Letterlijke tekst persconferentie na ministerraad 27 september 2024
Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Schoof na afloop van de ministerraad op 27 september 2024. Bekijk de hele persconferentie via YouTube.
Israël (1)
SCHOOF
Goeiedag. Vanochtend vroeg ben ik teruggekeerd uit New York, waar ik aanwezig was bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Een van de centrale onderwerpen daar was de situatie in het Midden-Oosten die zeer gespannen blijft en hoeveel tegenwind en barrières er ook zijn, de inzet van de internationale gemeenschap moet gericht blijven op de de-escalatie en diplomatieke oplossing. We moeten die cirkel van geweld, die bijna een jaar geleden in gang is gezet met de gruwelijke aanvallen van Hamas op 7 oktober, doorbreken. En de voortdurende aanvallen op Israël moeten stoppen. Dat was de boodschap in mijn toespraak en tegenover diverse collega’s in de regio, onder wie de Palestijnse president Abbas en premier Netanyahu van Israël die ik uitgebreid heb gesproken. ‘Geef diplomatie een kans, dat is in ieders belang’, de basis ligt er al in de vorm van VN-veiligheidsraadresoluties voor Gaza en de Noordelijke grensregio. Nederland steunt die initiatieven, van onder meer de VS en Frankrijk, om daar eindelijk werk van te maken zodat we voorkomen dat dit verder escaleert naar een grootschalige regionale oorlog.
Oekraïne
Het tweede onderwerp dat nadrukkelijk speelde, was natuurlijk de Russische oorlog tegen Oekraïne, mede door aanwezigheid van president Zelenski. In al zijn optredens klonk voor mij de aansporing door om vooral standvastig te blijven en Oekraïne te blijven steunen. Dat doet Nederland ook op alle mogelijke manieren. Zo blijven we ons inzetten voor gerechtigheid, een van de punten uit de vredesformule van Zelenski. En bovenal blijven we Oekraïne militair steunen tegen de Russische agressie en één van de manieren waarop we dat doen, is door de Oekraïense luchtmacht te versterken met F-16’s.
Afscheidsronde F-16's
In dat kader, is het een bijzondere middag want de Koninklijke luchtmacht heeft een afscheidsronde boven Nederland gevlogen met een aantal F-16’s. Toch een einde van een tijdperk, de F-16 heeft voor ons juist veertig jaar dienstgedaan voor vrede en veiligheid, maar wel in de wetenschap dat deze toestellen een nieuw leven krijgen bij het trainingscentrum in Roemenië en bij de Oekraïense luchtmacht. En onder het voornemen dat wij onze eigen krijgsmacht verder blijven moderniseren en versterken, onder meer met extra F-35-toestellen. Belangrijk om onze veiligheid te kunnen waarborgen en te voldoen aan onze NAVO-verplichtingen.
Aantreden Rutte als secretaris-generaal NAVO
Dat brengt mij bij komende dinsdag, 1 oktober, de dag dat de NAVO een nieuwe secretaris-generaal krijgt. Deze week in New York heb ik Jens Stoltenberg met een Koninklijke onderscheiding bedankt voor zijn jarenlange grote inzet. En bij deze wil ik mijn voorganger op deze plek, Mark Rutte, alle succes wensen als zijn opvolger en ik hoop hem snel te kunnen ontmoeten in zijn nieuwe functie.
Eenheid kabinetsbeleid / samenwerking met Kamer
Tot slot: vandaag heb ik in de ministerraad, of hebben we in de ministerraad, nog kort de eenheid van het kabinetsbeleid onderstreept. Als kabinet spreken we met één mond en dat is voor iedereen glashelder.
WESTER – RTL
Meneer Schoof, je hoeft eigenlijk geen groot politiek ziener te zijn om te zien dat het in het kabinet nog niet zo soepeltjes loopt. Waar ligt dat volgens u nou vooral aan?
SCHOOF
Volgens mij zijn we in het kabinet druk bezig om de besluitvorming rond een aantal grote onderwerpen zorgvuldig voor te bereiden. En gesterkt door de brede steun die we vorige week in de Tweede Kamer hebben gekregen.
WESTER
Nou weet ik dat u een paar dagen in het buitenland bent geweest, maar u zult ongetwijfeld niet alles gemist hebben. Als je ziet de manier waarop een aantal bewindslieden bakzeil moeten halen in de Kamer, als u kijkt naar de geluiden vanuit de verschillende fracties, de gesprekken die over de asielwetgeving op gang moeten komen, Geert Wilders die zich ingraaft die zegt: als er geen crisis, geen noodwetgeving komt, dan moeten we ons beraden, dit is voor ons de grens. NSC die daar totaal anders in zit, de partij ook een beetje in het ongerede als je kijkt naar de peilingen wat daar allemaal gebeurt. Kortom, kunt u niet zeggen dat het allemaal soepeltjes gaat.
SCHOOF
Laat ik zeggen, u vroeg naar het kabinet. En in het kabinet hebben we, werken we gestaag verder. Ik zal niet ontkennen het zijn zeg maar politiek ingewikkelde, politiek-bestuurlijke ingewikkelde trajecten, waarin we ook de komende, wat zei ik, vorige week zei ik twee tot vier weken, dus nu zeg ik dan één tot drie weken, ook intensief zullen moeten samenwerken en ook samen met de ondersteunende fracties in het parlement echt moeten kijken hoe we deze klus klaren. Want waar iedereen het over eens is – en wat ook in de Kamer echt door iedereen ook gezegd is – is dat, bijvoorbeeld op het gebied van het asielbeleid, echt een streng asielbeleid nodig is. En daar werken we heel gestaag aan. En op het andere punt kan ik voor een deel met u meegaan. Ik bedoel, de verhouding tussen het kabinet en de Kamer – hebben we vanochtend in de ministerraad ook over gesproken – hoe we die verhouding kunnen verbeteren van ons uit. De Kamer gaat altijd over zijn eigen agenda en kiest zijn eigen dingen daarin, maar hoe wij van ons uit kunnen bijdragen aan een betere, ja je zou kunnen zeggen ‘vlottere’, behandeling van onderwerpen, zodat ook individuele ministers in de Kamer zich iets beter gesteund weten.
