Interview Dick Schoof en Anneke van Dijk
Interview met Dick Schoof, secretaris-generaal en Anneke van Dijk, directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Interview Dick Schoof en Anneke van Dijk (PDF | 3 pagina's | 347 kB)
Het is natuurlijk evident dat als je bijna honderd jaar aan een wetboek hebt geknutseld, dat het dan eigenlijk heel verstandig is om het in een keer weer helemaal te herzien. Dan kun je echt weer eens ten principale naar de dingen kijken. Feit is natuurlijk ook dat het belang nog eens een keer wordt onderschreven door het feit dat al die partners die in dat strafproces bezig zijn dit wetboek allemaal hebben onderschreven en hebben gezegd: op deze manier moeten we het gaan doen.
Als je dan kijkt, wat levert het dan op behalve een nieuw wetboek, dan denk ik dat er voor mij 2dingen uit springen. Het eerste is dat we echt aan de moderne tijd tegemoet komen, dat we de digitale middelen ten volle kunnen benutten en niet alles hoeft te worden uitgeschreven. Dat kan niet anders dan tijdwinst opleveren. En in de tweede plaats dat het verschijnsel pro-formazitting, dat iedereen eigenlijk toch als een beetje omslachtig beschouwt en waar inhoudelijk ook niks gebeurt, dat dat in het nieuwe wetboek niet meer voorkomt. Dat zijn twee dingen waarvan ik denk dat die er echt uitspringen. Maar ik raad iedereen aan om goed te kijken naar het wetboek, om die dingen er uit te halen die echt dat proces in het strafrecht gaan versnellen.
Een nieuw Wetboek van Strafvordering is een heel grote wetgevingsoperatie die ook relevant is voor allerlei partijen die iets doen in het hele strafrecht, of het nou gaat om de verdediging, de vervolging, de opsporing of de slachtoffers. En ik denk dat we in dit proces op een heel mooie manier is samengewerkt door al die partijen, ook in overleg met mensen van het departement. Waarbij steeds alle belangen gelijktijdig aan tafel hebben gezeten, elkaar ook hebben versterkt en in gesprek met elkaar hebben bedacht: hee, dit is goed voor mij, maar ik zie dat het niet goed voor jou is, hoe kunnen we op een zo goed mogelijke manier dit proces samen verder vorm geven? En ik heb er ook alle vertrouwen in dat de manier waarop het nieuwe wetboek tot stand is gekomen ook bijdraagt aan een goede implementatie van het hele wetboek in de praktijk.