Letterlijke tekst persconferentie minister-president Rutte en minister De Jonge na afloop van crisisberaad kabinet (19-5-2020)

Minister-president Rutte en minister De Jonge geven een toelichting na afloop van het crisisberaad van het kabinet. Bekijk de hele persconferentie via YouTube..

RUTTE

Goedenavond,

Vandaag hebben we in het crisisteam het besluit genomen over versoepeling van de maatregelen tot 15 juni.  En het zong al een beetje rond en ik kan u inderdaad melden dat we het verantwoord vinden om de stappen te zetten die we twee weken geleden in de routekaart hebben aangekondigd. Het aantal ziekenhuisopnamen en het aantal coronapatiënten op de intensive care is de laatste weken snel gedaald. En ook het laatste advies van het Outbreak Management Team biedt ruimte voor versoepeling. Ik wil onze besluiten van vandaag zo precies mogelijk toelichten, omdat we weten dat details belangrijk zijn voor iedereen die het betreft. Maar eerst twee korte opmerkingen vooraf.

Ten eerste wil ik nog eens benadrukken dat we de ruimte die er nu is met elkaar hebben verdiend, door de regels na te leven. En nu is het cruciaal dat iedereen snapt dat versoepeling van de maatregelen het feitelijk nog belangrijker maakt dat we ons aan de  regels houden. Want we weten dat het virus snel kan oplieren als we dat niet doen en wat ik vorige week zei, geldt dus ook echt: we mogen vertrouwen hebben, maar we moeten waakzaam blijven. Daarom: Blij verkoudheidsklachten blijven we thuis. Bij benauwdheid en/of koorts, dan blijven ook onze huisgenoten thuis. We werken zoveel mogelijk thuis. We houden anderhalve meter afstand. Vermijd drukte. En natuurlijk wassen we onze handden stuk, hoesten en niezen we in onze elleboog, gebruik we papieren zakdoekjes en schudden geen  handen. Als we dat blijven doen, houden we het verspreidingsrisico zo laag mogelijk. Ook als de samenleving en de economie langzaam weer van het slot gaan.

Mijn tweede opmerking vooraf is dat we gelukkig in een land leven waarin we gewend zijn onze mening te geven. Dat is, zoals te verwachten, na de presentatie van de routekaart ook volop gebeurd en dat snappen we ook. De belangen zijn gewoon heel groot. En het is logisch dat mensen gaan vergelijken. Want als beroepsgroep A op anderhalve meter weer open kan, waarom beroepsgroep B dan niet? En waarom een beperking in aantallen? Het antwoord daarop is dat we in de besluitvorming niet alleen naar specifieke groepen kunnen kijken, maar ook oog moeten hebben voor het grotere geheel. Elke versoepeling betekent nu eenmaal meer drukte op straat, meer drukte in het openbaar vervoer en meer groepen mensen bij elkaar. Daarom kan ook niet alles ineens open. Daar zit geen waardeoordeel in, maar wel een risicoafweging. Als we te snel gaan en een tweede lockdown zou nodig zou worden, is dat nog veel slechter voor onze economie. Dus voorzichtigheid en economisch belang liggen in elkaars verlengde. En natuurlijk is niet alles in beton gegoten en staan we open voor overleg. Het blijft werk in uitvoering waarbij flexibiliteit nodig zal zijn – van alle partijen.

En daarmee kom ik bij de besluiten van vandaag. We vereenvoudigen de afspraken over wat buiten wel en niet mag. Buiten houd je anderhalve meter afstand van elkaar, tenzij je tot hetzelfde huishouden behoort. Dan hoeft dat niet. Per 1 juni zijn samenkomsten van 30 personen binnen toegestaan in alle gebouwen die publiek toegankelijk zijn, exclusief personeel. Dat betekent dat elke bioscoopzaal en theaterzaal, elk restaurant en elk café 30 gasten mag ontvangen. Dat is dus anders dan eerder aangekondigd, toen het idee nog was dat het personeel moest meetellen, maar dat blijkt in de praktijk heel lastig te zijn. Uiteraard geldt de anderhalvemeterregel en moet er aan de voorkant een checkgesprek plaatsvinden om te bepalen of gasten een verkoudheidsklachten hebben. En voor alle duidelijkheid: dit alles wat ik net zei, geldt niet voor sectoren die nog gesloten blijven, zoals de sportscholen. En ik zeg er meteen bij: we zijn met de sportscholen in gesprek om te kijken of ook zij sneller open kunnen. Niet op 1 september, maar hopelijk eerder. De horeca kan per 1 juni, om 12 uur ‘s middags open zoals aangekondigd. Dus de terrassen op anderhalve meter afstand zonder maximale groepsgrootte, maar wel iedereen verplicht aan een tafeltje. Binnen mogen maximaal 30 gasten aanwezig zijn, op anderhalve meter afstand, op reservering, zittend, en met een checkgesprek aan de voorkant. Een wijziging in de eerdere plannen is dat voor mensen uit hetzelfde huishouden een uitzondering wordt gemaakt op deze anderhalvemeterregel. En voor de goede orde: feestcafés, discotheken en clubs, die blijven voorlopig gesloten. Daar is het risico op verspreiding gewoon te groot. We realiseren ons natuurlijk heel goed dat de horeca had gehoopt op een lang Pinksterweekend. Daar hebben we ook serieus naar gekeken en heel lang over gesproken. Maar in overleg met de veiligheidsregio’s hebben we besloten om vast te houden aan 1 juni. De horeca open is een grote en spannende stap en we hebben dit besluit genomen vanwege de verwachting van grote drukte en de daarmee samenhangende handhaafbaarheid. Dus hier geldt ook wat ik net zei over oog hebben voor het grote geheel en dat helaas niet alle wensen kunnen worden vervuld. Theaters en concertzalen en bioscopen kunnen per 1 juni ook weer open met maximaal 30 mensen in het publiek per zaal, op anderhalve meter afstand van elkaar en met een checkgesprek vooraf. Musea mogen per 1 juni ook open, mits bezoekers zich vooraf aanmelden of kaartjes kopen zodat de instellingen kunnen sturen op anderhalve meter afstand.

Het openbaar vervoer rijdt vanaf 1 juni weer volgens de normale dienstregeling op ongeveer 40% van de capaciteit, zoals we eerder aankondigden. Dat betekent dat het OV alleen bedoeld is voor noodzakelijke reizen. De verplichting een niet-medisch mondkapje te dragen geldt vanaf 1 juni vanaf 13 jaar in de trein, tram, bus of metro. Op de stations en perrons blijft anderhalve meter afstand de regel.

De middelbare scholen gaan per 2 juni open op basis van de anderhalvemeterregel, ook voor leerlingen onderling. Dat betekent in de praktijk dat niet alle leerlingen tegelijkertijd op school kunnen zijn. De scholen krijgen zoveel mogelijk ruimte om tot werkbare roosters te komen en zijn daar ook inmiddels ook mee aan de slag. Het is wel echt de bedoeling dat scholen alle leerlingen fysiek onderwijs geven en dat niet beperken tot bijvoorbeeld een mentoruurtje of een paar toetsen op school en verder is het belangrijk dat het openbaar vervoer niet overbelast raakt als de middelbare scholen weer opengaan. Dus leerlingen komen lopend of met de fiets. En  voor leerlingen die ver weg wonen, wordt door scholen speciaal vervoer geregeld.

Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs mogen per 2 juni ook open op basis van de anderhalvemeterregel. Daarbij realiseren we ons natuurlijk dat voor deze scholen nog meer maatwerk nodig is om anderhalve meter afstand te bewaren. Zo bestaat de mogelijkheid dat bepaalde leerlingen om medische redenen niet of niet meteen volledig gebruik maken van fysiek onderwijs. En uiteraard is het in het voortgezet speciaal onderwijs nog belangrijker dat risicogroepen extra voorzichtig zijn en dat mensen met klachten thuis blijven.

Basisschoolkinderen gaan op dit moment voor de helft van de tijd naar school. En we zien dat scholen dit goed oppakken. Vanaf 8 juni gaan de basisscholen geheel open, tenzij in de komende weken uit alle lopende onderzoeken naar de verspreiding van het virus in het primair onderwijs blijkt dat dit niet verantwoord zou zijn. In de komende weken zullen met het onderwijs afspraken worden gemaakt over de invulling van deze verdere openstelling. Aansluitend op dit voornemen gaat ook de buitenschoolse opvang vanaf 8 juni weer gewoon open. Kinderen kunnen vanaf dan weer op alle normale dagen terecht. Daarmee stopt ook de regeling waarmee de overheid de eigen bijdrage voor ouders vergoedt.

Tot slot kunnen in het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs per 15 juni toetsen en praktijkonderwijs weer op de instelling plaatsvinden. En dat onderwijs wordt zo georganiseerd dat studenten niet in de spits hoeven te reizen.

En dan wil ik mij vandaag speciaal richten tot de kinderen en jongeren in Nederland. Het coronavirus zet ons land behoorlijk op zijn kop en zeker ook jullie leven. Als je jong bent zijn je vrienden, je sportclub en zelfs school heel belangrijk en als dat zomaar ineens allemaal wegvalt, dan doet dat wat met je. Daar kun je wel eens kwaad of somber van worden en dat is logisch. Toch zien we dat verreweg de meeste kinderen en jongeren in Nederland zich ontzettend goed hebben aangepast en zich ook aan de regels houden. En daarvoor wil ik jullie een groot compliment geven. Want het is echt ook aan jullie te danken, mede aan jullie te danken, dat er minder mensen in het ziekenhuis liggen en dat er langzaam maar zeker weer wat meer kan.

Maar er is nóg iets dat ik tegen jullie wil zeggen. Niemand weet precies hoe ons land er de komende tijd precies uit gaat zien. Hoe doe je dat, afstand van elkaar houden en toch met elkaar werken, leren, sporten en muziek maken. Mijn collega’s in het kabinet en ik zelf, wij vinden het belangrijk dat juist jullie daarover gaan mee denken en mee gaan praten, want het gaat uiteindelijk om jullie toekomst. Jullie ideeën en creativiteit zijn dus heel hard nodig. En daarom daag ik jullie uit: kom met je ideeën, lever kritiek, liefst opbouwend natuurlijk, praat en discussieer erover op school, op je sportclub, in het buurthuis. En natuurlijk, we moeten we ons allemaal aan de veiligheidsregels houden, die staan niet ter discussie. Maar daarbinnen moeten we met elkaar naar de beste oplossingen zoeken. En tegen ouders, leraren, sportcoaches, jongerenwerkers, maar ook tegen lokale politici wil ik zeggen: nodig de kinderen en de jongeren hiervoor uit, betrek ze bij de plannen en ga een serieus gesprek aan met de volwassenen van de toekomst. Wij zullen dat ook doen.