WESTER
U zegt ‘we hebben een hele klus te klaren’, maar is die klus wel te klaren, als verschillende partijen binnen de coalitie – de ondersteunende partijen van deze coalitie – als die zo verschillend denken over een aantal dingen, bijvoorbeeld weer asiel?
SCHOOF
Ja, dat gaan we de komende weken merken. De inzet is duidelijk. Het hoofdlijnenakkoord is duidelijk. Het regeerprogramma heeft daarop voortgebouwd. En we zullen dat de komende weken met elkaar moeten doen.
VRAAG
Ziet u risico’s de komende weken?
SCHOOF
Ja, u gaf net de samenvatting van wat u zeg maar hoort en ziet in de Tweede Kamer bij de verschillende fracties. Dus risico’s genoeg. Maar ik zou bijna zeggen, ik heb geloof ik gezegd: we zijn het kabinet, we kijken naar wat kan. Dus we zetten ons daar echt vol voor in. Maar dat er risico’s zijn, dat is duidelijk.
DE WINTHER – DE TELEGRAAF
Ja, meneer Schoof, is er een oplossing deze week dichterbij gekomen over de onenigheid over het asielbeleid?
SCHOOF
Voor wat betreft de fracties weet ik dat niet. In het kabinet werken wij gewoon gestaag door.
DE WINTHER
Heeft u daarin vooruitgang geboekt?
SCHOOF
Kleine stapjes, maar we maken stapjes. We hebben een zorgvuldig politiek-bestuurlijk traject met elkaar uitgezet, waarbij soms een afspraak wegvalt, soms een afspraak doorgaat, soms er een extra afspraak bijkomt. Maar we zijn daar gestaag mee aan de slag.
DE WINTHER
We begrepen dat er voor vanochtend een overleg gepland stond waarin er al enige openbaring zou komen van het voorbereidende werk van de minister van Asiel. Een bijeenkomst die u, begrijp ik, had gepland met uw vicepremiers, waarin mevrouw Faber het een en ander moest vertellen. Dat is niet doorgegaan. Waarom is dat niet doorgegaan?
SCHOOF
We hebben elke vrijdagochtend overleg met de vicepremiers. En dat hebben we vanochtend ook gehad. Mevrouw Faber was bij de ministerraad. We hebben meerdere bijeenkomsten gepland rondom het asielvraagstuk. En over alle precieze stappen die we daarin zetten, ga ik nu niet minutieus verantwoording afleggen, maar we maken echt verschillende stappen en we zorgen ervoor dat we in het kabinet de besluitvorming gaan afronden.
DE WINTHER
We hebben begrepen dat het de bedoeling was dat mevrouw Faber bij dat overleg met die vicepremiers zou zitten, wat een beetje de indruk wekt dat er een soort nieuw college – een aparte vooruitgeschoven groep – in het kabinet is, waar een minister, die toch een eigen verantwoordelijkheid draagt, min of meer haar plannen uit de doeken moet doen, nog voordat de rest van het kabinet dat te zien krijgt. Waarom heeft u dat bedacht?
SCHOOF
Nee, kijk, iedereen ziet – en ook wat zojuist werd gevraagd – dat dit politiek-bestuurlijk een complex - en dan druk ik het nog voorzichtig uit - een complex traject is. Gelet op alle belangen die er spelen, verschillende politieke opvattingen die er zijn – ik verwijs ook weer naar het Kamerdebat van vorige week – en er is maar één iemand die dan uiteindelijk verantwoordelijk is voor de ministerraad en daarmee voor de politiek-bestuurlijke regie op dit proces de komende weken, en dat ben ik. En mevrouw Faber heeft de verantwoordelijkheid om, zeg maar, het wetsvoorstel uiteindelijk in de ministerraad te brengen. En dat betekent dat we met elkaar dat echt zorgvuldig willen doen, in verschillende stappen, en ik ga hier niet al die stappen uiteenzetten, maar we doen het in verschillende stappen. En dat de vier vicepremiers daar nauw bij betrokken zijn, omdat we – overigens hebben wij twee keer per week overleg als team met de vicepremiers – is omdat we, gelet op die politiek-bestuurlijke constellatie, over veel meer onderwerpen dan alleen maar asiel, zij de verbindingen met de partijen hebben, ik niet, en op die manier kunnen zorgen dat we de coördinatie goed doen en dat politiek-bestuurlijke proces ook goed kunnen begeleiden.
DE WINTHER
Ja, het lijkt er toch een beetje op dat mevrouw Faber geen zin had om alvast voor een beperkt gezelschap uit de doeken te doen waar ze mee bezig is, terwijl die mensen dan met een bepaalde kennis ook weer op pad kunnen gaan en dat misschien ook wel bij hun respectievelijke smaldelen in de Tweede Kamer kunnen laten landen.
SCHOOF
Ja, maar wij doen dat proces in het kabinet, en ook met mevrouw Faber, echt stap voor stap op verschillende momenten. En ik zei al: soms valt er eens een keer een overleg uit, soms komt er weer een overleg bij. We doorlopen dat echt zorgvuldig en uiteindelijk komt er een voorstel in de ministerraad tussen de periode één tot drie weken, dus dat is zeg maar waar we met elkaar hard mee bezig zijn.
