakke NAVO. In plaats daarvan ziet hij nu een massief blok voor zich van landen die pal staan voor harde democratische waarden. Landen die uit ervaring weten dat democratie meer is dan alleen een politiek systeem.
Democratie en vrijheid werken door in de economie, in de cultuur, in de sociale structuur van een land. Omdat democratie mensen ruimte geeft het beste uit zichzelf te halen – en dat leidt tot creativiteit, innovatie, ondernemerschap. Er is dus een direct verband tussen een sterke democratische rechtsstaat en een welvarend en aantrekkelijk land.
De historicus Niall Ferguson publiceerde in 2011 zijn spraakmakende boek Civilization. The West and the Rest. Daarin onderzoekt hij hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat na 1500 een paar relatief kleine landen in het meest westelijke puntje van West-Europa, en daarna ook de Verenigde Staten, in korte tijd zo dominant konden worden en dat ook eeuwenlang konden blijven.
Zijn analyse is dat 6 ‘killer applications’, zoals hij ze noemt, daarin bepalend zijn geweest. 6 concepten die volgens hem uniek waren voor het Westen.
Hij noemt onder andere het ontstaan van competitie als drijfveer voor verbetering. Hij noemt ook het belang dat het westen ging toekennen aan kennis en wetenschap en de ontwikkeling naar een systeem van rule of law, naar de moderne rechtsstaat. Wij in Nederland denken dan natuurlijk aan Hugo de Groot als grondlegger van het internationale oorlogsrecht en zeerecht, en daarmee van het internationale volkenrecht zoals we dat vandaag kennen.
Onderlinge competitie, kennis en rechtsstatelijkheid maken historisch gezien dus een beter land om in te wonen. En het zijn nog steeds belangrijke pijlers onder de liberale democratie waarin wij leven.
Op de site freedomhouse.org vind je een kaart die overduidelijk het verband laat zien tussen vrijheid en rechtsstatelijkheid aan de ene kant, en welvaart en welzijn aan de andere kant. Nederland behoort tot een zeer select groepje landen dat richting 100 procent vrijheid scoort. Bijna 100 procent vrijheid – laat dat eens tot je doordringen.
En dat verklaart voor mij waarom we altijd zo hoog scoren op lijstjes die andere dingen meten, zoals geluk, gezondheid, kwaliteit van leven, innovatiekracht of gemiddeld inkomen.
Als je op een zelfgekozen tijd en plaats in de wereldgeschiedenis geboren zou mogen worden, dan is Nederland in de 21e eeuw geen gekke keuze.
Er is dus wat te verdedigen in ons mooie land. En ja, er is veel te verbeteren.
Ook in Nederland gaat lang niet alles goed. Ook in Nederland leidt de ‘fear of falling’, dus onzekerheid over de toekomst, tot onvrede, protest en polarisatie.
En ik kan wel heel hard roepen dat ons land niet beter wordt van polarisatie, dat niemand daar individueel beter van wordt, maar uiteindelijk is er maar 1 ding dat echt helpt. Mensen die opstaan om mee te doen. Mensen met nieuwe en frisse ideeën. Mensen die actief worden om dingen te veranderen en te verbeteren.
Kortgeleden zei een vrouw tegen mij: mijn dochter vindt het hoog tijd worden dat je opstapt. Ik kan daar altijd een beetje kregelig van worden, want prima natuurlijk, maar wat ga je daar dan aan doen? Als je dat echt vindt, kom dan in actie, maak gebruik van je democratische rechten, word politiek actief en stuur me de laan uit. Dat kan in Nederland!
En dat is ook mijn oproep aan jullie en aan alle jongeren op alle opleidingen in Nederland. Niet per se om mij weg te sturen natuurlijk, al mag dat best.
Nee, wat ik bedoel is: sta op en engageer je. Lees kranten, volg het nieuws en vind iets. En als je dan vindt dat dingen anders en beter moeten, word dan ook lid van een politieke partij.
Oekraïners, Iraniërs en andere volken moeten vechten voor vrijheid en democratie.
Jullie, ik, wij in Nederland, hebben het geërfd en dat schept verplichtingen. Ik begrijp dat je actie wilt voeren voor onderwerpen waar je gepassioneerd over bent, zoals het klimaat, of studiefinanciering, of desnoods je pensioen.
Maar politiek gaat uiteindelijk nooit om 1 issue. In de politiek draait het altijd om een afweging tussen verschillende belangen en om geld dat we maar één keer kunnen uitgeven. Dus moet je compromissen sluiten. Zeker in Nederland-coalitieland. En dat compromis is niet lelijk maar juist mooi, omdat er 2 essentiële kenmerken van democratie in samenkomen: vrijheid en redelijkheid.
Dat maakt het politieke handwerk niet per se makkelijker, maar uit eigen ervaring kan ik zeggen: er is weinig bevredigender en niets eervoller. Democratie is mensenwerk en zorgen dat democratie blijft werken vraagt erom dat de beste mensen zich daarvoor in willen zetten.
Denk daar maar eens over na.
Dank jullie wel.