TV-toespraak van minister-president Mark Rutte
Minister-president Rutte spreekt het land toe over het coronavirus.
Goedenavond,
Het coronavirus houdt ons land in de greep. Ons, én de rest van de wereld.
Samen staan we voor een opgave van enorme omvang.
Veel mensen zullen het gevoel herkennen dat we de laatste weken in een achtbaan zitten die steeds sneller lijkt te gaan rijden. Je vraagt je af: gebeurt dit echt? Want de maatregelen die hier en elders worden getroffen zijn ongekend voor landen in vredestijd.
Ik wil aan het begin van deze toespraak mijn medeleven uitspreken met de families van de mensen die inmiddels aan het virus zijn overleden.
Iedereen die in het ziekenhuis ligt of thuis aan het herstellen is, wens ik veel beterschap en sterkte toe.
En ik wil me richten tot de ouderen en de mensen met een zwakke gezondheid.
Ik realiseer me dat u grote zorgen hebt. En daarom wil ik u zeggen dat het onze absolute prioriteit is de risico’s voor u zo klein mogelijk te maken.
Met al het nieuws uit binnen- en buitenland, met alle gebeurtenissen die elkaar in razend tempo opvolgen, is het volkomen logisch dat er heel breed in de samenleving zorgen leven.
We zitten allemaal met vragen.
Wat kan ik doen om mezelf en de mensen om me heen te beschermen?
Hoe zit het met school en werk?
Kan een kinderfeestje nog doorgaan? Een familieweekend? Een bruiloft?
Hoe lang gaat dit eigenlijk allemaal duren?
En waarom neemt het ene land andere maatregelen dan het andere land?
De realiteit is, dat het coronavirus onder ons is en voorlopig ook onder ons zal blijven.
In de wereld van vandaag zijn nieuws en informatie sneller dan het licht en is een mening ook snel gegeven. Ik begrijp dat.
Maar het antwoord op alle vragen die leven, begint bij de kennis en ervaring van deskundigen. Laat ons daaraan vasthouden.
Aan deskundigen als Jaap van Dissel en zijn collega’s binnen en buiten het RIVM. Virologen, intensive care artsen en andere specialisten.
Hun advies is vanaf het begin leidend geweest voor alle maatregelen die tot nu toe in Nederland zijn getroffen. En het is belangrijk dat we op dat kompas van wetenschappelijke kennis en betrouwbare feiten blijven varen.
Dat is de enige verstandige manier om verdere stappen te kunnen blijven zetten die nodig zijn. Stappen die onvermijdelijk op ons af komen.
Want ik heb vanavond geen gemakkelijke boodschap voor u.
De realiteit is, dat het coronavirus onder ons is en voorlopig ook onder ons zal blijven. Er is geen eenvoudige of snelle uitweg uit deze zeer moeilijke situatie.
De realiteit is ook dat de komende tijd een groot deel van de Nederlandse bevolking met het virus besmet zal raken.
Dat is wat de deskundigen ons nu vertellen.
En wat zij ons ook zeggen, is dat we in afwachting van een vaccin of medicijn de verspreiding van het virus kunnen afremmen en tegelijkertijd gecontroleerd groepsimmuniteit op kunnen bouwen.
Dat moet ik uitleggen.
Wie het virus heeft gehad, is daarna meestal immuun. Net als vroeger met de mazelen.
Hoe groter de groep die immuun is, hoe kleiner de kans voor het virus om over te springen op kwetsbare ouderen en mensen met een zwakke gezondheid.
Met groepsimmuniteit bouw je als het ware een beschermende muur om hen heen. Dat is het principe.
Maar we moeten ons wel realiseren dat het maanden of zelfs langer kan duren om groepsimmuniteit op te bouwen en in die tijd moeten we mensen die een groter risico lopen zoveel mogelijk afschermen.
Alles overziend, zijn er 3 mogelijke scenario’s.
Het 1e scenario is: het virus maximaal controleren.
Dat leidt tot een beheerste verspreiding, onder groepen die het minste risico lopen.
Dat is het scenario van onze keuze.
Maximaal controleren betekent dat we proberen met maatregelen de piek in het aantal besmettingen af te vlakken en uit te smeren over een langere periode.
Maximaal controleren betekent dat we proberen met maatregelen de piek in het aantal besmettingen af te vlakken en uit te smeren over een langere periode.
Met deze aanpak waarin de meeste mensen alleen lichte klachten zullen krijgen, bouwen we immuniteit op en zorgen we dat de zorg het aankan.
Met als doel dat de verpleeghuizen, de thuiszorg, de ziekenhuizen en vooral de intensive care afdelingen niet overbelast raken. Zodat er steeds voldoende capaciteit is de mensen te helpen die het meest kwetsbaar zijn.
Het 2e scenario is dat we het virus onbeheerst zijn gang laten gaan.