DE WINTHER
Het lijkt er toch nu een beetje op dat uw pogingen om het via de vicepremier te spelen niet helemaal werkt op dit moment. Wordt het niet eens tijd dat u daar misschien persoonlijk wat meer de regie op neemt? En wellicht, u had het net over de Kamerfracties, hebben we ook gezien dat die welkom waren op het ministerie van Financiën om het een ander qua horloges gelijk te zetten, dat u misschien de partijleiders gewoon moet uitnodigen om met hen te spreken over de toekomst van het asielbeleid?
SCHOOF
Misschien hebben we daar wel in voorzien de komende periode. Omdat het inderdaad denk ik belangrijk is dat je zeg maar dit proces, wat zo gevoelig ligt, niet alleen maar in het kabinet kan doen, dat we ook moeten zorgen dat we daar zeg maar ons in die keuze die we maken uiteindelijk ook toch enige zekerheid willen hebben hoe dat landt bij de diverse partijen. Dus dat lijkt mij vrij voordehand liggend in het normale politieke proces, dat we dat ook de komende periode zullen vormgeven. En nogmaals het overleg met de vier vicepremiers is voor mij heel nadrukkelijk in goed overleg met de vier vicepremiers ingericht omdat we heel veel vraagstukken hebben, goed ook die koppeling met de partijen willen hebben, goed ook de ministerraad op dat punt willen voorbereiden. Maar dat neemt niet weg – en dat zei ik net ook – dat er maar één iemand is die in de ministerraad uiteindelijk verantwoordelijk is voor de agendering en daarmee voor de politiek-bestuurlijke lijn en dat ben ik. En mevrouw Faber vervult daarin een hele belangrijke rol.
DE WINTHER
Begrijp ik nu even goed dat u van plan bent om met de leiders van de Kamerfracties die de coalitie ondersteunen een apart overleg te hebben om af te stemmen, eigenlijk een coalitieoverleg, om af te stemmen wat de precieze invulling van het asielbeleid is?
SCHOOF
Dat is één van de zaken die we nadrukkelijk overwegen. Dat is natuurlijk afhankelijk of de vier partijen daaropin willen gaan. Maar het lijkt mij belangrijk om dat te doen zodat we in die uitwerking, alles wat we doen, gelet op de politiek-bestuurlijke complexiteit, gelet op de debatten van vorige week, gelet op de vele adviezen, is het denk ik belangrijk dat we dat traject echt in alle opzichten politiek-bestuurlijk zorgvuldig doorlopen.
DE WINTHER
Eigenlijk misschien dan concluderend, lukt het niet zonder van hen ook alvast achter de schermen goedkeuring te krijgen om in het kabinet ook goedkeuring te bereiken?
SCHOOF
Het is volgens mij het normale politieke handwerk dat je op grote ingewikkelde processen – en deze is gewoon complex – dat het heel logisch is dat je dat probeert te doen op een manier waarvan je ook weet dat de landing in de Tweede Kamer tot op zekere hoogte, want je wil het allemaal niet tot en détail regelen, maar dat de landing in de Tweede Kamer daarvan wel verzekerd is, in ieder geval bij de steun in de fracties.
VAN SOEST - AD
In het verlengde hiervan meneer Schoof, u zei net ook dat jullie vanochtend in het kabinet hebben gesproken hoe we de verhouding met de Tweede Kamer kunnen verbeteren zodat individuele ministers zich meer gesteund voelen. Betekent dat dat u niet alleen op dit ingewikkelde asieldossier, maar ook op allerlei andere dossiers eigenlijk wilt dat er meer overleg met de coalitie is?
SCHOOF
Nou, ik had het over, zeg maar, de rol die wij daar zelf in kunnen spelen, omdat we gewoon gezien hebben, ook deze week, maar ook in de afgelopen drie weken, dat er tussen de individuele vakminister en de Kamerdebatten plaatsvinden waarvan in ieder geval wij ons afvragen van: hoe kunnen we dat nou beter doen, zodat we elkaar niet verrassen. Dat is nog iets fundamenteel anders dan dat je elk onderwerp met elkaar gaat afstemmen. Daar hebben wij vanochtend in de ministerraad over gesproken, over wat wij daarin kunnen doen.
VAN SOEST
Maar kunt u dan een voorbeeld noemen van iets wat er in de Tweede Kamer gebeurd is, waarvan u zei van ‘mmm…’.
SCHOOF
Ja, die vraag voelde ik aankomen maar die laat ik even lopen, met uw welnemen. Ik denk dat het belangrijk is dat wij in zijn algemeenheid daar met elkaar over hebben gesproken en kijken wat kan een individuele minister bijvoorbeeld naar fractiewoordvoerders doen, hoe kunnen we zorgen dat we elkaar niet verrassen, zonder dat je alles meteen uit onderhandeld. Maar dat dat voor de steun van dit kabinet, en gezien de grote opgaven waar dit kabinet voor staat, dat we dat, in ieder geval onze rol daarin nog eens kritisch reflectief hebben bezien.
VAN SOEST
Oké, maar betekent dit nou toch ook dat u na drie maanden erachter bent gekomen dat die hele extraparlementaire variant misschien toch niet zo handig is in de praktijk?
