Toespraak staatssecretaris Heijnen - Herdenking Bijlmervliegramp Amsterdam
Toespraak van staatssecretaris Heijnen (IenW) bij de herdenking van de Bijlmer vliegramp op dinsdag 4 oktober 2022 in Amsterdam.
Het was een koude, heldere herfstavond; er stond een krachtige noordoostelijke wind.
Het was een zondagavond; een avond om binnen samen te zijn. Met familie en met vrienden.
Het was etenstijd; er werd gekookt, mensen gingen aan tafel.
Het leek aanvankelijk een avond zoals zoveel andere. Maar dat mocht niet zo zijn.
Want op 4 oktober 1992, om 6 over half 7, werd de vredige zondagavond wreed verstoord.
De beelden van de doorboorde, ingestorte en verbrande woningen, staan ons allemaal nog voor ogen. Deze ramp staat in ons geheugen gegrift. Het is een litteken op de ziel van Nederland. En een litteken gaat nooit helemaal weg. Het vervaagt misschien, maar blijft altijd zichtbaar. En voelbaar.
Ik was pas 9 jaar toen het gebeurde. Ik zie nog de beelden op t.v. voor me, de ingelaste journaals. Mijn verbijstering en machteloosheid herinner ik me nog goed.
De woningen van zoveel mensen stonden in brand. De paniek van dat moment is me altijd bijgebleven.
Vandaag staan we stil bij het verhaal van de 43 mensen die het leven lieten in de vuurzee van die zondagavond.
43 mensen waarmee we ons nog altijd zo intens verbonden voelen. 43 mensen die er niet meer zijn, en nog elke dag worden gemist door hun geliefden.
Deze ramp heeft het leven van de nabestaanden, buurtgenoten, familieleden, vrienden en hulpverleners voor altijd getekend. Velen raakten gewond en ook de emotionele impact was enorm. De hulpverleners van toen zullen de beelden nooit meer van hun netvlies krijgen.
Velen dragen de gevolgen ervan tot op de dag van vandaag en voor de rest van hun leven met zich mee.In hun lijf, in hun hoofd, in hun hart.
Op 4 oktober 1992 om 5 over half 7 in de avond raakte de Boeing 747-200, een toestel van de Israëlische maatschappij El Al, volledig onbestuurbaar. Het toestel stortte neer op de plaats waar de flats Groeneveen en Klein-Kruitberg bij elkaar kwamen. Hier hemelsbreed 500 meter vandaan.
Dat had ook heel ergens anders kunnen zijn. Het lot kiest niet.
Dit is een ramp die ons allemaal raakt. En hoe donker ook, er is altijd het licht waarin mensen elkaar vinden, helpen en troosten.
Onderlinge verschillen zijn weggevaagd en we zijn bij elkaar als broeders en zusters. Net als 30 jaar geleden.
Ook vandaag staan wij naast elkaar. Houden we elkaar vast.
Straks gaan we samen naar de ‘Boom die alles zag’. Om het verdriet en de pijn te delen. Om de namen van hen die gemist worden opnieuw uit te spreken.
Van uw geliefden, uw vader, moeder, uw opa, oma, van uw zus of broer, oom, tante, buurman, buurvrouw, buurjongen, buurmeisje. Van uw vriend of vriendin.
Wij blijven aan ze denken. En zo blijven ze dichtbij ons.