Rest mij nog iedereen een goed Hemelvaartsweekend te wensen. We gunnen onszelf natuurlijk mooi weer. Maar tegelijkertijd vragen we iedereen ook met klem om te blijven nadenken. De piek op de intensive care ligt net een maand achter ons. Ik benadruk het daarom nogmaals: hou je aan de afspraken en bescherm jezelf en de mensen om je heen. En dat gezegd hebbende geef ik graag het woord aan Hugo de Jonge, die u op hoofdlijnen mee zal nemen in onze strategie voor de komende tijd.

DE JONGE

Dames en heren,

Abraham Kuyper zei ooit: ‘Regeren is iets anders dan administreren.’ Dat is niet voor niets een van zijn bekendste citaten, want het klopt als een bus, natuurlijk. Een politiek-bestuurlijk besluit nemen is ingewikkelder dan turven en tellen. Tegelijkertijd moeten we, denk ik, ook vaststellen dat kennis, cijfers en een zo scherp mogelijk zicht op de verspreiding van het virus in deze crisis belangrijker zijn dan ooit.

U weet, maximaal controleren is vanaf het begin de strategie geweest van het kabinet. Om onze ouderen en anderen met een kwetsbare gezondheid te beschermen. En om ervoor te zorgen dat de zorg het aankan. Maximaal controleren vereist zicht op én inzicht in de verspreiding van het virus in alle fases van deze pandemie. En hoezeer we ook inzetten op het voorkomen van overdracht van het virus - helemaal, en zelfs bijna helemaal voorkomen dat mensen ziek worden dat kan niet. Dat is onmogelijk volgens de experts en dat wordt ook bevestigd door wat we in andere landen zien. Daarom zetten we in op maximale controle en dammen we nieuwe oplevingen van het virus in.

In die eerste uitbraakfase hadden we een intelligente lockdown nodig. Het virus greep in hoog tempo om zich heen en we moesten de verspreiding van het virus onder controle krijgen. En dat is ons gelukt. Dat hebben we met elkaar gedaan.

En nu is het zaak dat we het onder controle blijven houden, terwijl we in deze overgangsfase de maatregelen versoepelen langs de lijnen van onze routekaart. We werken toe naar een controlefase –  naar een nieuw normaal –  waarin we met allerlei aanpassingen, zoveel mogelijk, ons gewone leven kunnen leven. Maar we moeten ons echt realiseren dat het virus niet zomaar weg is. Tot er een vaccin is, zal het onder ons zijn en zal het de kop opsteken. Elke versoepeling, elke stap op de routekaart, maar vooral ons eigen gedrag kan het virus doen oplaaien. En als dat gebeurt dan moeten we klaar staan om het weer de kop in te drukken. Om het in te dammen.

En daarom is het zo belangrijk dat we vanaf  juni, we streven nog steeds naar 1 juni, iedereen met klachten gaan testen. Testen, traceren, isoleren en rapporteren: dat is cruciaal.

Het is belangrijk dat de tijd tussen besmetting en het constateren van de besmetting door een test zo kort mogelijk is. Dan zitten we het virus immers zo dicht mogelijk op de hielen. Daarom is nu al de afspraak om niet eerst 24 uur te wachten met klachten, maar je bij klachten direct te laten testen, als je tot een van die groepen behoort die onderdeel is van het testbeleid. Nieuw is dat vanaf juni iedereen met klachten en dan zonder tussenkomst van een arts direct zelf een afspraak kan maken voor een test bij de GGD in de buurt. Voor het maken van de afspraak komt een landelijk telefoonnummer.

En hoe gaat dat dan? Als je positief getest bent dan wordt je gebeld door de GGD met de oproep  om thuis in quarantaine te gaan. En je huisgenoten ook. Iedereen die bij het bron- en contact onderzoek van de GGD in beeld komt, die krijgt én telefonisch én per brief de instructie: blijf thuis, en als je klachten krijgt: laat je testen.

En dat zijn geen vrijblijvende adviezen natuurlijk: door ze op te volgen voorkom je verdere verspreiding van het virus. Daarom doet GGD ook aan actieve nazorg: dat betekent dat ze de mensen die uit het contact-onderzoek naar voren komen, na gaan bellen: heb je klachten? Maar ook: dat thuisblijven, lukt dat een beetje?

Het is echt indrukwekkend wat onze mensen bij de GGD al hebben gepresteerd in deze crisis. Dat geeft vertrouwen voor de enorme klus die er aan komt, het grootschaliger testen en het intensievere bron- en contactonderzoek. Er zal uiteraard wat tijd nodig zijn om het goed in te regelen en te zorgen dat alles soepel verloopt.

Maar met intensief testen krijgen we dus nog scherper zicht op de verspreiding van het virus. Een ziekenhuisopname vertelt ons iets over een besmetting die zo’n 2 weken eerder heeft plaatsgevonden. Testen van iedereen met klachten vertelt ons iets over de besmettingen van ongeveer 1 week geleden, dat scheelt al enorm natuurlijk. Maar het blijft een achteruitkijkspiegel en je wil eigenlijk zo goed mogelijk naar voren kijken om nog sneller en nog gerichter te kunnen sturen. Niet alleen reageren, maar ook anticiperen. Vandaar dat we werken aan een dashboard, want het is net als in de auto: je wilt weten hoe hard je rijdt, in welke versnelling en of je gas kunt geven of moet remmen.

In dat dashboard gaan we alle informatie bij elkaar brengen om het zicht op de coronawerkelijkheid te verbeteren. Op dat dashboard zitten meters die we, zoals de kilometerteller in de auto, heel precies af kunnen aflezen: het aantal nieuwe patiënten op de intensive care, het aantal nieuwe ziekenhuisopnames en het aantal positieve testuitslagen.

Andere indicatoren hebben meer weg van een metertje dat vertelt hoeveel kilometer je nog kunt rijden voor de tank leeg is, iets minder precies, maar zeker niet minder belangrijk. Dan denk ik aan het ingeschatte totale aantal besmette personen en dat beroemde reproductiegetal - de R0, dat laat zien aan hoeveel mensen elke besmette persoon het virus overdraagt.

Tot slot hebben we ook nog een hele batterij aan controlelampjes, bijvoorbeeld de gegevens die we krijgen van huisartsen, van al die mensen die vrijwillig meedoen aan infectieradar.nl, uit de contactonderzoeken van de GGD. Maar we krijgen ook voortdurend gegevens over de drukte op straat en in het verkeer, over de naleving in verschillende veiligheidsregio’s en informatie uit gedragsonderzoek.

En op basis van ál die gegevens bij elkaar, die we steeds, met de deskundigen in samenhang analyseren, signaleren we of we op de rem moeten trappen en waar precies. Moeten we lokaal ingrijpen, in een regio of juist landelijk? Zijn er extra maatregelen nodig in een bepaalde sector?

Dit dashboard dat we nu aan het bouwen zijn gaan we op twee manieren gebruiken: Het heeft een signaleringsfunctie voor het RIVM en het kabinet over de ontwikkeling van het virus en het dashboard dient daarbij dus als basis voor besluitvorming over te nemen maatregelen door het kabinet of op regionaal niveau. En twee: het geeft de mogelijkheid om op termijn een regionaal waarschuwingssysteem te maken gericht op het algemeen publiek. Werk in uitvoering dus.  

Samen met alle versoepelingen per 1 juni zitten we hiermee op de goede weg vooruit, op weg naar een controlefase waarin we met virus moeten leven, in afwachting van een vaccin of behandeling en dat is goed nieuws. Ik hoop dat zoveel mogelijk mensen in dit land dat ervaren. Maar ik hoop ook dat we met elkaar niet uit het oog verliezen dat dit voor heel veel mensen een ongelooflijk moeilijke tijd is. Met alle onzekerheid van ondernemers over de toekomst van hun bedrijf en van mensen over hun baan. Met al het verdriet om geliefden die aan het virus zijn overleden. En met alle eenzaamheid en onzekerheid in de verpleeghuizen, in de gehandicaptenzorg en onder andere kwetsbare groepen. We hebben de laatste maanden veel hartverwarmende initiatieven en acties gezien om juist hen een hart onder te riem te steken. En nu we weer vooruit kunnen kijken, is het des te belangrijker dat we blijven omzien naar de mensen die het het zwaarst hebben.

Daarom ben ik blij dat we de bezoekregeling voor de verpleeghuizen en de gehandicaptenzorg verder kunnen versoepelen nu het aantal besmettingen ook daar afvlakt. De beperking van het bezoek was onvermijdelijk, natuurlijk, maar ook hartverscheurend. En gelukkig kunnen we weer meer ruimte bieden voor bezoek, maar alleen stap voor stap en verantwoord. We zijn die versoepeling van de bezoekregeling voorzichtig gestart in de 26 verpleeghuizen verspreid over het land. Vanaf 25 mei kunnen alle locaties - die daar klaar voor zijn en die voldoen aan de voorwaarden - weer bezoek toelaten. Dat wil zeggen: één vaste bezoeker per verpleeghuisbewoner en alleen natuurlijk als er geen besmetting op locaties zijn. Vanaf 15 juni moet bezoek mogelijk zijn in alle instellingen in Nederland waar geen coronabesmetting is.

En ook in de gehandicaptenzorg is een routekaart gemaakt en verruimen instellingen daar waar dat kan en vanaf 25 mei hun bezoekregeling, in goed overleg met professionals, cliënten en hun naasten. Met als doel dat in alle instellingen uiterlijk 15 juni weer een vorm van bezoek hebben.

Voor ouderen die thuis wonen en geen klachten hebben wordt bezoek per 25 mei weer mogelijk en vanaf 1 juni kan voor iedereen ook de dagbesteding weer volledig gaan draaien, zij het soms in aangepaste vorm. Een terugkeer naar meer nabijheid dus, in al die situaties in de zorg waar afstand zo ontzettend onnatuurlijk voelde.