SCHOOF
Nou ja, die extraparlementaire variant was voor mij een gegeven en daar werken we mee. Daar werken we ook de komende periode mee. En ik denk dat we met elkaar ook de komende maanden af en toe meer of minder extraparlementair zullen zijn. Maar dat zeg maar in het politieke proces je op grote onderwerpen steun zoekt, lijkt me ook in een extraparlementair kabinet helemaal niet vreemd. En dat je, als je dan net zoals vandaag even terugkijkt voor jezelf en in het kabinet bekijkt: hoe kunnen wij de relatie met de Kamer verbeteren zodat we niet altijd verrassingen hebben, dat lijkt mij ook een normaal proces voor een nieuw kabinet nu het seizoen eigenlijk nog maar net begonnen is.
VAN SOEST
Dus de komende tijd zal dit kabinet wat minder extraparlementair zijn?
SCHOOF
Nou ja, dat is uw conclusie. Ik zeg dat we af en toe…
VAN SOEST
Nou u zei dat net.
SCHOOF
‘Wat meer of minder’, daar heeft u natuurlijk weer volkomen gelijk in, maar u trekt daar meteen uw conclusie uit en ik zei alleen maar ‘meer of minder’. En de overall lijn is dat we kijken hoe we daaraan met elkaar samen vorm kunnen geven.
EK - SBS
Hier even op doorgaand inderdaad: iedereen weet volgens mij dat u het over het debat met Wiersma heeft. En dan vraag ik mij af: wat zijn dan precies de lessen die vanuit dat debat nu zijn meegenomen en afgesproken?
SCHOOF
Nou we hebben er meer in zijn algemeenheid over gesproken, over een aantal debatten die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden, om te kijken hoe we de relatie kunnen verbeteren. En op die manier hebben wij er met elkaar over gesproken.
EK
Ja, als we dan kijken naar het debat met Wiersma, dat was natuurlijk een best wel apart debat inderdaad, in de zin dat de minister voet bij stuk hield in eerste instantie en drie coalitiepartijen zeiden ‘we willen dat helemaal niet’. Wat is dan nu afgesproken? Gaan de coalitiepartijen dan van te voren van zo’n debat eerst even zitten van ‘wat hadden we ook alweer afgesproken, hoe interpreteren we allemaal dat hoofdlijnenakkoord’, wat moeten we ons daarbij voorstellen?
SCHOOF
Nee, we hebben sowieso niks met de fracties afgesproken, we hebben vanochtend in het kabinet erover gesproken. En we hebben vooral een aantal individuele ervaringen met elkaar gewisseld om te kijken of daar lessen uit kunnen worden geleerd die van belang zijn voor individuele ministers om die relatie met de Kamer te verbeteren zodat je elkaar vooral niet verrast. En inhoudelijk debat, inhoudelijke discussie, moet ten alle tijden kunnen.
EK
Maar bijvoorbeeld dan een politiek assistent van de minister even langs de vier coalitiepartijen laten gaan om te kijken of de neuzen dezelfde kant op staan?
SCHOOF
Dat zou een voorbeeld kunnen zijn, maar het gaat erom dat we vooral naar onze rol hebben gekeken en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat we misschien ook wel de Kamer minder verrassen, maar ook kunnen kijken dat de Kamer ons minder verrast. En tegelijkertijd, nogmaals: inhoudelijk het debat, de Kamer controleert ons, inhoudelijk debat moet volop kunnen. Maar we hebben wel een paar enorm belangrijke onderwerpen die we hebben – asiel, wonen, bestaanszekerheid – en die moeten wel gewoon echt doorgang kunnen vinden. Daar moeten we echt ook steun voor weten te genereren om te zorgen dat we dat voor elkaar kunnen boksen. En dan is het belangrijk om na drie weken even terug te kijken op onderwerpen die daar deels wel en deels niet aan gerelateerd zijn om te kijken van ‘hoe kunnen we nou zorgen met elkaar dat we dat proces met die Kamer zodanig kunnen inrichten dat de Kamer nog steeds vol zijn verantwoordelijkheid kan nemen, want daar doen we helemaal niets aan af, ook die controlerende taak en ook kritisch kan zijn, ook mag doorvragen, maar vooral dat we elkaar niet te veel verrassen.
VRAAG
Ik heb uw speech bij de VN gezien en in uw speech benadrukt u het belang van samenwerken en een gedeeld besef van verantwoordelijkheid en ook als ik nu luister naar de vragen van mijn collega’s en kijk wat er deze week gebeurd is, Wiersma die door haar coalitiepartners eigenlijk behoorlijk werd aangepakt, staatssecretaris Jansen die uitspraken doet waar je je vraagtekens bij kan zetten, minister Faber die ook met plannen naar buiten komt, die eigenlijk nog helemaal geen kabinetsbesluit zijn, dat belang van samenwerken en een gedeeld besef van verantwoordelijkheid wat u voor de VN zo benadrukt, in hoeverre is dat eigenlijk te vinden in uw eigen team?
SCHOOF
Oh, ik denk dat dat daar te vinden is, zonder meer. Anders waren wij niet in staat geweest om een regeerprogramma te maken, niet in staat geweest om de begroting af te ronden en dat hebben we in die samenwerking gedaan met het gevoel van verantwoordelijkheid, met het gevoel dat er ministers zitten die uit vier verschillende partijen afkomstig zijn met een partijloze premier, dus we zijn daar volop mee bezig en we dragen die verantwoordelijkheid allemaal en we doen dat ook buitengewoon verantwoordelijk.
VRAAG
Ja, maar als we dan toch kijken wat er in zo’n week gebeurt dan geeft dat toch een ander signaal naar buiten toe.
SCHOOF
Ja maar daarom pak ik even terug op een paar hele grote onderwerpen en op die hele grote onderwerpen laten we het gewoon zien en willen we nu de kans krijgen om te zorgen dat we ook, behalve dat we die begroting en het regeerprogramma hebben afgerond, dat we nu ook de kans krijgen om dat daadwerkelijk te gaan realiseren.
