Speech minister van Justitie en Veiligheid bij herdenking Slag om Arnhem
Toespraak van minister Yeşilgöz-Zegerius (JenV) bij de herdenking van de Slag om Arnhem.
“Democratie is niet voor bange mensen,” zei een van mijn voorgangers, minister van Justitie Carel Polak, ooit. Ik zou daaraan willen toevoegen: vrijheid is niet voor bange mensen.
Het verhaal van de Slag om Arnhem is veel meer dan het verhaal van coalitietroepen tegen de Duitsers. Het is veel meer dan de strijd om een brug, tussen de bevrijder en de bezetter.
Het is niet 1 verhaal over goed en kwaad. Er zijn duizenden verhalen, opgetekend in boeken en bundels vol ooggetuigenverslagen.
Wat die verhalen gemeen hebben, is dat ze allemaal gaan over moed. De moed om uit een vliegtuig te springen, voor de bevrijding van vreemde mensen in een vreemd land, waarvan je weet dat vele kameraden van je dat nooit levend zullen verlaten.
De moed om gestrande coalitietroepen in huis te nemen, en hen te verzorgen, terwijl buiten de Duitsers met vlammenwerpers het huis van de buren in brand steken. De moed om achter te blijven in de loopgraven, om de bezetter te misleiden zodat jouw compagnie zich in veiligheid kan terugtrekken.
In Arnhem en de omliggende dorpen is gevochten van straat tot straat, van huis tot huis, van deur tot deur. En achter elke deur zijn keuzes gemaakt: keuzes van verzet, van barmhartigheid, van heldhaftigheid en van opoffering. Zoals die van de Britse soldaat Albert Willingham, die bovenop een granaat sprong en zo de levens van de Nederlandse onderduikers in dat huis aan de Annastraat redde.
We delen de geschiedenis vaak in in hapklare brokken. We roemen de wereldleiders die ons bevrijden en uiteindelijk hun handtekening zetten onder een vredesverdrag. Maar zonder de moed en het doorzettingsvermogen van helden als Willingham was het nooit zover gekomen.
Zij halen zelden de geschiedenisboeken en krijgen geen straatnaambordje – en worden soms zelfs anoniem begraven, zoals verderop op de begraafplaats in Oosterbeek. Maar zij hebben wel de weg geplaveid naar vrijheid en beschaving. Als militair, als burger, als individu.
Zij namen in een split-second, toen het er écht om ging, besluiten van moed en opoffering. Zij kozen instinctief voor de goede kant, voor vrijheid en medemenselijkheid. Daarom is deze herdenking er niet één van teleurstelling of verdriet, maar 1 van hoop.
Die hoop zie ik ook terug als ik naar de veteranen kijk die in ons midden zijn. Ook u maakte de keuze voor het goede. Tegen u zeg ik daarom: Thank you. Thank you for your courage, for your compassion and for your sacrifice. It will never be forgotten.
Dames en heren. Vrijheid is niet voor bange mensen. Vrijheid is geen gegeven, maar iets dat elke dag, op elk moment, moed vereist. Gezamenlijk, en ieder voor zich.
Op dit moment woedt duizenden kilometers verderop een vreselijke oorlog. Te midden van de gruweldaden zien we ook daar de medemenselijkheid en de heldhaftigheid. Ook daar kiezen strijders én gewone burgers elke dag voor het goede.
Maar ook hier, in het veilige Nederland, zien wij ons door deze oorlog voor keuzes gesteld. Als samenleving en als individu. Welk gebaar – hoe klein ook – maken wij om een ander zijn vrijheid te gunnen? Hoe zit het met onze moed en opoffering? Niet omdat in dit geval direct ónze vrijheid op het spel staat, maar die van ánderen.
In die strijd kan ieder van ons het verschil maken. Het is de mooiste les die wij van de veteranen hier kunnen leren, en ik dank u daarvoor.