We doen dit met elkaar en de essentie blijft dat we ons aan de afspraken blijven houden. Dus denk nou niet: ik ben jong en gezond en als ik het virus oploop dan red ik me wel. Het maakt wel degelijk uit. Iedereen kan het virus verspreiden. Maar omgekeerd kan iedereen dus ook helpen het virus onder controle te houden. Neem die verantwoordelijkheid, niet alleen voor jezelf maar ook en vooral voor elkaar. Dank.

BOS (NOS)

Meneer Rutte, u gaf het zelf al eigenlijk al aan. U verwacht meer drukte op straat door deze versoepelingen. In hoeverre heeft u dan toch nog twijfels gehad om dit door te voeren?

RUTTE

Kijk, we weten nog niet alles van het virus. En ik heb het eerder gezegd, we hebben 50% van de kennis waarmee we 100% van de besluiten moeten nemen. En dat is eigenlijk nog steeds zo. Geleidelijk aan ontdek je meer dingen. De virologen, de epidemiologen, maar tegelijkertijd blijft veel onzeker. Daarom is het zo belangrijk dat we iedere keer politieke besluiten nemen, maar ook zorgen dat die een worteling hebben in deskundig advies. Deskundig advies zegt: gegeven hoe nu de zaken zich ontwikkelen, met de verspreiding, met de aantallen, met hoe het bij de ziekenhuizen gaat is deze stap te maken. Is dat verantwoord. En het past ook bij deze fase. Deze overgangsfase, na de uitbraakfase zitten we in de overgangsfase waarin we dit doen. Die stappen zetten. Op 11 mei hebben we de kappers en nu op 1 juni kappers en andere dingen die we gedaan hebben. En nu op 1 juni met dit pakket, waaronder de horeca en musea et cetera. Dat is mogelijk en verstandig. Maar wel een combinatie met het vasttimmeren van wat we bereikt hebben. En daar hoort dus het, heel belangrijk wat Hugo de Jonge net toelichtte. Dat we in juni, misschien wel op 1 juni, maar in ieder geval in juni, klaar willen zijn met dat iedereen getest kan worden. Dat we vreselijk hard werken aan het verder beschermen van onze ouderen en kwetsbaren. Dat we kijken: hoe kunnen we de ziekenhuizen verder zo goed mogelijk organiseren. En in die combinatie is dit mogelijk. Maar dat blijft altijd spannend en het allerbelangrijkste – mag ik daarmee afsluiten – is dat u en ik en iedereen die nu kijkt zich houdt aan die regels. Want je kunt wel zeggen: de terrassen hebben wat meer ruimte en de cafés en de musea, maar als we ons niet zouden houden aan die anderhalvemetermaatregel, die handenwassen en vooral thuisblijven bij klachten en niet stoer toch naar het werk gaan, dat is misschien wel het allerbelangrijkste. Niet naar het werk gaan als we klachten hebben. Anderhalve meter. Onze handen wassen, drukte vermijden. Als we dat met zijn allen doen, dan kunnen we ook hopelijk op 1 juni weer een volgende stap zetten.

BOS

Toch even nog iets verder dan die 1 juli. Want we zien inmiddels in Europa dat een aantal landen de grenzen opengooit. Met name de zuidelijke landen zoals Italië die zegt: vanaf 3 juni, kom eigenlijk maar weer. In hoeverre vindt u dat verantwoord en ziet u het gebeuren dat mensen toch weer die kant op gaan?

RUTTE

Nou ja, we zijn heel precies aan het kijken naar hoe gaan we nou om met die vakantieperiode. En daar hebben we nog niet vanavond het hele antwoord op. Dat zeg ik er maar meteen even bij. Maar waar we naar kijken is een paar aspecten. U noemde ze eigenlijk zelf al. Eerste plaats wat je wil weten is: wat is het beleid van andere Europese landen? En dan zie je verschillen. Neem het verschil tussen Italië, Spanje aan de ene kant en Frankrijk aan de andere kant. Waarbij je soms ook even heel precies moet kijken wat ze nou echt doen. Want soms lijkt het toch meer op elkaar dan in eerste instantie lijkt. Het tweede is dat wij moeten inschatten: wat zijn de besmettingsrisico’s nou eigenlijk in die landen? Dus dat moeten we ook meewegen. En een derde aspect is natuurlijk: moet je wel of niet risico beperkende maatregelen nemen voor mensen die terugkeren van vakantie. Dus dat zijn zaken waar we naar moeten kijken. Op basis daarvan willen we binnenkort een besluit nemen, of een besluit, in ieder geval aan Nederland laten weten hoe wij aankijken tegen vakanties in Europa of zelfs daarbuiten. Maar zeker in Europa. Op dit moment haast ik mij daar tot slot aan toe te voegen, geldt code oranje. Code oranje betekent: alle reizen alleen als ze strikt noodzakelijk zijn. Dat is thans de situatie.

BOS

Maar de zomervakantie staat daarmee toch eigenlijk een beetje, de deur staat op een kier. Laat ik het zo zeggen.

RUTTE

Eerlijk gezegd is dat nu nog niet echt te zeggen. Want we moeten eerst nogmaals wat ik zei precies weten wat doen andere landen. Wat zijn de risico’s. Hoe ga je dan om met mensen die terugkeren van vakantie. Dus dat willen we echt in kaart brengen. En dat vraagt echt nog wat meer tijd.

BOS

Tot slot nog één vraag even voor meneer De Jonge. U had het over het testbeleid. Vanaf juni wilt u eigenlijk zorgen dat iedereen zich kan laten testen. Vorige keer volgens mij zei u 1 juni. Staat die datum nog steeds?

DE JONGE

Ook vorige keer zei ik in juni. En het streven is 1 juni.

RUTTE

Zeker

DE JONGE

En ik heb vandaag precies hetzelfde gezegd. En ik hoop volgende week mee te kunnen delen of het ook daadwerkelijk 1 juni kan worden.

BOS

En wat zijn de vooruitzichten?

DE JONGE

Voorlopig lopen we op schema. Maar er zijn heel erg veel afhankelijkheden. Dus ik hou het echt op de formuleringen die ik heel bewust koos. Namelijk: in juni. En het streven is gericht op 1 juni.

VAN DE ZILVER (RTL)

Ik had een vraagje over dat dashboard. Daar komt eigenlijk straks heel veel informatie in terecht. Waarom hebben we al die informatie nu nog niet? En is het niet belangrijk dat we die informatie eerst hebben voordat we allerlei maatregelen gaan versoepelen?

DE JONGE

Om met die laatste vraag te beginnen: we zien natuurlijk de cijfers nu dalen. En dat brengt ons tot d conclusie: we mogen vertrouwen hebben, maar we moeten waakzaam blijven. En onderdeel van die waakzaamheid is dat je daar waar je nu het veelal hebt te doen met cijfers die je nogal op een achteruitkijkspiegel lijkt. Dat je eigenlijk veel meer een dashboard gaat inrichten met verschillende getallen daarop. Dus je hebt een aantal getallen die je gewoon kunt tellen. IC opnames, ziekenhuisopnames. Nou, dat doen we nu ook. Dat kunnen we nu ook. Maar we weten ook: dat is eigenlijk wel een paar weken geleden gebeurt die besmetting. Als je straks iedereen in Nederland laat testen. En overigens ook nu al kunnen hele grote groepen zich laten testen. Maar als je straks iedereen in Nederland laat testen en ook het gedragsadvies geeft: als je klachten hebt laat je testen. Dan krijg je een veel completer beeld over de verspreiding van het virus. Zij het van een week geleden. Maar dat zijn de harde getallen. Daarnaast heb je een aantal getallen die je gaat berekenen. Je berekent aan de ene kant die R0. Nou, dat doen we nu al. En aan de andere kant bereken je het aantal besmette personen. Dat is meer een inschatting eigenlijk die je maakt. Dat zijn de getallen eigenlijk. En daarnaast is er een aantal indicatoren wat je wel indicatief iets verteld, maar wat je niet zo hard kunt tellen. Dat zijn de signalen vanuit de huisartsen bijvoorbeeld, uit het rioolwater (onverstaanbaar, red.). Zo zijn er allerlei getallen die het RIVM gebruikt bij zijn analyses. Dus die heb je ook nodig. En daarnaast heb je nog getallen die echt gaan over, ja, over een waarschuwing mogelijk van wat je straks op de teststraat ziet gebeuren. Bijvoorbeeld, is het nu heel erg druk op het strand. Zie je dat in de handhaving. Of zie je dat in de telecomdata. Als we die kunnen gebruiken. En je weet en je ziet vervolgens over een week drukte op de teststraat, dan weet je dus ook een volgende keer als het weer zo druk is, dat het een voorspellende waarde heeft. En zo bouw je eigenlijk telkens aan meer gegevens. Maar het zal altijd zo zijn dat je meerdere gegevens bij elkaar optelt. Meerdere gegevens met elkaar weegt. Analyseert, en op basis daarvan een besluit neemt. Dus het is nooit één gegeven.

DE ZILVER

Nee, maar nu hebben we al die cijfers nog niet. We hebben nu een dikke week geleden één versoepeling gehad. Daarvan weten we het effect nog niet omdat we die cijfers nu nog niet hebben. Maar we gaan wel al nieuwe versoepelingen doorvoeren. U heeft het elke keer over zicht en inzicht in de verspreiding van het virus. Hebben we dat nu dan wel voldoende?

DE JONGE

Nou we hebben in ieder geval voldoende zicht om in vertrouwen deze stap te zetten. We mogen dat vertrouwen hebben, maar we moeten ook waakzaam blijven. Wat we zien is dat de opnames in de ziekenhuizen gewoon enorm teruglopen. Wat we zien is dat het aantal mensen met respiratoire klachten en het aantal mensen dat zich meldt uit die groepen bij het testen, dat dat aan het afnemen is. We zien dat het percentage positief geteste aan het afnemen is. En dat zijn allemaal indicatoren waardoor je weet: het gaat op zichzelf genomen de goede kant op. Tegelijkertijd. En daarnaast hebben we nog veel meer gegevens. We hebben ook de gegevens vanuit de huisartsen. De Nivel peilstations. We hebben ook de gegevens uit de rioolwater (onverstaanbaar, red.). Al die gegevens....

DE ZILVER

Maar u zegt: al die gegevens hebben twee weken vertraging? Zegt u net zelf?