VRAAG
Ja maar op bepaalde gebieden laten jullie het ook nadrukkelijk niet zien.
SCHOOF
Nee, maar we laten het op deze onderwerpen heel nadrukkelijk, en we hopen ook dat we die kans krijgen om dat te laten zien, en er gebeuren af en toe dingen omheen, dat zal. En we weten: het is politiek allemaal ingewikkeld om te zoeken hoe we dit moeten doen met elkaar, maar dat we echt, wel mooi dat u dat aanhaalt, vanuit die samenwerking, vanuit die verantwoordelijkheid, juist dat proberen als kabinet te doen, ook open naar de Tweede Kamer toe, open naar de samenleving toe, om te zorgen dat we nu echt aan de slag kunnen.
VRAAG
Met de nadruk dan op proberen?
SCHOOF
Ja, nou ja, dat proberen sloeg meer op het feit dat we echt voor het resultaat gaan en dat we ons zeer goed realiseren, dat sloeg niet op die samenwerking en verantwoordelijkheid, dat proberen sloeg heel nadrukkelijk op dat zorgen dat we die resultaten gaan boeken.
BEEKMAN – BNR
U zegt net, ik was eigenlijk niet van plan om iets te vragen, maar u zegt net ‘ik hoop dat wij de kans krijgen om het te laten zien’. De kans krijgen van wie?
SCHOOF
Nou ja, kijk, als ik een aantal dingen van de afgelopen twee weken op mij laat inwerken, dan merk ik wel dat de druk en de onrust om ons heen wel enorm toeneemt.
BEEKMAN
Maar die onrust wordt toch gecreëerd vanuit uw eigen ploeg zelf?
SCHOOF
Nou mijn beleving is een andere. Mijn beleving is dat de ploeg buitengewoon bewust is van de verantwoordelijkheid die wij met elkaar dragen, dat wij ook met elkaar ervoor zorgen dat we op de grote onderwerpen juist in die samenwerking en verantwoordelijkheid acteren. Daarom verwijs ik ook naar het regeerprogramma, naar de begroting, die zaken hebben we gerealiseerd en nu willen we echt aan de slag.
BEEKMAN
Ja, maar we hebben allemaal een beetje het gevoel dat we afstevenen op een mogelijke crisis. En ik heb nu heel erg het gevoel dat u de verantwoordelijkheid daarvoor extern neerlegt: anderen moeten u de kans geven om de klus af te maken, maar wie zijn dan die anderen? Zijn dat de coalitiepartijen, is dat de Tweede Kamer, fractievoorzitters? Wie zijn die anderen? Wie zijn die ‘ze’?
SCHOOF
Nee, wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen en die willen we ook echt nemen. En ik heb niet voor niks vorige week twaalf plus zestien, achtentwintig uur debat, die waren allemaal uiteindelijk gerelateerd aan het feit dat wij onze verantwoordelijkheid ook willen nemen. We hebben ook verantwoording afgelegd. En dat we nu, bijvoorbeeld op het domein van asiel, ook onze verantwoordelijkheid nemen om dat de komende periode met elkaar af te ronden. Dat zijn wij met elkaar aan het doen en die stappen willen we ook zetten en dat geldt eigenlijk voor alle grote onderwerpen waar we voor staan, die verantwoordelijkheid willen we nemen. Ik wil geen enkele verantwoordelijkheid naar wie dan ook afschuiven, maar we hopen, dat is wel wat ik zeg: ik hoop dat we, door alles wat er verder om ons heen gebeurt, dat we dat echt kunnen blijven realiseren. Maar ik zeg ook ‘wij kijken ook kritisch naar onszelf’ en we zijn ook echt kijken hoe we onze processen beter kunnen inrichten om te zorgen dat we die doelen die we ons hebben gesteld, dat we die ook echt kunnen gaan realiseren.
BEEKMAN
Maar zo klinkt het niet. Het klinkt nu toch een beetje alsof er van alles om het kabinet heen gebeurt. Het kabinet eigenlijk de plannen aan het maken is – zoals u dat net beschrijft om - verder te komen met de problemen in het land – maar dat vooral de chaos om het kabinet heen de oorzaak ervan is dat u misschien niet de kans krijgt om wat te realiseren.
SCHOOF
Wij werken gewoon stug door. En ondertussen zijn we ook nog kritisch reflectief en gaan we gewoon echt aan de slag en komen wij vanzelf met al onze plannen, die uiteindelijk tot meer concreetheid leiden, gaan we elke keer weer naar buiten. En gaan we daar verantwoording aan de Kamer afleggen en ik schuif ook niks weg. Wij zijn verantwoordelijk als kabinet ervoor te zorgen dat we dingen realiseren waarvoor wij zeg maar ook allemaal hebben gezegd waarom we minister, staatssecretaris of minister-president wilden worden.
BEEKMAN
Deze persconferentie is eigenlijk bedoeld om de besluiten vanuit de ministerraad toe te lichten, dat doet de minister-president, in dit geval bent u dat, Mark Rutte deed dat natuurlijk daarvoor. Vandaag hebben we het eigenlijk over de problemen in het kabinet en ook bij uw inleidend statement: ik heb niet gehoord wat er nou besloten is in de ministerraad. En dit is niet de eerste keer dat we in deze situatie hier zo met elkaar zitten. Wanneer komt er een periode dat we wel horen wat voor besluiten er genomen zijn en dat die besluiten er ook, voor die problemen in Nederland, daadwerkelijk genomen zijn.
