Toespraak minister Kaag bij jubileum 10 jaar SFL
Toespraak van minister Kaag (Financiën) tijdens het 10 jarig Jubileum van Sustainable Finance Lab (SFL) in Utrecht op 7 juni 2022.
Het gesproken woord geldt.
Beste aanwezigen,
We leven in een tussentijd. Het is een term die je steeds vaker hoort zeggen – door sociologen en economen, journalisten en wetenschappers. Daarmee doelen ze op een periode van overgang. Soms met schokken, met golfen en met dalen. Ons systeem zit aan de grens, je moet keuzes maken. Als we gericht blijven op consumptie en groei op de vervuilende manier, zoals we dat nu doen, roept de planeet ons een halt toe.
We moeten dus veranderen. Maar veranderen is nooit gemakkelijk. Het is een overgang die met horten en stoten gaat. Een verandering waarbij we oude verworvenheden verliezen, maar er misschien wel nieuwe bij winnen. Het vergt vastberadenheid, doelgerichtheid en durf, met de wil risico’s te nemen
Het Sustainable Finance Lab is een club die durft. Een club die kiest voor de lange termijn, in plaats van de korte klap. Daarmee begon u 10 jaar geleden: vlak ná de kredietcrisis en vlak vòòr de eurocrisis. U voorvoelde toen al dat er iets moest veranderen. In de woorden van medeoprichter Herman Wijffels: "De wereld staat voor een geweldige omkering die de financiële wereld in het hart raakt. Waar we tot nu toe natuurlijke waarden omzetten in kapitaal, gaat het in de toekomst juist om het inzetten van het financieel kapitaal om de natuur te herstellen.” Einde citaat.
Het Sustainable Finance Lab is een geweldig voorbeeld van samenwerking door publiek, privaat en wetenschap die wij als overheid graag zien en aanmoedigen, om tot betere resultaten te komen. We hebben de behoefte, de noodzaak en winst als partijen langs de lijnen van inhoud tot resultaten te komen. Gevestigde wetenschappelijke namen die samenwerken met jong talent en gezamenlijk het gesprek aangaan met de sector en de samenleving. De samenleving die we willen zien en bouwen en die we hard nodig hebben in de aanpak van klimaatverandering en de transitie naar een duurzame economie. Het lukt alleen met de inzet, kennis en oprechte samenwerking.
Uw inzet in de afgelopen tien jaar ging verder dan duurzaamheid en klimaat. Het reikt van de stabiliteit van de financiële sector tot de digitalisering, van wonen tot vermogensongelijkheid en niet alleen in Nederland. Gericht op een financiële sector die de mensheid dient, zonder het milieu uit te putten, laat staan te schaden en te vernietigen.
We leven in een tijd van meer onzekerheden dan alleen klimaatverandering. Het acute nu, de oorlog in Oekraïne, inflatie en een groot energievraagstuk, om maar een paar voorbeelden te noemen. Het grote menselijk lijden versus het rijke van het westen hier. Het zijn stuk voor stuk zaken waar mensen zich zorgen over maken. Maar de klimaatcrisis is daardoor niet minder actueel geworden. We moeten nog steeds oog houden op de langere termijn. En ons dus ook blijven richten op het belang van duurzaamheid. Er is geen pauzeknop. Juist in tijden van crisis is de stabiliteit en de lange termijn belangrijk.
De klimaatcrisis heeft grote sociale gevolgen, het raakt ontwikkelingslanden meer dan vermogende landen, het raakt lagere inkomens, kwetsbare groepen, meer dan hogere. Dit zijn allemaal kwesties waar we rekening mee moeten houden in ons beleid. Als overheid, en als financiële sector. Dat maakt het complex, want we hebben weinig tijd en er is nog een lange weg te gaan.
In uw eigen jubileumuitgave staat: als we de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs waar willen maken is er geen enkele ruimte meer voor investeringen in nieuwe olie- of gasvelden. En toch hebben banken sindsdien nog 4600 miljard dollar in fossiele projecten gestoken.