DE JONGE

Ja, maar al die gegevens wijzen wel dezelfde kant op. Namelijk dat het aantal besmettingen afneemt. En het is waar. Je neemt zo’n stap in vertrouwen maar niet met honderd procent zicht. Dat is ook zo. Dus het is waar dat je die stap neemt kijkend naar de getallen die nu erg afnemen. Maar dat je dat neemt met een inschatting over wat dat mogelijkerwijs gaat doen. En die inschattingen hebben we natuurlijk ook voorgelegd aan het OMT. En het OMT zegt nou: je ziet daardoor de onzekerheid wel wat toenemen natuurlijk naar de toekomst toe. Dat is ook logisch. Maar gegeven de context waarbinnen je het doet, namelijk de context ook van het naar 100% testen gaan, het intensievere bron- en contactonderzoek wat we gaan, is het een stap die verantwoord is. Ik denk dat we het op die manier moeten doen.

VRAAG

Er zijn twee ziekenhuizenbestuurders in Brabant, in Uden en in Tilburg, die zeggen ‘nou, had ons nou even wat meer ademruimte gegeven voordat we al die versoepelingen gaan doorvoeren’. Hebben zij geen punt?

DE JONGE

Ze hebben, nou ik denk dat zij sowieso natuurlijk de ervaringen nog heel scherp op het netvlies hebben staan van die maand geleden nog maar waarin we op de piek zaten op de ic’s en dat merkt met name natuurlijk in Brabant als eerste en als meest heftige gevoel. Dus als iemand recht van spreken heeft zijn het deze bestuurders wel. Tegelijkertijd denk ik: we doen het verantwoord, we doen het basis van deskundig advies en we doen het stap voor stap en we het doen met zo goed als mogelijk, binnen de context van wat we nu kunnen, zicht op de werkelijkheid. En dit is toch de manier waarop we het moeten doen.

VRAAG (AD)

Nog even over het dashboard. Kan je nagaan: twee maanden geleden toen wilde het kabinet ook maatwerk leveren door Brabant op slot te doen zonder dat er dashboard was en uiteindelijk moest Nederland een intelligente lockdown ondergaan. Dashboard geeft de mogelijkheid tot maatwerk, maar in hoeverre, omdat u toch achter de feiten aan blijft lopen, moet uiteindelijk na een provincie of een paar provincies toch een groter deel van Nederland op slot.

DE JONGE

U heeft helemaal gelijk dat je niet alle maatregelen regionaal zult kunnen treffen, maar u moet zich voorstellen dat... stel je nou is voor dat er ergens, nou laten we Brabant nemen, ergens in een café is men zo enthousiast dat het café weer open is en men gaat daar toch de fout in en gaan daar toch staan lallen en et cetera. En daar komt uit voor een, wat het RIVM dan noemt, a spreading event en daar blijkt dus die besmetting weer op te lieren. Dan is het wel fijn als je het daar ziet en ook daar dat virus wat de kop weer opsteekt daar ook de kop kunt indrukken. Dat is de bedoeling van dat dashboard. Dus je probeert eigenlijk telkens gegevens van een eerder moment na de besmetting te hebben zodat je zo snel als mogelijk daar ook maatregelen kunt treffen. Stel je nou is voor dat je die maatregelen daadwerkelijk regionaal kunt lokaliseren dan scheelt dat natuurlijk geweldig veel met de rest van het land. Even terug weer naar die maatregel van toen in Brabant, ja dat... ik moet wel zeggen als je daar ziet hoeveel Brabanders er vervolgens ook buiten Brabant weer aan de slag waren, of bij vrienden en kennissen et cetera, dan was dat natuurlijk ook niet helemaal waterdicht. Dus als we in de toekomst echt regionale maatregel moeten nemen dan zullen we het ook wel echt regionaal af moeten bakenen natuurlijk. Dus dat hoort er dan wel bij. Nou daarover gaan we het overleg aan met de veiligheidsregio’s. Hoe dat je dat nou, daadwerkelijk regionale maatregel treffen, hoe baken je dat ook af en in welk moment zeg je ‘dit is een regionale opleving en dus ook regionaal het vuurtje uit kunnen trappen’ en op welk moment zegt je ‘nou dit is meer landelijk of meer sectoraal’. Het gaat over de goede analyse die je doet, samen met het RIVM, met het OMT, en op basis daarvan nemen we dan een besluit.

VRAAG

En in hoeverre is het nu zo dat een veiligheidsregio zelfstandig besluit kan nemen? Want wie zit er nou precies aan de knoppen van het dashboard?

DE JONGE

De formele verantwoordelijkheid ligt bij de minister van VWS. Daar ligt de formele verantwoordelijkheid op grond van de wet Publieke Gezondheid. Daar ligt altijd de formele verantwoordelijkheid. Dus maar die kan die formele verantwoordelijkheid waarmaken door een aanwijzing te geven aan een veiligheidsregio om een bepaalde maatregel te treffen. Zo zit de vormgeving in mekaar. Dat doen we nu ook. De facto wordt de aanwijzing van de minister van VWS wordt vertaald naar een verordening die alle veiligheidsregio’s als geheel gebruikt en zo is het nu gestructureerd, een noodverordening die alle veiligheidsregio’s gebruiken. Maar het begint bij een aanwijzing die de minister van VWS geeft.

VRAAG

Aansluitend: zijn er veiligheidsregio’s die in de afgelopen twee maanden zelfstandig beslissingen hebben genomen?

DE JONGE

Ja, nou kijk voor lokale variaties, de noodverordening die is wel gelijkluidend ook in alle regio’s, daar heeft men voor gekozen, daar ben ik heel blij om, het overleg gaat heel goed tussen collega Grapperhaus en de veiligheidsregio’s, het is juist grosso modo samen optrekken, maar een enkel accent, er kan natuurlijk ook regionaal of zelfs lokaal gezet worden, ja.

LENGTON (DE TELEGRAAF)

Het GGD-onderzoek meneer De Jonge, waar hangt dat nou precies op? Hè want u zegt het moet in juni van start gaan maar wat, nogmaals, waar hangt dat op, waar is dat afhankelijk van?

DE JONGE

Nou er moet bijvoorbeeld veel mensen worden aangenomen. Wat we hebben berekend, becijferd, de GGD heeft een opschalingsplan gemaakt en men gaat daarbij uit van gegevens van het RIVM, zo’n dertigduizend tests, of dat er ook echt dertigduizend worden, dat hangt af van het aantal mensen met klachten dat zich meldt. We zien dat het aantal respiratoire klachten nogal afneemt, dus of het er echt dertigduizend kan worden dat weten we niet zeker, maar daarop heeft men zich voor te bereiden. Vervolgens heeft men een inschatting gemaakt hoeveel mensen zullen daar nou positief van testen. Nou men richt in ieder geval de regionale GGD in op zo’n 2% daarvan, maar landelijk komt er opschaalcapaciteit om op te kunnen schalen tot, flexibel natuurlijk, maar tot aan 8% daarvan. En dat gaat over veel bronnen- en contactonderzoeken en in totaal is daar zo’n 3200fte mee gemoeid. Kortom: dat is nogal een klus, daarover maakt men afspraken met een aantal landelijke callcenters en die afspraken worden de komende verder uitgewerkt. Er wordt natuurlijk ook fors ja gewoon (onverstaanbaar, red.) en dat is de klus waar de GGD voor staat. Nou zijn ze dat gewend hè, dus bron- en contactonderzoek is gewoon hun reguliere werk. Snel kunnen opschalen, nou dat hebben ze wel laten zien in de afgelopen periode hoe snel ze kunnen opschalen. Dus ze kunnen dit, maar het is wel een enorme klus.

LENGTON

Maar u zegt er zijn... is 3200fte nodig? Waar zitten we nu op dan?

DE JONGE

Nou in potentie is dat nodig op het moment dat je maximaal opgeschaald zou moeten kunnen zijn, dus waarbij we dertigduizend testen moeten doen, waarbij we 8% van die testen positief. Nou dat is wel heel erg de bovengrens van alle inschattingen natuurlijk, maar daartoe moet je op kunnen schalen. Die afspraak wordt op dit moment gemaakt. Wat men nu doet is regionaal zich in ieder geval voorbereiden op die 2% van de dertigduizend en dat betekent zo’n 800 fte. Nou men zit nu tegen de 700, volgens mij, in de optelsom. Dus dat gaat echt wel lukken. Men krijgt regionaal zeker wel voor mekaar en overigens dit alleen nog maar bron- en contactonderzoek. Wat de GGD’en ook nog moeten is voldoende testcapaciteit, afnamecapaciteit, inregelen om te zorgen dat je iedereen kunt testen die zich meldt. Ook daar weer de verschillende inschattingen van hoeveel gaan het er dan worden. Maar ook dat betekent weer fors opschalen ook in de inrichting. Dus zorg dat je meer afnamepunten bijvoorbeeld inricht, ook mobiele teams inricht nou et cetera. Dat is in iedere regio is dat fors werk. Nou is dat werk wat de GGD gewend is te doen, dat zeggen ze ook altijd, als ik ze een beetje bezorgd aan kijk van ‘ga je het allemaal wel redden’ dan zeggen ze ‘dat is echt ons werk hoor, dit kunnen we, dat opschalen kunnen we ook, dat hebben we ook laten zien in de afgelopen weken’ en dat is ook zo. Ze hebben fantastisch werk geleverd, maar het is wel een enorme klus.

VRAAG (ONBEKEND)

Vraag voor meneer De Jonge. Dat dashboard, er komen ontzettend veel gegevens bijeen, wordt dat ook openbaar?

DE JONGE

Ja, dat vinden we belangrijk.

VRAAG

Gaat u dat dan wekelijks presenteren alle cijfers die daarin zitten...