SCHOOF
Laten we zeggen: we hebben vanochtend een aantal besluiten genomen. Maar ik denk als ik u met die besluiten vandaag in de persconferentie had lastiggevallen, dat u zou hebben gedacht ‘ik snap wel dat dat allemaal hamerstukken waren in die ministerraad’. Dus ik kom hier op de besluiten in de ministerraad, als die besluiten ook enige, laat ik zeggen, politieke discussie hebben vereist of ook zeg maar voor veel mensen ook echt van belang zijn. Dus zo’n moment dat wij een besluit hebben genomen bijvoorbeeld over de noodprocedure, natuurlijk kom ik hier dat dan toelichten. Maar de onderwerpen die wij vandaag op de agenda hadden, die lenen zich geen van allen – ja, ik had ze allemaal kunnen voorlezen hoor – maar waren grotendeels hamerstukken en-
BEEKMAN
Nee maar er zijn, tot slot hoor, maar er zijn grote problemen in Nederland die, en daar hamert u zelf ook op, opgelost moeten worden. Die oplossingen zijn er nog niet. En één van de kritiekpunten op de politiek is dat het zoveel over de politiek zelf gaat. Dit is toch een schoolvoorbeeld van waar de onvrede zit in de Nederlandse samenleving? Want we zijn alleen maar aan het praten over eigenlijk de verhoudingen binnen de politiek en hoe politici met elkaar bezig zijn?
SCHOOF
Mijn inleidend statement ging vrijwel uitsluitend over de AVVN en mijn activiteiten in New York en niet over de politieke dynamiek in Nederland. Maar als u mij daar vragen over stelt, natuurlijk ga ik daarop in. Ik bedoel, dat lijkt me volstrekt logisch. Maar ik vind dat, nu wordt het even omgedraaid, mijn statement ging inderdaad niet over de ministerraad, omdat daar veel hamerstukken aan de orde waren. Mijn statement ging over de AVVN, waar ik de afgelopen twee dagen ben geweest. Een belangrijke, zeg maar, belangrijk om Nederland bij de AVVN te vertegenwoordigen. En als er echt besluiten in de ministerraad zijn die ook echt het toelichten waard zijn, omdat ze echt – elk besluit is belangrijk, maar die waarvan iedereen zich zeg maar kan voorstellen waar het over gaat, waar echt veel aandacht voor is: natuurlijk zal ik hier dat doen. En dat zal ik ook doen op het moment, bijvoorbeeld, rondom de asielwetgeving.
Data-lek bij politie (1)
BREEDVELD - NOS
Premier Schoof, ander onderwerp: de politie. Bent u geschrokken van het data-lek bij de politie?
SCHOOF
Absoluut. Want dat raakt zeg maar, ik dacht, alle politiemedewerkers, maar men is nog natuurlijk volop nog in het onderzoek. Dus er zijn 65.000 mensen waar alle e-mailgegevens bekend zijn geworden, dus niet de NAW-gegevens, maar wel alle emailgegevens. En dat is buitengewoon schadelijk en de minister van Justitie en Veiligheid is ook enorm geschrokken. De politie ook. En ja, dat is, echt gewoon erg.
BREEDVELD
Lopen politieagenten nu gevaar?
SCHOOF
Ik vind het heel moeilijk om daar op dit moment antwoord op te geven, want het onderzoek loopt nog volop. En het enige goede nieuws is dat het in ieder geval geen NAW-gegevens zijn van mensen, dus niet waar ze wonen of de precieze gegevens wie ze zijn, dat staat er allemaal niet bij, omdat het om die e-mailgegevens gaat. Maar ik ga er dus ook vanuit dat mensen geen gevaar lopen, maar nogmaals: het onderzoek loopt nog. En ik heb ook geconstateerd dat ook bij de politie, en vanzelfsprekend ook uitermate begrijpelijk, er ook onrust is. En de minister van Justitie en Veiligheid die is hier ook volop mee bezig.
BREEDVELD
Maar dus wel een complete namenlijst van mensen werkzaam bij de politie. Uitgerekend van alle overheidsdiensten waar het overal van belang is, digitale beveiliging, had het bij de politie eigenlijk niet mogen gebeuren.
SCHOOF
Ja, maar laat ik daar voorzichtigheid betrachten, dat het onderzoek nog moet worden afgerond. Ik ben in ieder geval blij dat het gevonden is. Het is niet zo, dat iemand zich bij de politie heeft gemeld met een mededeling ‘ik heb 65 e-mailadressen’, dus dat dat wel gedetecteerd is door de politie. En laten we het onderzoek afwachten over hoe dit nou precies gebeurd is en wat de mogelijke consequenties ervan zijn. Daar is de politie op dit moment ontzettend hard mee bezig omdat niemand onderschat, zeg maar, het risico dat de politie hiermee loopt.
BREEDVELD
Want aan de hand van die namenlijsten die nu circuleren in het criminele circuit kunnen mensen natuurlijk toch onderzoek doen naar politiebeambten. Dat maakt het potentieel toch gevaarlijk?
SCHOOF
Ik zei: niemand onderschat de risico’s. Het onderzoek naar, zeg maar, wie heeft het gedaan en waar is het dan terecht gekomen, als dat al gevonden kan worden, want dit soort cyber-onderzoeken zijn ontzettend ingewikkeld. U kan zich voorstellen dat de politie daar ook vol actief op is, zal uiteindelijk moeten uitwijzen wat de risico’s zijn zeg maar wat de risico’s zijn. En belangrijk is nu, en daar is de politie ook snoeihard mee bezig, om te kijken: hoe kunnen wij zo snel mogelijk uiteindelijk al die adressen niet relevant maken. Maar u kunt zich voorstellen, dat is ook niet in een uurtje gebeurd.