Vandaag gaat het over uw jubileum: 10 jaar SFL. Het is een feest met een zeer ernstige ondertoon. Die urgentie voelt u bij SFL. Zoals de meeste financiële instellingen dat ook voelen. Het komt er nu echt op aan om die urgentie, om die ambities om te zetten in daden, gezamenlijk. SFL gaat moeilijke gesprekken hierover niet uit de weg. SFL is een inspiratie en een spiegel.
Voor mij is de bijdrage van de financiële sector aan het tegengaan van klimaatverandering en het bijdragen aan de transitie naar een duurzame economie 1 van mijn belangrijkste ambities als minister van Financiën. We doen het op dit gebied internationaal goed. De Nederlandse financiële sector vervult internationaal een voorbeeldrol. De sector heeft zich al in 2019 gecommitteerd aan het klimaatakkoord.
We hebben de financiële sector keihard nodig om de duurzaamheidstransitie te financieren. Wat geven we water en wat niet? De keuzes van de financiële sector bepalen wat groeit en wat uitsterft. Dat is waar banken, pensioenfondsen, vermogensbeheerders en verzekeraars echt het verschil kunnen maken, het tipping point. Financiële instellingen dienen zich bewust te zijn van het effect van hun handelen op de buitenwereld. Wat zijn de effecten van mijn keuzes? Ik vind het daarom belangrijk dat zij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ik vraag dus wat van de sector. Tegelijkertijd moet de overheid zelf ook duidelijk zijn. Ik snap heel goed dat de financiële sector van de overheid helderheid vraagt over de transitie en de weg daar naar toe. We moeten het dan ook samen doen.
De Nederlandse financiële sector heeft dus in 2019 haar verantwoordelijkheid genomen. Nederlandse financiële instellingen committeerden zich aan de doelen uit het klimaatakkoord. Dat betekent onder meer dat zij de klimaatimpact van hun financieringen en beleggingen inzichtelijk maken. Uiterlijk eind dit jaar moeten actieplannen worden gepresenteerd waaruit duidelijk wordt wat de bijdrage van de financiële sector aan vermindering van de CO2-uitstoot zal zijn. Dan weten we waar we aan toe zijn. Meetbaarder en concreter kan niet.
Deze afspraak uit 2019 is weliswaar een vrijwillige afspraak, maar het is zeker geen vrijblijvende afspraak. Als de rapportages aan het eind van dit jaar onvoldoende aansluiten bij onze gezamenlijke ambitie het Klimaatakkoord uit te voeren, als de plannen onvoldoende aansluiten op het gebied van transparantie, vergelijkbaarheid en ambitieniveau zelf, dan sluit ik nieuwe wet- en regelgeving niet uit.
Het uitvoeren van het commitment is niet alleen van belang voor mens, natuur en milieu, het is uiteindelijk ook van belang voor de stabiliteit van de financiële sector zelf. En dat brengt me bij mijn 2e gerelateerde doelstelling:
Financiële instellingen dienen zich meer bewust te zijn van de risico’s van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit én daar in hun beleid rekening mee te houden.
Een onderwerp dat u als SFL bij uw oprichting zelf op de kaart zette, toen nog maar weinigen hierover nadachten. U deed dit. Maar inmiddels kan het echt niemand meer ontgaan. Denk vanuit Nederland aan de overstromingen in Duitsland en de Benelux in de zomer van 2021. In onze buurlanden kwamen meer dan 200 mensen om bij dit natuurgeweld. De financiële schade liep in de miljarden en kwam deels op het conto van verzekeraars. Ik wil nooit vergeten te melden over alle financiële schade in andere delen van de wereld. Het is een mondiaal probleem maar wij hebben de middelen om te handelen. Het aantal klimaatrampen neemt toe en zal alleen maar toenemen en verzekeraars dienen daar rekening mee te houden.
Daarnaast is het van belang om duurzaam te investeren simpelweg omdat dit de toekomst is. Blijven investeren in fossiele brandstoffen betekent investeren in het verleden. Grote blootstellingen aan een sector die over een aantal decennia niet meer bestaat, kan banken in grote problemen brengen. Financiële instellingen dienen daar in hun toekomstplannen rekening mee te houden. Dit is een gezonde businesscase.