DE JONGE

Goede vraag. Wekelijks zou zeker kunnen, ik hoor ook weleens enthousiasme voor dagelijks, maar dagelijks is teveel, wekelijks zou heel goed kunnen, maar ook daarover moet ik nog het gesprek met het RIVM. Wat ook zinvol is, want een aantal gegevens die verversen ook niet zoveel natuurlijk, gegevens moet je ook berekenen, dus wekelijks zou inderdaad een hele goede kunnen zijn, maar dat is een van de onderwerpen van overleg. Dus wat we nu hebben gedaan is eigenlijk de indicatoren met bepaald waarop je zou moeten willen sturen. Wat we de komende weken gaan doen, met het RIVM en met het OMT, de signaalwaarden op die indicatoren vaststellen. IC-opnames is een indicator, maar vanaf welk moment, hoeveel dagen achterelkaar boven een bepaalde waarde ga je je dan zorgen maken. Dus dat zijn de signaalwaarden, dat is een van de dingen die we moeten doen. Het tweede wat we moeten doen is wat is inderdaad het tempo waarmee je of het ritme waarmee je telkens weer nieuwe cijfers ook presenteert in dat dashboard en het belangrijkste vind ik, uw eerste vraag, namelijk: wil je het publiek maken, wil je het openbaar maken. Voor een flink deel van die gegevens wel. Sommige gegevens zijn zo moeilijk te interpreteren en ook alleen maar in context te interpreteren. Daar moet je echt RIVM’er voor zijn wil je dat boeiend vinden, zeg maar. Maar een deel van de gegevens, een flink deel van de gegevens, wil juist zo openbaar mogelijk maken omdat dat helpt, denk ik, in de uitlegbaarheid van de maatregelen. Ik heb veel gehoord bijvoorbeeld de horeca, afgelopen tijd, ‘kan het niet een dag eerder’ en ‘waarom pas dan’ en ‘waarom bijeenkomsten tot dertig’ en heel veel vragen, en terecht ook, als je ondernemer bent, zeer terechte vragen. En wat wij graag willen doen is op elk moment van de crisis gewoon volmaakt transparant zijn in wat wij weten, de basis waar wij besluiten op nemen, en natuurlijk dezelfde analyse niet allemaal met elkaar kunnen doen. Maar je kunt op zijn minst het dashboard zo transparant mogelijk maken om vervolgens de analyse natuurlijk ook aan de deskundigen over te laten en op basis van die analyse, van het OMT, weer het besluit te nemen.

VRAAG

Ik hoorde u ook iets zeggen over dat gedrag gemeten wordt, hoe er bewogen wordt in de openbare ruimte. Wie gaat dat soort data interpreteren? Is dat het OMT of is dat een andere expertgroep?

DE JONGE

In eerste instantie het RIVM. Dat is ook nu al. Het RIVM bijvoorbeeld doet gedragsonderzoeken, daarin zie je de compliance met de verschillende maatregelen. We weten bijvoorbeeld dat maar 48% van de Nederlanders zich houdt aan de toch regelmatig uitgesproken advies om je handen regelmatig te wassen, om maar is een cijfer te nemen en zo zijn er meer adviezen. Overigens we houden ons juist geweldig goed hoor aan die gedragsadviezen. Dat is ook precies de reden dat het zo goed is gegaan met het terugdringen van de verspreiding van dat virus. Ik noem daarnet het laagste cijfer uit het geheel, dat is een beetje flauw. Het gaat eigenlijk juist heel erg. Dat weten we dus op basis van die gedragsadviezen. Nou de telecomdata, u weet, daar werkt collega Keijzer aan, aan een spoedwet, die spoedwet hopen we deze week naar de Raad van State te kunnen sturen, misschien zelfs al volgende te kunnen behandelen in de Kamer ook en op basis van die spoedwet wordt het mogelijk om telecomdata te analyseren. Door de telecomdata weet je de bewegingen op enig moment in een bepaalde regio. Weet je dat het ergens heel druk is geweest en daar gaat, als je dat een tijdje hebt geoefend, een zekere voorspellende waarde vanuit in wat dat vervolgens betekent in de testraad en weer een week later in de ziekenhuizen. Dus zo proberen we dat te interpreteren. Dus je hebt waarschuwingsgegevens aan de voorkant, je hebt surveillancedata die je iets te vertellen en je hebt die harde indicatoren, die te tellen indicatoren, en de optelsom daarvan, op basis daarvan moet je de analyse doen en de besluiten nemen.

VRAAG

En alles openbaar?

DE JONGE

Zo openbaar als dat maar kan, ja zeker.

VRAAG (ONBEKEND)

Ik heb een vraag aan minister De Jonge en één aan premier Rutte. Minister De Jonge...

DE JONGE

U moet wel kiezen.

VRAAG

Op wat voor schaal... ja dat komt wel goed. Op wat voor schaal worden die dashboarden gepresenteerd. Is dat op gemeentelijk niveau of provinciaal niveau of veiligheidsregio?

DE JONGE

Dat is een goede vraag. Ook dat is een van de dingen om uit te zoeken, maar waar we nu voor pleiten is om dat op GGD-regio, dat is hetzelfde als veiligheidsregio niveau te doen. Dat zet namelijk de veiligheidsregio’s en de GGD’s ook in charge voor de regionale gegevens. Je kunt ook op basis van de veiligheidsregio, op basis van de GGD-regio, ook makkelijk tot besluiten over te gaan. Bijvoorbeeld in de, weet ik het, manier waarop het testbeleid wordt ingericht tot de manier waarop je handhavingsmaatregelen inricht bijvoorbeeld. Dus een regionale schaal is het meest relevant, zij het dat je niet alles op regionale schaal zult hebben. De rioolwatersurveillance heb je bijvoorbeeld net op wat andere schaal en een voorbeeld: de ic-bedden die zijn niet zo, als je er tien per dag hebt, nieuwe, dan kun je ze niet over 25 regio’s verdelen, althans niet daar nog een relevant statistisch gegeven uithalen. Dus je moet wel even kijken naar welke gegevens zijn dat doen, die je dan regionaliseert, maar dat is wel de bedoeling en wat we uiteindelijk ook willen is het beetje analoog met de dreigingsanalyse, de dreigingsanalyse van de NCTV, dat je over een bepaalde regio ook kunt zeggen: ‘hier is de verspreiding van het virus aldus en dat betekent dus voor je gedrag het volgende’. Ook dat zijn we de komende weken aan het uitwerken. We hopen in juni die uitwerking gereed te hebben en dan komen we bij u terug.

VRAAG

Mag ik nog één vraag stellen aan de premier? Tijdens het laatste debat in de Tweede Kamer over het coronavirus ging het onder meer over kerkgebouwen na 1 juli waar als het RIVM regels in acht genomen worden veel meer dan honderd mensen aanwezig zouden kunnen zijn. Toen zei u: ik ga er nog op studeren. Wanneer bent u daar op uitgestudeerd en wanneer komt u met een mededeling daarover?

RUTTE

Het slechte nieuws voor kerkgebouwen is toch echt dat zingen een risico is. En het slechte nieuws is dat natuurlijk in een aantal kerkgebouwen het virus hevig heeft rondgewaard. Het is nu zo dat we natuurlijk met die maatregel van 30 zitten. En dan kan hopelijk op 1 juli worden opgeschaald naar honderd. Maar we zien gelukkig dat toch de meeste kerken op dit moment en ook moskeeën de dienst op afstand doen. Dus dat er maar een paar mensen in de kerk zijn en de gemeenteleden de dienst op afstand volgen. En dat kerken en moskeeën een andere manier hebben gevonden om vervolgens het contact met de gemeenteleden te hebben. Veel intensiever in veel gevallen is mij gemeld bij de bezoeken die ik bracht aan kerken en moskeeën dan daarvoor. Men kent elkaar ineens. Er wordt even aan huis aangebeld en op veilige afstand even gesproken in plaats van toch het vaak – gek, paradoxaal – dat anoniemere contact in het kerkgebouw of in de moskee. Dus ik denk dat wij echt voorzichtig moeten zijn. Maar ik heb niet nu een datum waarop dat zou kunnen. Het ziet er echt nog niet goed uit.

NIJS (HART VAN NEDERLAND)

Meneer Rutte, ik vroeg me af, met hoeveel mensen mag je nou buiten zijn?

RUTTE

Nou, daar is op dit moment ook geen strikte begrenzing op. Je moet anderhalve meter afstand hebben en als je met meer dan twee mensen, dus met drie mensen wordt er op gehandhaafd. Tenzij je natuurlijk uit een huishouden komt. Gezamenlijke huishouding hebt. Maar als die groep te groot wordt, is het al gauw een evenement. Dus als u een straatfeest gaat organiseren is dat een evenement. Vergunningsplichtig of meldingsplichtig. Als u met een groepje vrienden naar het terras gaat zit er op zichzelf geen begrenzing aan dat groepje vrienden hoe groot dat mag zijn, maar je moet wel de anderhalve meter in afstand in stand houden op het terras et cetera. Dus er zat geen begrenzing op buiten. Er zit geen begrenzing op buiten. Maar het wordt snel een evenement, en dan mag het niet.

NIJS

Maar bijvoorbeeld als ik in het park ga zitten met vier mensen, dat is gewoon nu oké als ik anderhalve meter afstand hou?

RUTTE

Je moet de anderhalve meter dan houden. ja.

NIJS

Maar gewoon met zoveel mensen als ik wil kan ik daar gaan zitten?

RUTTE

Nee, want dan zal de politie ingrijpen waarschijnlijk omdat men dan zal zeggen, maar dat geldt ook los van corona, als dat een te grote groep wordt dan is dat een evenement en dan had je een vergunning moeten afvragen.

NIJS

Maar wat is dan het verschil tussen met meerdere mensen op afstand in een park zitten en die twee plus waarop je een boete krijgt?

RUTTE

Nou, nee je krijgt geen boete met twee plus. Je krijgt een boete bij twee plus als je de anderhalve meter niet in acht neemt. En voor het terras geldt en ook binnen bij het café en restaurant, dat dan ook de restauranteigenaar zal vragen: vormt u met elkaar een gemeenschappelijk huishouden. U kent nog de casus Dijkhoff. Het lepeltje lepeltje liggen. Nou, daarvan hebben we gezegd die mogen dichter dan anderhalve meter, gewoon vlak voor elkaar op het terras zitten of in het restaurant. Als je samen een gemeenschappelijke huishouding hebt dan geldt dat ook voor meer mensen. En dan zal de café eigenaar of de restaurateur, restauranteigenaar zal u bevragen als het er meer dan twee zijn: zijn jullie ook inderdaad wel een gemeenschappelijk huishouden. Net zoals buiten op straat er ook door de handhavers op gehandhaafd wordt dat je die anderhalve meter in acht moet nemen. Maar als u met vier vijf mensen in het park gaat zitten met anderhalve meter ertussen, dat mag. Maar als dat een te grote groep wordt. Ja, dan zal ook normaal nu al in het Vondelpark gezegd worden: dat is een oploopje. Dat mag niet.