BREEDVELD
Uw kabinet maar ook het vorige kabinet hebben natuurlijk een speerpunt gemaakt van het aanpakken van de georganiseerde misdaad. Heeft dat hiermee te maken en wat zegt dat dan, dat dit soort gegevens ook gestolen kunnen worden?
SCHOOF
Dat is voor mij veel te vroeg om daarop vooruit te lopen omdat de onderzoeken eigenlijk moeten uitwijzen uit welke hoek dit gebeurd is.
BREEDVELD
Dus het is niet duidelijk of dat dit uit de georganiseerde misdaadhoek komt en of het ook daar terecht komt?
SCHOOF
Dat is op dit moment nog niet helder nee.
ORNSTEIN (BUITENHOF)
U was deze week in New York, hoe beviel u uw eerste stap, u was natuurlijk al in Brussel bij de NAVO en de EU, in de wereldpolitiek?
SCHOOF
Ik was niet alleen in Brussel en in de EU maar ik was ook bij de NAVO-top in Washington en bij de Europese Politieke Gemeenschap in de UK dus al met al…
ORNSTEIN
Ja, maar niet met de hele wereld?
SCHOOF
Nou ja, het begint toch redelijk op de hele wereld te lijken hoor. Als ik daar ook nog - het klinkt misschien heel gek maar de openingsceremonie van de Europese Spelen bijtel, waar ook de rest van de wereld was, constateer ik, in ieder geval voor mezelf, dat ik inmiddels al heel veel wereldleiders afgelopen 2,5 maand heb gesproken. En dat natuurlijk in de EU en in de NAVO, dat zijn je meest directe partners, daar goede banden mee heb opgebouwd, en in VN verband ook een gesprek met Guterres gehad, de secretaris-generaal, dat Nederland er onverdroten buitengewoon goed op staat voor de internationale inspanningen. En dat is belangrijk, ik denk ook voor Nederland, want uiteindelijk: Nederland is een internationaal georiënteerd land met zijn handel, met zijn economie. Dus het is ontzettend belangrijk dat dat ook in de Verenigde Naties Nederland ertoe doet en ook dat heb ik weer geconstateerd.
ORNSTEIN
Ik wil het juist over zijn speech hebben want hij had het over het niveau van de straffenloosheid in de wereldpolitiek, die is onverdedigbaar en onverdraaglijk. Wat kan Nederland daar nou aan bijdragen dat dat ophoudt, dat landen of instanties, Hamas, het recht in eigen handen nemen?
SCHOOF
Nederland heeft een lange traditie waar het gaat over, ik zit even met de Engelse term in mijn hoofd, vergeef mij, ‘rule of law’, en dat is al jaren. Nederland heeft natuurlijk hier in Den Haag ook een aantal uitermate belangrijke instituties en dat zijn de manieren waarop, hetzij doordat wij die instituties hosten, dan gaan we er niet over overigens, of doordat we ons echt permanent inzetten, en dat ook internationaal zeer gewaardeerd wordt, waar het gaat over de rule of law, kunnen we onszelf daar altijd weer een belangrijke, wellicht een wat belangrijkere, rol toekennen dan we eigenlijk feite misschien op onze ranking in die 193 landen qua inwoneraantal zouden mogen toerekenen. En tegelijkertijd blijven we er in onze internationale politiek altijd erg goed op letten dat het altijd wel een relatie moet blijven houden met het Nederlands belang, hetzij direct, hetzij indirect.
ORNSTEIN
En dat heeft u ook aan Guterres duidelijk gemaakt? Wij willen meer een rol gaan spelen in de wereld daarin.
SCHOOF
Nou, niet zozeer meer, we hebben met elkaar geconstateerd in het gesprek geconstateerd dat de rol die Nederland speelt dat we die blijven spelen en dat dat zeer gewaardeerd wordt door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
Israël (2)
ORNSTEIN
Nou sprak u ook met de Israëlische premier Netanyahu en Abbas van de Palestijnse Autoriteit. Heeft u met Netanyahu erover gehad over een staakt-het-vuren?
SCHOOF
Zeker.
ORNSTEIN
En wat zei hij, wat is daar over besproken?
SCHOOF
Hij had net die ochtend, dat was gisteren eind van de middag in New York en hij had vlak voordat hij landde in New York gezegd dat hij iets van plan is, zeg maar het staakt-het-vuren na te komen, althans daarop in te gaan. Tegelijkertijd, ik heb nog eens nogmaals de boodschap van Nederland overgebracht, we hebben er uitvoerig over gesproken. En hij laat altijd ruimte voor diplomatie, maar zijn voorlopige standpunt is dat hij vindt dat hij Hezbollah hard moet aanpakken.
ORNSTEIN
En heeft u bij president Abbas nog aangedrongen dat hij bij Hamas pleit voor de gijzelaars?
SCHOOF
Nou, wat vooral heel erg belangrijk was is dat Abbas nog eens een keer heel erg duidelijk heeft gemaakt op geen enkele wijze verantwoordelijkheid te willen dragen en ook een relatie te hebben met Hamas. En dat is natuurlijk ontzettend belangrijk, want elke oplossing in dat conflict kan niet langs de lijnen van terroristische organisaties plaatsvinden, of het nou Hamas is of Hezbollah.
ORNSTEIN
Hou steunt u president Abbas dan, wat is het idee daarachter?
SCHOOF
Nou, daar hebben we natuurlijk steeds gezegd dat het belangrijk is dat er een staakt-het-vuren komt voor vervolgens om te zorgen dat de gijzelaars vrijkomen, er zitten nog steeds gijzelaars waarschijnlijk in de gangen in Gaza, en dat ook de humanitairan aid, de humanitaire hulp, op gang kan komen. Op die manier proberen wij ook richting Gaza onze verantwoordelijkheid te nemen.