Dit probleem staat nu ook bij de Europese en Nederlandse toezichthouders op de kaart. Zo betrekt DNB nu al klimaatrisico’s in haar toezicht. DNB vervulde bovendien een voortrekkersrol met haar onderzoek hiernaar in 2017. Ik moedig de toezichthouders aan deze rol te blijven pakken door nu ook aanvullend onderzoek te doen naar de risico’s die de financiële instellingen lopen door verlies aan biodiversiteit en andere milieuaspecten.
Om deze 1e doelstellingen te verwezenlijken is het nodig dat we informatie over duurzaamheid transparant, nauwkeurig en op vergelijkbare wijze vastleggen.
En dat brengt me op mijn 3e doelstelling: door op de juiste manier te rapporteren en data te verzamelen kunnen financiële instellingen gemakkelijker verantwoording afleggen, de juiste keuzes maken, maar ook het draagvlak vergroten en behouden. Duurzaamheid is een containerbegrip geworden dat tegenwoordig bijna alles omvat. Maar als we een bijdrage van de financiële sector vragen, moeten we dit kunnen meten en vergelijken en daarvoor is het nodig dat we duurzaamheid heel precies definiëren. Daarmee voorkomen we het zogenaamde ‘groenwassen’: iets verkopen als groen en duurzaam, terwijl dit het eigenlijk helemaal niet is.
Een opvallend bericht hierover vorige week in Duitsland. Op last van de financieel toezichthouder heeft de politie daar invallen gedaan bij DWS Group, een grote vermogensbeheerder. Volgens de beschuldigingen is DWS minder duurzaam dan beloofd. Het moet aangetoond worden. Als het waar is, als bedrijven aan greenwashing doen, moeten ze daar op aangesproken worden. In Duitsland, zoals bij DWS, maar natuurlijk ook in Nederland. Het dilemma is niet elkaar aanvallen maar te helpen het juiste te doen. Het is voor burgers belangrijk te weten dat de juiste groene keuzes worden gemaakt.
Dat is overigens niet alleen belangrijk voor de bedrijven zelf, en voor ons als overheid. Het is ook belangrijk voor burgers die duurzame keuzes willen maken. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen én omdat bedrijven vaak internationaal opereren, werkt dit het beste als we Europees of beter nog wereldwijd hierover afspraken maken.
Met deze ambities vragen we veel van de financiële sector – en dat is ook nodig. Maar als overheid staat ons net zo goed veel te doen op dit vlak. De huidige regering steekt niet voor niets meer dan 30 miljard in het klimaat- en transitiefonds. Om te investeren in wind op zee, in de aanleg van de waterstof infrastructuur, de opslag van CO2 en bijvoorbeeld het versterken van het elektriciteitsnet. Allemaal investeringen waar we u keihard bij nodig hebben.
Met de uitgifte van groene staatsobligaties willen we de totstandkoming en verdere verdieping van een robuuste groene kapitaalmarkt ondersteunen. De groene obligatie die wij volgende week uitgeven, hebben we daarom zoveel mogelijk op de nieuwe EU-taxonomie laten aansluiten.
Bovendien heeft u baat bij een voorspelbaar en helder klimaat- en energiebeleid van het kabinet, zodat u uw strategie daarop kunt aanpassen en een beter beeld hebt van de toekomst zoals wij die over minder dan 30 jaar voor ogen hebben. Dat doen we door transitiepaden verder te verduidelijken. Ook ziet het kabinet grote kansen in publiek private samenwerking, samenwerking tussen overheden, het bedrijfsleven en financiële instellingen. Waar mogelijk zijn we altijd uit op verbeteren En natuurlijk hoop ik zo ook van u te horen wat wij als overheid moeten doen en laten.
U bent hier vandaag om feest te vieren. De verdiensten van een uniek initiatief dat 10 jaar geleden begon en al zoveel heeft bereikt. Maar dit jubileum is hopelijk niet het moment om tevreden achterover te leunen – en zo heb ik u ook niet leren kennen. We zitten immers midden in de beslissende jaren. We kunnen niet zonder jullie. Jullie houden ons scherp. De tussentijd, zoals sommigen het noemen. SFL is een club die de vragen stelt die niet iedereen durft te stellen. Die kwesties op tafel legt, waar velen in de maalstroom van alledag niet bij stilstaan. Die vooruitdenkt in een tijd waar vaak de korte termijn prevaleert.
Dank u wel.