NIJS

En dan heb ik nog even een andere vraag.....

RUTTE

En even nog één ding erbij, want het risico is natuurlijk altijd met dit soort regeltjes, maar het gaat eigenlijk heel goed tot nu toe. Dat mensen denken, wat mag er dan precies wel en niet. Er gelden nog steeds twee dingen. Vermijd drukte, dat geldt bij al deze dingen. En twee: blijf een beetje slim nadenken. Want het doel is niet precies die regeltjes. Het doel is, dat virus verslaan. En dat moeten we natuurlijk met zijn allen in acht nemen.

NIJS

Ik heb nog even, gewoon een ander vraag. Waarom zijn er eigenlijk geen specifieke maatregelen voor 1 augustus. Waarom slaan we die maand over?

RUTTE

Goede vraag. Geen idee. We hebben een routekaart gemaakt en dit leek ons aardig.

VRAAG (NRC)

Meneer Rutte, twee weken geleden tijdens meest recente coronadebat werd u gevraagd: wat zijn nu eigenlijk de afwegingen van het kabinet om te besluiten: we gaan toch afremmen of we doen dat niet. En toen luidde uw antwoord, ik citeer even: ‘je kunt niet zeggen er is een dashboard en dit metertje moet precies daar staan. En dat metertje moet daar staan’. Wat is er veranderd in de afgelopen twee weken?

RUTTE

Veranderd is dat er wel een dashboard is. Wat niet veranderd is, is dat je niet op 1 metertje kunt sturen. Dat was het debat wat ik had met Dijkhoff en ook met een paar andere Kamerleden die zeiden, kun je nou op 1 meter, op één gegeven, op één getal, er ontstond een discussie over die R0. En dat is dat getal dat zegt hoeveel mensen die besmet is, weer verder besmet. En als dat onder de 1 is, dan besmet je minder dan één andere persoon, dan sterft het heel langzaam uit het virus. En als het boven de één is dan kan het weer als een hockeystick omhoog schieten. Maar dat getal moet je in samenhang zien met het aantal besmettingen, wat is de situatie in de ziekenhuizen. Hoe staat het met de IC capaciteit. Dus dat moet je allemaal in samenhang bekijken. Dat is precies wat Hugo de Jonge uitlegde. Dus verschil met het debat is: er is wel een dashboard. Er zij een dashboard. Was er niet, komt er wel. Wat niet verschilt met het debat is dat je niet op één gegeven gaat sturen. Je kunt niet zeggen: oh, dat cijfer staat niet goed. Dus grijpen we in. Het zal altijd een weging zijn tussen al die gegevens. Plus ook hoe die gegevens zich in de tijd ontwikkelen. En het kwalitatieve oordeel niet los van die kwantitatieve gegevens. Het kwalitatieve oordeel daarover, vandaar ook wat Hugo de Jonge net zei. Dat wij niet op basis van het dasboard gaan zeggen op 1 juli of op 1 september mag wel of niet wat we voornemens waren. We zullen nog steeds teruggaan naar de virologen en epidemiologen om te vragen wat vinden jullie er van? Want er is ook nog steeds een kwalitatieve weging. Er is wel een dashboard, maar niet één cijfertje wat zegt wat je mag doen.

VRAAG

Meneer de Jonge, misschien dat u toch wat inzichtelijker kunt maken welke van al die cijfers wel het zwaarst ofzo. Want op dit moment is het een beetje vaag. Er zijn een heleboel cijfers en er wordt naar gekeken. Er wordt op de rem getrapt als het te hoog uitslaat. Maar als wat te hoog uitslaat?

DE JONGE

Wat ik daarmee wil zeggen juist is dat je die cijfers in onderlinge samenhang hebt te zien. Als je bijvoorbeeld kijkt naar die R0. Er wordt veel gesproken over de R0. Je ziet in heel veel landen dat die R0 eerst een wat absolute status had gekregen en nu ook wat meer wordt gerelativeerd en ook in relatie wordt gebracht met het aantal besmettingen bijvoorbeeld wat er is op enig moment. Dat is heel belangrijk R0 is een geweldig belangrijk cijfers. Maar als je een R0 hebt van tegen de 1 met tienduizend besmettingen, is dat echt een heel andere soort van zorg die je daarover moet hebben dan een R0 die de 1 gaat naderen, over de 1 heen gaat met honderdduizend besmettingen. Hetzelfde geldt voor het IC cijfer. Dat moet je dan ook weer in die relatie zien. Stel dat je 200 en een beetje mensen hebt op de IC. Dus stel dat je structureel 10 per dag aan nieuwe instroom zou hebben en die gemiddelde instroom blijft drie weken op de IC liggen. Dan heb je een gemiddelde bezetting van de IC van 210 bedden als ik goed reken. Als je een R0 hebt van 2,5 dan, dan zit je in die som, zit je binnen 20 dagen zit je aan dik 8000 bedden op de IC. Zo snel gaat het. Dus je moet telkens de cijfers zien in onderlinge samenhang. Dus uw vraag, welke weegt nou het zwaarst, die kan ik niet beantwoorden. Want je moet het namelijk altijd in de context plaatsen en dan – wat de premier zegt- niet alleen de cijfers zelf bekijken. Maar die ook op een kwalitatieve manier wegen. Dus we zullen het altijd zo doen dat we dat dashboard voorzien van nieuwe cijfers. Dat we vervolgens aan de RIVM vragen om daar de analyse voor te doen samen met het OMT om dat vervolgens ons te adviseren om wat te doen. En daarna neemt het kabinet een besluit. Maar in die cyclus zal het telkens gaan.

VRAAG

Ja, u zegt we hebben de uitbraakfase achter ons gelaten. We zitten nu in een overgangsfase en we werken toe naar de controle fase. Wanneer begint die controle fase? Is dat als de zorg weer op het oude niveau is, is dat als we die hele routekaart zijn doorgelopen? Wanneer is dat?

DE JONGE

Nou, voor onszelf hebben we gezegd: als je de belangrijkste lockdownmaatregelen hebt opgeheven. En in een fase zit waarin je eigenlijk een hele tijd van plan bent die fase vol te houden. Maar het is een zeer terechte vraag, want het laat zich nooit helemaal met een schaartje knippen natuurlijk. Neem hele grote evenementen bijvoorbeeld. Een vol stadion bijvoorbeeld, of een vol Ahoy. Nou, dat gaat echt nog wel even duren en het is de vraag of het überhaupt kan voordat we een vaccin of een adequate behandeling hebben gevonden. Maar heel veel dingen zullen we wel weer kunnen doen, zij het dan in aangepast vorm. En als je eenmaal in die fase zit waarin je eigenlijk je leven weer gewoon kunt leven zij het in aangepaste vorm, dan zou je dat weer controlefase moeten noemen. Maar ook dan geldt: je moet er vroeg bij zijn iedere keer dat dat virus oplaait. Je moet het de kop in kunnen drukken, daar waar het weer oplaait. Want we weten dat het weer gaat oplaaien hé. Dus het helemaal voorkomen van een nieuwe opleving is gewoon niet mogelijk met dit virus. Het verspreid, het is een te besmettelijk virus. Je zult gewoon zien dat het weer op gaat laaien en je zult dus ook gewoon zien dat je telkens weer maatregelen zult moeten nemen. Dus het idee dat we kabbelend naar dat vaccin onderweg zijn, dat is, dat zal niet aan de orde zijn. Het virus verspreid zich namelijk gewoon.

VRAAG

Dus die controlefase gaan we al in voordat we een vaccin hebben eigenlijk?

DE JONGE

Jazeker. Zeker. Die ga je in eigenlijk vanaf, tot het moment dat je een vaccin hebt. Dus je zult straks als je de lockdownmaatregelen hebt afgeschaald, zal je voor een hele lange tijd is de verwachting in die controlefase zitten. Maar telkens zal je het virus weer de kop op zien steken en telkens zul je het weer opnieuw de kop in moeten drukken. En daarom moeten we er zo snel bij zijn.

VRAAG

Ik heb nog één vraag en dat gaat over de regio’s. Over die regionale verschillen. Kunt u dat concreet maken? Stel nou dat het inderdaad in Brabant weer tot een piek leidt deze versoepeling van maatregelen. En in Friesland gebeurt er eigenlijk al tijden heel weinig. Zou het dan kunnen dat in Brabant alsnog die terrassen dichtgaan en dat ze in Friesland openblijven. Is dat concreet?

DE JONGE

Dat is wel concreet, maar dat is zeer de vraag of dit een adequate uitwerking zou kunnen zijn van die regionalisering. Want als je in één regio de terrassen dicht doet, namelijk in die regio waar die besmetting het hoogste is. En je doet het in de andere regio’s niet, dan heb ik het idee waar deze mensen uit deze regio naartoe zullen gaan. En dan ben je dus juist bovenregionale verspreiding aan het organiseren.

VRAAG

Dat gaat niet gebeuren? Dat is niet...

DE JONGE

Dus die lijkt me dan liever niet zo heel erg logisch.

VRAAG

Wat wel?

DE JONGE

Je kunt je wel degelijk regionale maatregelen voorstellen. Maar dat zal echt, dat zullen we moeten uitwerken met de NCTV en met de veiligheidsregio’s op welke manier die maatregelen dan een vorm moeten krijgen.

VRAAG (ONBEKEND)

Over dat testen meneer de Jonge. Dat gaat enorm toenemen vanaf juni. Even concreet daarover. Hoeveel, hoe vaak moet je testen als je klachten voelt. Is één test genoeg? Hoe sensitief zijn die testen. Er zijn wetenschappers  die zeggen dat 30% vals negatief is. Dat je dus wel besmet bent, maar dat er toch een negatief resultaat komt. En als je nu 1 negatieve test hebt, en je hebt bijvoorbeeld hooikoorts, mag je daarna dan weer gewoon naar je werk. Of geldt nog steeds dat je thuis moet blijven met klachten, ook als je negatief bent getest?