ORNSTEIN
En bent u van plan die kant op te gaan net als premier Rutte veel gedaan heeft?
SCHOOF
Nou, ik heb heel veel zaken die ik hier in Nederland moet doen en daar voel ik mij primair verantwoordelijk voor. Als het zou kunnen bijdragen aan het oplossen van het conflict dan zal ik dat zeker niet laten, maar ik denk dat mijn eerste opgave niet moet zijn om te kijken of ik zeg maar naar, wat is het, bijna 80 jaar conflictsituatie in het Midden-Oosten denk dat als ik me er nu mee ga bemoeien dat ik het dan in korte tijd zal oplossen. Daar past enige bescheidenheid.
ORNSTEIN
U heeft ook met de president van Egypte gesproken?
SCHOOF
Nee, die is niet doorgegaan.
ORNSTEIN
Oh die is niet doorgegaan?
SCHOOF
Nee. Wel weer met de premier van Qatar, die is er natuurlijk ook, die daar wel weer een belangrijke rol speelt.
Spreidingswet
EK- SBS
Meneer Schoof, het werd duidelijk dat het intrekken van de spreidingswet nog een aantal jaar kan duren, terwijl dat dat toch tijdens verkiezingen en in de aanloop naar het hoofdlijnenakkoord werd gedaan alsof die even van tafel geveegd kan worden. Hoe kan het dat het zolang gaat duren?
SCHOOF
Er is volgens mij, ik durf over het hoofdlijnenakkoord niet helemaal nu meer zeker te zijn in de zinnen. Maar in het regeerprogramma weet ik het wel, dat het intrekken van de spreidingswet onderdeel uitmaakt van de crisiswet. En de crisiswet komt na de noodwet, dus daar is nooit een misverstand over geweest.
EK
Maar toch zegt Marjolein Faber nu, in ieder geval in gesprekken, dat het echt wel een aantal jaar kan duren. Dus die crisiswet die er dan misschien komt, gaat er in ieder geval niet voor zorgen dat de spreidingswet ineens van tafel is?
SCHOOF
Nee, maar een wet moet altijd, u kent de procedure van wetten. Daar gaan adviezen aan vooraf en vervolgens een behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. En de spreidingswet is ook in de beide Kamers, ook in het verleden, nog weleens onderwerp geweest van discussie. Dus, maar wat wij altijd hebben gezegd is dat die spreidingswet in de crisiswet komt en dan een normaal traject in de Kamers zal doorlopen. Dat is, dat kost minimaal, nou, u mag het zeggen.
VRAAG
Een paar jaar?
SCHOOF
Nou, nee het hoeft niet een paar jaar te duren, maar het kost je in ieder geval zeker een half jaar.
VRAAG
Is het niet zo dat het misschien op het moment dat u of de overheid zegt ‘we gaan hem toch intrekken, dus we gaan niet handhaven op gemeenten die er bijvoorbeeld niet aan deelnemen’, aangezien jullie toch van plan zijn hem in te trekken?
SCHOOF
Nee, maar een wet geldt zolang die niet is ingetrokken, om dat maar eens op een Cruiffiaanse manier te zeggen. En dat betekent dat ook alle consequenties die daaraan vastzitten, gewoon worden nagekomen en de wet geldt op dit moment.
Data-lek bij politie (2)
EK
Dan nog heel even terug naar de politie, er zijn, u zegt, u durft niet al te veel te zeggen over of agenten gevaar lopen of niet. Het feit is natuurlijk wel dat de namen op straat liggen, nou juist politieagenten veel te maken krijgen in hun beroep met bedreigingen, al dan niet zelfs aan het eigen adres. Waar kunnen politieagenten, wat kunnen politieagenten nu doen die zich wel degelijk zorgen maken om hun veiligheid?
SCHOOF
De politieorganisatie is druk bezig dat nu allemaal in te richten omdat ze de risico’s en ook de zorgen van politiemensen zeer serieus neemt, dus die zijn er allemaal druk mee bezig maar u moet zich realiseren dat dat vanochtend in ieder geval mij geworden is en volgens mij ook de minister van Justitie en Veiligheid dus alles wordt nu op alles gezet om ook dit soort vragen, zoals u die heeft, die ook veel politiemensen hebben, om die te kunnen beantwoorden.
EK
En u zegt ‘het onderzoek loopt nog’, toch lijkt mij dat bij een organisatie als de politie te kunnen hacken, je wel in ieder geval heel goed moet zijn. Is er al een idee waar dit vandaan heeft kunnen komen?
SCHOOF
Dat durf ik niet te zeggen. Op dat niveau ben ik nog niet geïnformeerd, ik ben wel geïnformeerd over de hack en alles wat daarmee samenhangt en dat het onderzoek loopt en dat men op dit moment nog echt geen uitspraak durft te doen over waar het vandaan komt. Dus daar moet ik gewoon de onderzoeksresultaten van afwachten.
EK
Ja, want u heeft natuurlijk een achtergrond ook bij de AIVD.
SCHOOF
Zeker.
EK
Hoe moeilijk is het om zo’n organisatie binnen te komen?
SCHOOF
Nou dat ligt aan de manier waarop. Dus het risico, cyberrisico’s zijn er altijd, en ik denk dat we ook nu weer, het onderzoek zal echt moeten uitwijzen hoe dit gebeurd is. En dan zal ook duidelijk moeten worden of dit voorkomen had kunnen worden, met basisregels. Of dat dit toch iets is wat eigenlijk heel moeilijk te voorkomen is en je zeg maar de kosten-baten discussie krijgt.