Toespraak van minister Van Engelshoven bij toetreding Herinneringscentrum Kamp Westerbork tot canon-netwerk
Minister Van Engelshoven sprak tijdens de bijeenkomst voor de toetreding Herinneringscentrum Kamp Westerbork tot het canon-netwerk, op 13 september 2020.
Beste mensen,
In het Herinneringscentrum hangt het verhaal van Benno Vogel.
Benno is in het vroege voorjaar van 1942 geboren, midden in de oorlog.
Kort na zijn geboorte namen de Duitsers tijdens een razzia de ouders van Benno mee.
Als door een wonder lukte het zijn vader om Benno - toen nog een baby - onder te brengen bij de buren. Later kwam hij terecht bij de verloofde van zijn oom. Deze vrouw werd zijn pleegmoeder.
Benno’s ouders en oom overleefden de oorlog niet. Benno zelf overleefde de oorlog wel, maar hij wist niets over zijn ouders. De vragen die hij over hen aan zijn pleegmoeder stelde, bleven onbeantwoord. Het was te pijnlijk voor haar om erover te spreken.
Al die jaren stond er in het huis van Benno en zijn pleegmoeder een eikenhouten kist. Er lag een Perzisch kleedje overheen, en er stonden kopjes en schoteltjes voor de thee op.
Pas na het overlijden van zijn pleegmoeder opende Benno de kist. Er bleken talloze foto’s, brieven en boeken in te zitten.
Zo ontdekte Benno na 40 jaar dat het verleden - zijn verleden - al die tijd verborgen zat in de kist. Na 40 jaar zag hij voor het eerst de gezichten van zijn ouders, en van zichzelf als baby.
Benno’s verhaal is uitzonderlijk, maar er spreekt ook iets universeels uit:
Ons verleden is bepalend voor wie we nu zijn. Onze opa’s en oma’s, onze ouders en onze opvoeding; onze keuzes en acties, onze successen en onze fouten.
Zonder het verleden verliezen we een stukje van onszelf. Dat geldt niet alleen voor Benno, maar voor ons allemaal.
Het is aan ons om die betekenis van het verleden in leven houden. Het is aan ons om de verhalen te blijven vertellen en de gesprekken te blijven voeren.
Daarom vind ik het zo waardevol om vandaag met jullie samen te zijn. Om met elkaar te praten over deze beladen plek en de vele verhalen die erbij horen.
Uitkijkend op de heide en bossen om ons heen, moet ik denken aan wat de kunstenaar Armando “schuldig landschap” noemde.
Die heide kan er niets aan doen, maar waar zij nu bloeit, leefden tijdens de oorlog ruim 100.000 Joden, Roma, Sinti en verzetsstrijders tussen hoop en vrees.
Tussen de hoop om te mogen blijven leven in Westerbork en de voortdurende vrees voor het volgende transport.
Wie mag blijven? Wie moet gaan?
Waar het bos nu rustig ademt, waren na de oorlog duizenden Molukkers benauwd over hun toekomst.
En al die tijd is “het landschap zo schaamteloos geweest om gewoon door te groeien”, in Armando’s woorden.
Beste mensen,
Juist daarom is dit moment belangrijk, precies 76 jaar nadat hier het laatste noodlottige transport naar het oosten vertrok. Juist hier, waar de horror het natuurschoon heeft verlaten, moeten we hem herinneren.
De toetreding tot het canon-netwerk benadrukt het belang van dit pijnlijke en complexe hoofdstuk in het verhaal van Nederland.
Het zorgt ervoor dat al deze verhalen nog toegankelijker zijn - voor ons, en voor onze kinderen.
Het betekent dat deze geschiedenis niet verborgen blijft in een kist zoals die bij Benno thuis stond, maar dat ze voor altijd zichtbaar zal zijn.
Dank u wel.