DE JONGE

Je moet je testen als je klachten hebt. Want als je je gaat testen, daar zijn veel misverstanden over. Maar als je je laat testen terwijl je geen klachten hebt, dan is zo’n testuitslag minder betrouwbaar. Heel veel minder betrouwbaar zelfs. Dus je moet je laten testen als je ook klachten hebt. En gelukkig zijn de betrouwbaarheidspercentages hoger dan u ze zojuist noemt. Ik denk dat u de percentages noemde van sommige sneltests of sommige serologische tests op individueel niveau, dat klopt. Maar die gebruiken we dus ook niet voor individuele doeleinden. Dus wat je doet is je doet de test, heb je het. Dus de besmettingstest die doe je bij de GGD. En die geeft binnen een dag geeft die de uitslag. Mag je vaker testen? Ja, me mag op zichzelf genomen vaker testen. En doe het vooral, maar doe het als je klachten hebt. En dan mag je vaker testen. Maar ik denk wel als je een keertje bent geweest gaat de lol er wel af. Dus doe het vooral, maar doe het ook als het nodig is zeg maar. Doe het, bij testen. Overigens, het is niet helemaal pijnloos hoor. Het is niet iets wat mensen dagelijks voor de lol gaan doen. Die vrees heb ik niet. Laat je testen als je klachten hebt. Daar gaat het om. Het gaat om zo’n dertigduizend tests. Dat is de verwachting. Vervolgens binnen 24 uur dus zorgen dat je de uitslag hebt. Althans daar proberen we op te sturen. Dus daar moet nog echt wel een beetje versnelling in worden georganiseerd. Want hoe eerder je uitslag hebt, hoe eerder je ook kunt starten met dat bron en contactonderzoek. En hoe eerder je ook kunt nagaan: wie is er allemaal bij jou in de buurt geweest.

VRAAG

Maar als je negatief test, mag je dan de straat weer op? Ook als je klachten hebt.

DE JONGE

Ja, zeker. Nou ja, als je klachten hebt en je hebt je laten testen en de uitkomst is negatief, ja dan heb je wel waarschijnlijk respiratoire klachten. Want anders was je niet gaan testen. Maar dan heb je geen corona. Want dat weet je dan.

VRAAG

Dus je mag dan niezend naar buiten.

DE JONGE

Ja. Als je dus negatief getest bent hé. Dat hoort er dan wel bij, ja.

VRAAG

Maar dan hecht u wel veel waarde dus aan de betrouwbaarheid van die test. Dan gaat u er dus vanuit dat in ieder geval het overgrote deel.…

DE JONGE

Ja, bij klachten.... Nogmaals, ja maar ik wil echt even onderstrepen. Bij klachten moet je je laten testen en bij klachten is de uitkomst daarvan ook betrouwbaar.

VRAAG (ONBEKEND0

Ja, minister de Jonge u benadrukt het belang van die testen. We gaan grote stappen zetten. Het monitoren is heel belangrijk. Maar waarschijnlijk, misschien kunnen we vanaf 1 juni nog niet massaal gaan testen. Hoe bezwaarlijk is dat?

DE JONGE

Niet. We hebben altijd gezegd dat zijn dingen die we niet helemaal aan elkaar gekoppeld kunnen krijgen.

VRAAG

(Onverstaanbaar, red.)

DE JONGE

Maar wat je dus wil is het zo snel mogelijk inrichten. En nou, me dunkt, dat wat we in dit temp aan het organiseren zijn. Dat dat absoluut zo snel mogelijk...

VRAAG

Het gaat misschien heel snel, maar de vraag is: komt het dan niet te laat? Als je juist zo’n grote stap zet wil je toch meteen kunnen monitoren wat er gebeurt?

DE JONGE

Zeker. En we houden natuurlijk ook op basis van wat je kunt monitoren. En er worden nu al hele grote groepen getest hé. Dus alles wat je kunt monitoren houden we nu ook al zo goed als mogelijk in de gaten wat er gebeurt. En daarnaast zijn er allerlei andere vormen van surveillance zijn er ook nu al. Maar wellicht de testfaciliteiten zo snel en als mogelijk. En we hebben altijd gezegd: dat zal zich een beetje parallel gaan onttrekken. Dat zit nooit helemaal één op één aan elkaar gekoppeld.

VRAAG

Nee, maar 1 juni, wat is voor u de uiterste datum dat het klaar moet zijn?

DE JONGE

Ik streef naar 1 juni. Dat is het doel.

VRAAG

U zegt over dat contactonderzoek: de GGD’s kunnen dat ontzettend goed. Toch zei de GGD eerder: ja, we gaan niet de mensen gaan we niet bellen. Want die sturen we wel een briefje, de mensen met wie mensen in contact zijn geweest. Want het past niet zo in de Nederlandse volksaard. Nederlanders worden liever niet gebeld.

DE JONGE

Nou, dat was wel met iets meer nuance omkleed.

VRAAG

Maar het kwam er wel op neer.

DE JONGE

De richtlijn van afgelopen 6 mei die schrijft wel voor dat het bellen en schriftelijk dat je dat doet. Voor zowel diegene die positief getest wordt zelf, als natuurlijk ook de huisgenoten. En de nauwe contacten die zou je dan schriftelijk kunnen doen. Stond in die richtlijn. Maar we hebben afgelopen week daar intensief contact over gehad ook met het RIVM. Van zou het niet toch ook verstandiger zijn om ook die groep die ook intensief contact heeft gehad om die toch ook én bellend en schriftelijk te doen. Bellend om het goed uit te leggen, maar schriftelijk om het allemaal nog eens goed te kunnen nalezen. Wat we daarnaast hebben afgesproken is dat mensen ook daarna worden gebeld. Dus nazorg team dat ook echt gaat bellen en gaat zeggen: joh, hoe is het met je? Heb je al klachten ontwikkeld. Gaat het eigenlijk een beetje met dat 14 dagen thuisblijven. En waarom hoor ik geluiden van de ballenbak op de achtergrond. Je zit toch niet in de Ikea?

VRAAG

En als iemand dan wel in de Ikea zit?

DE JONGE

Nou, dan heb je een ernstig gesprek. Want dan moet je natuurlijk zorgen dat iemand snapt....

VRAAG

En ik zeg: ah, ik blijf hier toch?

DE JONGE

Ja, mensen houden zich over het algemeen weten we ook uit diezelfde gedragsonderzoeken ongelooflijk goed aan de adviezen van de GGD. Zowel de schriftelijk als de telefonisch gegeven adviezen van de GGD. En terecht, want het gaat ergens over. Je bent bezig namelijk het virus te verspreiden als je je er niet aan houdt.

VRAAG

Tot slot, meneer Rutte. U sprak nadrukkelijk de kinderen en de jongeren toe. Waarom doet u dat juist vandaag?

RUTTE

Omdat je daar aan de ene kant ziet dat veel jongeren het gewoon ook echt moeilijk hebben met alle maatregelen. Terwijl ze wel degelijk gemiddeld genomen zich er ontzettend goed aan houden. Maar ook omdat ik het zo belangrijk vindt dat zij niet afwachten wat wij aan het bedenken zijn, maar ook zelf een beetje de revolutie starten. Dus gaan nadenken. Er zijn een paar dingen on-onderhandelbaar. Die anderhalve meter, je handen wassen, thuisblijven bij klachten, zijn on-onderhandelbaar. Dus daar gaan we niet met ze aan praten. Maar binnen die maatregelen is natuurlijk de vraag: hoe richten we die samenleving in detail in. Dus ga met je gemeente in gesprek. Ga je met school in gesprek. Ga met je sportclub in gesprek en benoem hoe jij denkt dat het beter georganiseerd kan worden. Neem eigenaarschap over je leven in deze samenleving. Want jullie zijn de toekomst. Jongeren zijn de toekomst. En ik ga dat zelf ook doen. Dus ik ga dat via internet organiseren een oproep en dan zo snel mogelijk in het Catshuis met een eerst groep bij elkaar komen om hierover te praten. En nogmaals, wel vanuit de gedachte dat als je kijkt naar de cijfers zij zich eigenlijk ook heel goed houden aan de afspraken. Maar het is voor hen natuurlijk ook, voor iedereen is het ingrijpend. Maar zeker ook voor jonge mensen die naar de sportclub willen, die zich ontwikkelen, die vriendschappen willen onderhouden. Is natuurlijk een hele moeilijke tijd.

VRAAG (ONBEKEND)

Ja, meneer de Jonge, veel vragen over dat dashboard. Dat moet dus zichtbaar maken als het ergens misgaat wat dat betekent aan aanscherping van maatregelen. Daar lijkt u een disciplinerende werking van te verwachten. Is dat nodig omdat u merkt dat de overtuigingskracht van het kabinet voor de ernst en de voorzichtigheid die we allemaal moeten betrachte, dat die een beetje afneemt nu het beter gaat.

DE JONGE

Nee.

VRAAG

Is het dan bedoeld om  - mocht dat gaan gebeuren de komende tijd – om dat ook wat te ondervangen.

DE JONGE

Nee. Het is bedoeld om beter onderbouwd een besluit te kunnen nemen. De premier heeft vaker gezegd: je stuurt eigenlijk op 50% zicht en daar moet je honderd procent van de besluiten op nemen. En wat wij willen is dat je het inzicht vergroot. Het inzicht in en het zicht op de verspreiding van het virus vergroten. En daarom maken we dat dashboard. Wat de vraag was is, maar wordt dat dasboard openbaar. Daarvan zeggen we ja, dat wordt openbaar. En waarom? Omdat je dan navolgbaar maakt waarom je de besluiten neemt zoals je ze neemt. En inderdaad, wat we ook op basis van dat dashboard willen ontwikkelen is een waarschuwingssysteem. Maar het dasboard is bedoeld om zo gefundeerd en zo onderbouwd mogelijk de besluiten te nemen.

DE JONGE
Maar het dashboard is bedoeld om zo gefundeerd en zo onderbouwd mogelijk die besluiten te nemen.

VRAAG
Een vraag over het openbaar vervoer. Als je zonder mondkapje in een bus of trein stapt na 1 juni dan zie ik dat je een boete van 95 euro riskeert. Wie gaat dat controleren, hoe wordt dat gehandhaafd?

RUTTE
De hoofdconducteur doet dat in de trein. Dus dat is degene die de officiële positie heeft van boa en bij het regionaal vervoer zullen dat de teams zijn die we kennen als je niet betaald hebt die je dan heel vervelend gaan toespreken als ze de tram of de bus of metro in komen. Vooral de tram en bus. Dus dat zijn boa’s en nogmaals bij de treinen zijn dat de hoofdconducteurs.