Daarmee zou ons zorgsysteem in de piek van de besmetting volkomen overvraagd worden, waardoor er niet genoeg capaciteit zou zijn om kwetsbare ouderen en andere patiënten met een hoog risico te helpen. Dat moeten we uiteraard koste wat kost voorkomen.
Het 3e scenario is dat we eindeloos proberen het virus tegen te houden.
Dat betekent dat het land helemaal op slot gaat.
Zo’n rigoureuze aanpak kan op het oog aantrekkelijk lijken, maar deskundigen wijzen erop dat het bepaald geen kwestie van dagen of weken zou zijn.
In dat scenario zouden we ons land feitelijk een jaar of zelfs langer moeten platleggen, met alle gevolgen van dien. En als het praktisch al zou kunnen – om mensen zo lang alleen met toestemming hun huis uit te laten komen – dan nog kan het virus meteen weer de kop opsteken als de maatregelen worden ingetrokken.
Nederland is een open land en zolang er geen vaccin is, zal het coronavirus als een golf door de wereld blijven gaan en ons land niet overslaan.
Alle adviezen tot nu toe, alle maatregelen die eerder zijn afgekondigd zijn op het 1e scenario van ‘maximaal controleren’ gericht.
Van de relatief eenvoudige richtlijnen om geen handen te geven, vaker handen te wassen en anderhalve meter afstand te houden tot ingrijpende maatregelen als het verbieden van grotere bijeenkomsten en sluiting van de horeca.
En we houden uiteraard per dag de vinger aan de pols.
Hoe lang de maatregelen nodig zijn en of er meer nodig is, hangt dus af van de manier waarop het virus zich de komende weken en maanden gaat gedragen.
En van eventuele nieuwe wetenschappelijke inzichten, want het onderzoek staat niet stil.
Het kan zijn dat enkele maatregelen versoepeld kunnen worden, maar dat we soms ook weer een extra stap moeten zetten om te voorkomen dat het virus ongeremd om zich heen grijpt.
Het blijft passen en meten de komende maanden.
Het blijft zoeken naar de balans tussen maatregelen nemen die nodig zijn en het gewone leven zoveel mogelijk door laten gaan.
Als we zo de verspreiding van het virus kunnen sturen, zijn de gevolgen voor de volksgezondheid uiteindelijk het meest beheersbaar.
Tegelijkertijd kunnen en zullen we onze ogen niet sluiten voor de economische gevolgen van deze crisis.
Veel mensen maken zich zorgen over hun baan. Want voor heel veel bedrijven, groot en klein, is dit een extreem moeilijke periode.
Heel veel ondernemers staan ineens met hun rug tegen de muur. De mevrouw van het koffietentje op de hoek, de bloemenkweker, de transportondernemer, de ZZP’er, maar het geldt ook voor nationale iconen als de KLM.
Mijn boodschap aan de ondernemers van Nederland en hun werknemers is deze: het kabinet zal doen wat nodig is om u te steunen.
We zetten alles op alles om ervoor te zorgen dat bedrijven niet omvallen door wat er nu gebeurt en dat mensen hun baan niet verliezen.
Het zal hoe dan ook een moeilijke tijd worden, maar we laten u niet in de steek.
Tot slot wil ik iedereen in Nederland bedanken voor de manier waarop de aanwijzingen en maatregelen tot nu toe zijn opgevolgd en voor alle hartverwarmende voorbeelden van onderlinge hulp en solidariteit.
Het doet goed te merken dat we voor elkaar klaarstaan als de nood aan de man is.
Blijf dat doen.
Blijf alert en volg de aanwijzingen op, ook als u sterk en gezond bent, in het belang van mensen die kwetsbaarder zijn.
Dat is echt belangrijk.
Blijf uw gezond verstand gebruiken en luister naar de deskundigen.
Blijf elkaar helpen waar dat kan.
Dit is een tijd waarin we elkaar moeten vinden, over meningsverschillen en tegenstellingen heen.
Een tijd om het gezamenlijke belang boven het eigen belang te stellen.
En een tijd om ruimte en vertrouwen te geven aan al die mensen die onder hectische omstandigheden dag en nacht bezig zijn anderen te helpen en het virus onder controle te houden.
Schoonmakers, verpleegkundigen en artsen in de ziekenhuizen en de ouderenzorg, huisartsen en GGD-medewerkers, politieagenten, ambulancepersoneel en alle andere hulpverleners.
Tegen hen, en tegen al die mensen die op hun post blijven in scholen, kinderopvang, openbaar vervoer, supermarkten en waar dan ook, wil ik zeggen: u doet fantastisch werk – heel, heel veel dank daarvoor.
Ik wil eindigen met deze oproep: bij alle onzekerheden die er zijn, is één ding volstrekt duidelijk: de opgave waar we voor staan is heel groot en we moeten dit echt met 17 miljoen mensen doen.
Samen komen we deze moeilijke periode te boven.
Let een beetje op elkaar.
Ik reken op u.
Dank u wel.