VRAAG
Bij het instappen wordt dat...

RUTTE
Je moet dat ding op hebben in de trein. Dus dat is opzetten als je instapt en pas afdoen als je terug bent op het perron.

VRAAG
Maar wat is het moment dat het dan gecontroleerd wordt? Staat er iemand bij de deur?

RUTTE
Nee, je loopt dus het risico als je hem niet op hebt dat er iemand door de trein loopt en je beboet.

BOVEN (BNR)
Meneer Rutte, in aanvulling hierop. Wat is eigenlijk de basis voor de coronaplicht in de trein? Want er is nog geen noodwetgeving aangenomen.

RUTTE
Nee, maar dat gaat via een aanwijzing op grond van de Wpg van Hugo de Jonge, althans niet van hem, maar van de minister van VWS. En vervoerders maken gebruik van hun bevoegdheid op grond van de wet persoonlijk vervoer 2000 om aanwijzing te geven aan passagiers van het openbaar vervoer ten behoeve van de orde, rust en veiligheid. U ziet, dit is voorbereid.

BOVEN
U vindt dat juridisch gezien ook oké?

RUTTE
Ja, dat is helemaal door Ferd Grapperhaus persoonlijk goedgekeurd, ja.

BOVEN
Kijk aan. Wat ik u eigenlijk wil de vragen: heeft u het idee, meneer Rutte, dat in Nederland, u begint u toespraak net met een hele duidelijke waarschuwing. Eigenlijk van: hou je aan de regels, versoepeling betekent nog strenger je aan de regels houden. Heeft u het idee dat de Nederlandse bevolking corona-moe geworden is?

RUTTE
Nee. Nou ja, corona-moe zijn we natuurlijk vanaf het eerste begin. We willen het niet. Maar volgens mij zijn we niet corona-naïef. En ik merk in Nederland, en daar ben ik ontzettend blij om, dat was steeds mijn benadering met Bruno Bruins, met name met Hugo de Jonge, van joh laten we gewoon steeds zeggen wat we weten. Dat aan Nederland vertellen. We zijn een democratie. We hebben hier geen bazen, we kennen hier geen hiërarchie,  maar wij zitten nou in een positie dat we die feiten met Nederland moeten delen en op basis daarvan besluiten moeten nemen. En dan is er steeds het vertrouwen geweest dat als je dat doet dat dan de Nederlander gemiddeld zo in elkaar zit dat die zegt: oké, als de jongens dat zo hebben uitgezocht en dat zo in elkaar zit en ook die deskundigen dat nog eens onderbouwen, de  Van Dissels, RIVM, OMT, dan gaan we ons daaraan houden. Als je nu kijkt hoe we dat doen, geen lockdown met politiemensen voor elke deur, toch een behoorlijk deel van de economie kon blijven draaien op een verstandige manier. Dan ben ik daar heel erg trots op. En dan is het echt mijn landje waarvan ik dacht: volgens mij zitten we zo in elkaar en werkt dit het beste. En dat zie ik nog steeds. Mensen zien tuurlijk dat de cijfers wat beter gaan, maar kijk nou gewoon in je eigen winkelstraat hoe mensen keurig bij de winkels de anderhalve meter in acht nemen, op straat elkaar omzeilen en natuurlijk als het drukker wordt nemen wat risico’s toe, is er ook kans dat het virus het zich wat meer gaat verspreiden, maar niet omdat mensen zich niet aan de regels houden, maar simpelweg omdat je dan wat eerder in elkaars anderhalve meter zou kunnen komen. Extra belangrijk om dat niet te doen en daar dat ik dan steeds weer herhaal, vooral dat ene punt, want het is zo Hollands ook om naar het werk te gaan als je snottert, dat moeten we dus gewoon even niet meer doen. Thuisblijven als je snottert.

BOVEN

Als ik in mijn eigen winkelstraat rondloop dan vind ik het behoorlijk druk vergeleken met een paar weken geleden en ik zie dat helemaal niet dat mensen in hun eentje gaan boodschappen doen. Ik zie helemaal niet dat mensen afstand houden op de bankjes of doen wat u wil.

RUTTE

Maar daarom hebben we ook de adviezen veranderd: van blijf zoveel mogelijk thuis naar vermijd drukte. En als het te druk wordt dan kan de gemeente ingrijpen en de straat afsluiten. Dat is ook op een aantal plekken gebeurd. Maar tegelijkertijd zie ik bij... dus omdat het drukker wordt op straat, je kunt natuurlijk niet in deze overgangsfase en dadelijk in die controlefase tot er een vaccin is of voldoende medicijnen, maar in ieder geval waarschijnlijk zal dat een vaccin als je eruit komt, kan je niet zeggen tegen iedereen ‘blijf thuis’. Dat gaat niet. We moeten ook weer een beetje het leven oppakken, maar dan wel met inachtneming van als je snottert blijf je thuis, allerbelangrijkst, en snel laten testen, dat kan dadelijk, en als je op straat bent vermijd drukte, anderhalve meter, en was je handen veel.

BOVEN

De versoepeling is ook bedoeld om eigenlijk de steun van de bevolking te houden...

RUTTE

Nee, ik ben niet de hele dag aan mennen van ‘ho de bevolking en ze willen niet meer wat ik wil en ik ben aan een touw aan het duwen of zo’, helemaal niet. Zo voel ik het niet. Nederland is een volwassen land en ik heb steeds het gevoel gehad en tot nu toe ben ik daar geen seconde in teleurgesteld. Dat als je echt these are the facts, dit is wat wij weten, wij weten niet alles, dit is wat wij weten, het is verdomd gevaarlijk waar we mee te maken hebben. Er zijn veel mensen overleden. Er is een enorme oversterfte zichtbaar in de statistieken. Je ziet de enorme druk die we op de ic’s hadden. Er is dag en nacht gewerkt in de ziekenhuizen, nog steeds, er moeten nu de achterstanden worden weggewerkt van de normale, de planbare operaties, dus het is een enorme inspanning van duizenden, duizenden, tienduizenden, honderdduizenden mensen, eigenlijk van de hele bevolking. Ik heb steeds het gevoel gehad en tot op de dag van vandaag, als je die feiten deelt, en dat gaat door fases heen, we hebben nu minder besmettingen, we hebben minder ziekenhuisopnames, maar nog steeds grote risico’s en je bent er open over, en wat Hugo zei, je vertelt wat je weet, je vertelt wat je niet weet, je hebt geen geheimen, je probeert alles met Nederland te delen dan is Nederland ook bereidt om te zeggen ‘oké als dat dan het gedrag is wat er van mij wordt verwacht doe ik dat, spreek ik andere er op aan’. En ik zie het op straat, maar dat het drukker wordt op zichzelf hoeft het probleem niet te zijn, want we kunnen natuurlijk niet jarenlang binnen blijven zitten.

LENGTON (TELEGRAAF)

Ja meneer Rutte ik wil het met u hebben over ondernemers die in dezelfde sector zitten, maar die zien dat ze op ja adres A anders worden behandelt dan op adres B. Om een concreet voorbeeld te nemen: je hebt bijvoorbeeld een sportschool, het zwembad mag van het kabinet open, maar je ziet dat de ene gemeente daar anders op reageert dan de andere. A: wat vind u daarvan? En is het kabinet op zoek naar meer één lijn daarin?

RUTTE

Ik heb deze niet eerder gehoord, ga ik uitzoeken. Het is waar dat zwembaden open mogen, sportscholen nog niet. We zijn met ze in gesprek en daar zijn we echt aan het kijken: sportscholen blijken toch vaak ook een plek te zijn geweest waar het virus snel is gaan rondwaren, dus we willen echt nog even precies weten waar het aan lag en wat voor maatregelen je moet nemen om dat te voorkomen. Bij zwembaden met chloorwater zijn de risico’s een stuk kleiner. Ik heb wel een ander voorbeeld, dat is dat in Zandvoort en Katwijk, daar leken ze wat liberaler te zijn maar dan in verkeerde zin, kan bijna niet met ‘liberaler’, maar in ieder geval daar leken ze wat vrijer te zijn als het gaat om hoe ze omgaan met strandtenten. Dat is besproken in het veiligheidsberaad gisteravond en ze hebben gezegd: we gaan het gelijktrekken. Dus kustplaatsen overleggen nu met elkaar om ongelijke situaties te voorkomen. Dus je ziet als dat gebeurd dat het op die maandagavonden, als de veiligheidsregio’s bij elkaar zitten met Ferd Grapperhaus en Hubert Bruls, de burgemeester van Nijmegen en ik wou zeggen de voorzitter van het beraad en met Pieter-Jaap Aalbersberg, de NCTV, dat ze dit soort dingen bespreken. Dus ik ga dit vragen. Dit voorbeeld kende ik niet.

LENGTON

Het gaat mij meer om het algemener verhaal hè. Het geldt bijvoorbeeld ook voor terrassen. Het kabinet laat aan de lokale autoriteiten over hoe ze handhaven. Het kan dus wel betekenen dat als jouw onderneming in plek A staat dus iets anders te wachten staat dan op plek B en...

RUTTE

(Onverstaanbaar, red.) maar de afspraak wel in het veiligheidsberaad is dat de anderhalve meter wordt gehandhaafd vanaf drie personen. Als je dan niet aan de anderhalve meter houdt dan riskeer je een boete. Ten aanzien van de terrassen geldt, daar kunnen meer mensen op het terras zitten en ze kunnen ook uitbreiden als de gemeente dat toestaat, alleen maar goed, goed voor de economie, maar ook goed voor de spreiding van de mensen door de stad en voor de gezelligheid, maar wel op anderhalve meter tenzij je samen een huishouden vormt en vanaf drie personen vragen we aan de terraseigenaar om ook te kijken, ook binnen trouwens, als mensen binnen gaan eten, van vorm jij samen een huishouden of niet. Niet per twee, maar vanaf drie. Ja weet je, dus volgens mij is dat wel een beetje gelijkgetrokken en er zullen misschien, ja de ene politieman zal ook net iets anders reageren dan de ander... dat is natuurlijk altijd zo. We hebben in Nederland nou eenmaal een systeem, gelukkig, waarbij de politie ook discretionair nog wat kan doen, maar ik heb niet de indruk dat er grote verschillen te voorzien zijn tussen de veiligheidsregio’s.